Dat staat in een vrijdag gepubliceerde definitieve uitspraak van de wereldhandelsorganisatie WTO. De instelling was in een voorlopig oordeel in maart al tot dezelfde conclusie gekomen.

De uitspraak is een belangrijke zege voor de Europese Unie en de daar gevestigde staalbedrijven, waaronder het Brits-Nederlandse Corus. De Amerikaanse regering besloot vorig jaar maart tot tijdelijke extra heffingen op een reeks staalproducten van 8 tot 30 procent, om de eigen industrie te beschermen. De EU maakte de zaak aanhangig bij de WTO, samen met Japan, China, Zuid-Korea, Zwitserland, Noorwegen, Nieuw-Zeeland en Brazilië.

Volgens de WTO maken de VS zich met de heffingen schuldig aan oneerlijke discriminatie van buitenlandse staalproducenten. De EU en haar medeklagers toonden zich vrijdag ingenomen met het oordeel en deden een beroep op de VS onmiddellijk een eind te maken aan de heffingen. Als Washington in beroep gaat, zullen de klagers blijven samenwerken om te bereiken dat de WTO-uitspraak wordt bevestigd, aldus een gezamenlijke verklaring.

Inmiddels hebben de Amerikanen laten weten daadwerkelijk beroep aan te tekenen tegen de uitspraak. Het conflict zal hierdoor pas tegen het eind van dit jaar worden beslecht. Als de Amerikanen ook dan worden veroordeeld, hebben ze twee mogelijkheden: ze moeten de heffingen schrappen of de klagers compensatie aanbieden. Wijzen de gedupeerde landen de compensatievoorstellen af, dan kunnen ze op korte termijn toestemming van de WTO krijgen voor sancties tegen de VS.