Tientallen notarissen in de knel
Een groot aantal notariskantoren verkeert in financiële moeilijkheden. Dat komt soms door de felle concurrentie na het invoeren van vrije tarieven en vrije vestiging. Vooral de ingezakte huizen- en kantorenmarkt is echter debet aan de groeiende problemen in de branche.
„Van 62 kantoren is de situatie zorgelijk”, aldus D. Plaggemars, voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Hij beroept zich op cijfers van het Bureau Financieel Toezicht. Dat schrijft in zijn jaarverslag van 2002 dat van die 62 kantoren er ten minste tien zijn waarvan het voortbestaan onzeker is. Nederland telt ruim 1400 notarissen.
Gemiddeld heeft het notariaat de overstap naar de vrije tarieven goed doorstaan, constateert Plaggemars. „Maar dat geldt niet voor iedereen. In sommige regio’s is sprake van een prijzenslag. Daar heeft de sinds oktober 1999 van kracht zijnde nieuwe notariswet een forse toename van het aantal kantoren mogelijk gemaakt, terwijl de transacties door de conjuncturele terugval over de gehele linie zijn gedaald.”
De branche is volgens Plaggemars zeer conjunctuurgevoelig. „Alles wat met ons economisch handelen te maken heeft, vindt zijn weerslag bij het notariaat.” Dat geldt vooral voor akten binnen het onroerend goed en het ondernemingsrecht. Het opmaken van testamenten en samenlevingscontracten en andere akten die vallen onder het familierecht hebben nauwelijks hinder van de economische neergang. Ze zijn voor de notarissen echter niet kostendekkend.
„De verliezen op die transacties worden gecompenseerd met opbrengsten in bijvoorbeeld de onroerendgoedsfeer. Juist die lopen nu echter terug”, aldus Plaggemars.
Vanaf 1 juli mogen notarissen grotendeels zelf bepalen welke prijs ze cliënten berekenen. De afgelopen drie jaar waren de tarieven al binnen een vaste marge vrij. De Consumentenbond is niet blij met de liberalisering. Volgens de belangenorganisatie heeft de nieuwe notariswet vooral tot duurdere akten in familiezaken geleid.