21 JUNI: Berlusconi waarschuwt dat speculanten klaarstaan om Italië aan te vallen.

15 JULI: De financiële markten raken Italië. Het parlement neemt noodgedwongen 48 miljard euro aan bezuinigingen aan, bovenop een bezuinigingspakket uit 2010.

5 AUGUSTUS: De regering kondigt nog strengere bezuinigingen aan.

8 AUGUSTUS: De Europese Centrale Bank begint Italiaanse en Spaanse staatsobligaties op te kopen, om de verkoopdruk te ontlasten.

14 SEPTEMBER: Het Italiaanse parlement neemt het tweede besparingspakket binnen 3 maanden aan. De btw gaat omhoog en er komt een belasting voor de rijken. De totale bezuinigingen tot het jaar 2014 belopen zo 60 miljard euro.

15 OKTOBER: Tienduizenden mensen betogen tegen Berlusconi’s bezuinigingen. Tientallen raken gewond bij rellen.

26 OKTOBER: Berlusconi belooft andere regeringsleiders in de EU nog meer maatregelen: Hij zal staatsbezit verkopen, de arbeidsmarkt hervormen en de pensioenleeftijd te verhogen.

1 NOVEMBER: De aandelenindex van Milaan zakt 6,8 procent, de sterkste daling sinds het begin van de financiële crisis in oktober 2008.

4 NOVEMBER: Bij een G20-top moet Italië instemmen met een vernederend toezicht door het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

8 NOVEMBER: Berlusconi’s coalitie slaagt er niet in een meerderheid te behalen bij een stemming in het parlement. Berlusconi bevestigt dat hij zal aftreden zodra het parlement de bezuinigingsmaatregelen aanneemt die de Europese Unie eist.

12 NOVEMBER: De Kamer van Afgevaardigden stemt in met een omvangrijk bezuinigingspakket. Eerder had de Senaat al ingestemd. Berlusconi dient na de stemming zijn ontslag in.