De rente op tienjarige Italiaanse staatsobligaties zakte vanmorgen licht tot 6,42 procent. Dat is aanzienlijk lager dan de piek van 7,5 procent die vorige week werd bereikt en breed als onhoudbaar werd beschouwd. Beleggers hopen dat de nieuwe noodregeringen in Italië en Griekenland orde op zaken zullen stellen in de door schulden geplaagde landen.

Gisteravond benoemde de Italiaanse president Napolitano de econoom Monti tot formateur. Monti, tevens voormalig Eurocommissaris, aanvaardde de opdracht „onder voorbehoud” en begon vanmorgen met het voorbereiden van een nieuwe regering. Die regering moet het beleid gaan uitstippelen om de Italiaanse economie weer op de rails te krijgen en de schuldenlast van bijna 2 biljoen euro te verminderen.

Wel was er vanmorgen nog onduidelijkheid over het mandaat van de regering van nationale eenheid en over de samenstelling van de ministersploeg. De meeste partijen spraken gisteravond tijdens een crisisoverleg hun steun uit aan Monti. Belangrijkste afwezige was de separatistische Lega Nord van Umberto Bossi, tot nu toe de juniorpartner van de zaterdag als premier afgetreden Berlusconi in het centrumrechtse kabinet. De Lega wil niet meedoen aan wat zij een „samenraapsel” noemt.

Het aftreden van Berlusconi werd gisteren in Rome door vooral jonge Italianen uitbundig gevierd. Toen de 74-jarige Italiaan bijna een halfuur te laat aankwam bij Napolitano’s paleis om zijn ontslag in te dienen, werd hij door een menigte onthaald op spreekkoren.

Berlusconi kwam ten val nadat dinsdag was gebleken dat zijn vierde centrumrechtse kabinet niet meer kon rekenen op een meerderheid in de Kamer van Afgevaardigden. De mediamagnaat beloofde daarop af te treden als regeringsleider, zodra beide kamers van het parlement een bezuinigingspakket van zo’n 60 miljard euro zouden aanvaarden dat met de Europese partners was afgesproken. Na de Senaat vrijdag stemde zaterdag ook de Kamer daarmee in.

In een videoboodschap aan het Italiaanse volk noemde Berlusconi zijn aftreden „een daad van edelmoedigheid.” Hij liet weten in de politiek te willen blijven en zijn inzet als Kamerlid te gaan „verdubbelen.”