Kerk & religie

Mannenbond Geref. Gemeenten denkt na over geloofszekerheid

WOERDEN – „Zekerheid hoort bij het geloof.” Dat zei ds. J. J. van Eckeveld zaterdag in Woerden tijdens de Bondsdag van de Bond van Mannenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten. De predikant uit Zeist sprak over het thema: ”De zekerheid van het geloof”.

Van een medewerker
12 November 2011 18:02Gewijzigd op 14 November 2020 17:39
Ds. J. J. van Eckeveld tijdens de Bondsdag. Foto RD
Ds. J. J. van Eckeveld tijdens de Bondsdag. Foto RD

Hij zei dat de Reformatie de zekerheid van het geloof tegenover de Rooms-Katholieke Kerk altijd hooggehouden heeft. In de Rooms-Katholieke Kerk was men nooit verzekerd van zijn zaligheid. De heilszekerheid is, aldus ds. Van Eckeveld, nauw verbonden met de rechtvaardiging van de goddeloze. „Het heil ligt niet in wat wij ondervinden maar in Christus en in de vastheid van Gods beloften. Daaraan klemt het geloof zich vast. De gelovige komt in die weg tot de overtuiging van het vaderlijke Gods in Christus.”

De predikant noemde ook de Delftse Conferentie van 1613, waar de contraremonstranten stelden dat voor een waar geloof „een vast vertrouwen des harten” vereist is, waardoor de gelovigen zijn verzekerd van de zaligheid. Het zou strijden met de leer van de Schrift als die vereiste er niet zou zijn, meenden zij.

Ds. Van Eckeveld erkende dat er op dat punt accentverschillen waren tussen de Reformatie enerzijds en de Nadere Reformatie en het Engelse puritanisme anderzijds. De nadere reformatoren, die leefden in de zeventiende en achttiende eeuw, gingen er niet zomaar vanuit dat het geloof echt was, maar riepen de mensen op zich te onderzoeken of ze het ware geloof bezaten. Het had te maken met de reformatorische volkskerk, waarvan veel kerkleden meenden dat het wel goed zat met hen, terwijl ze in werkelijkheid geen gelovigen waren.

Daarmee was niet sprake van een afwijking maar van een verdere uitwerking van de Reformatie, aldus ds. Van Eckeveld. „Bij de Reformatie ging het meer om de objectieve zekerheid: hoe is de leer? Bij de Nadere Reformatie ging het meer om de subjectieve zekerheid: heb ik geloof? Bij de Reformatie speelde het didactische element een grote rol en bij de Nadere Reformatie trad het pastorale element meer op de voorgrond.”

Hij haalde de Engelse puritein John Owen aan die schreef: „Het reformatorisch geloof brengt zekerheid, maar ik heb bij de reformatoren niet gevonden dat elke ware gelovige elk ogenblik de ware zekerheid kent.” Ook Calvijn, zo zei hij, gaf aan dat het geloof onvolmaakt is en gemengd met twijfel en dat de gelovige dikwijls gekweld wordt door ongerustheid. De schrijver van diverse boeken over het geloof voegde eraan toe dat geloofstwijfel ook bij de gelovigen in de Bijbel voorkomt. „Twijfels en aanvechtingen of men zich niet vergist heeft, kunnen hevig zijn.”

Als verschilpunt tussen een waar geloof dat zwak is en een vals geloof dat sterk is noemde hij de gerichtheid op Christus. „Het ware geloof kan niet rusten buiten Christus. Dat geldt evenzeer voor het zwakke geloof. Het hunkert naar Hem. Als Hij eenmaal dierbaar geworden is, weten we ook hoe en waarom Hij dierbaar geworden is.”

Hoe komt iemand tot de zekerheid van het geloof? „God werkt uitwendig door Zijn Woord en inwendig door zijn Geest,” aldus de Zeister predikant. „De Heilige Geest brengt de vrijspraak van het Evangelie in het schuldverslagen hart. Daarop mag het geloof zich verlaten en verzekerd zijn van zijn aandeel in Christus. Wat aan Gods kant vastligt, mag dan geloofd worden.”

Hij zei, met een beroep op John Owen, dat het een proces is dat jaren kan duren. „De zekerheid wordt dikwijls pas na veel strijd verkregen. Mensen willen immers geen goddeloze zijn.” De predikant wees erop dat de bestendige zekerheid dikwijls ontbreekt bij Gods kinderen, doordat ze een slordige levenswandel hebben, verachteren in het geloof of niet genoeg gestorven zijn aan de werken van de wet.

De bijeenkomst werd geopend door de voorzitter ds. A.A. Brugge, die een meditatie hield over Psalm 45:3: „Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid.”

Tijdens de Bondsdag werd het eerste nummer van het blad van de Mannenbond, WoordWijzer, gepresenteerd. Het kleurrijke blad heeft een samenbindende functie en is ook bedoeld voor het geven van studiemateriaal en voor het trekken van nieuwe leden.


Meer weten over de mannenbondsdag van de Gereformeerde Gemeenten? Ga naar Digibron of lees de volgende artikelen.

1993: De mannenbond krijgt een officiële status en statuten (Reformatorisch Dagblad).

1993: Verslag over eerst officiële bondsdag (Daniël).

1993: Interview met dhr. J. J. Rietveld over nut en noodzaak van de mannenbond (Daniël).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer