Onderzoek ‘Libië’ baart NAVO zorgen
BRUSSEL – Sommige lidstaten van de NAVO zijn ongerust over het onderzoek dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) heeft aangekondigd naar mogelijke oorlogsmisdaden in Libië.
Volgens diplomaten bij het hoofdkantoor van de NAVO in Brussel, vrijdag, wordt een intern onderzoek overwogen naar alle incidenten waarbij bombardementen of andere acties van de NAVO tot burgerslachtoffers hebben geleid.
Het bondgenootschap stelt dat zijn operaties in Libië strikt in overeenstemming waren met de resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die „alle noodzakelijke maatregelen voor de bescherming van burgers en door burgers bevolkte gebieden die dreigen te worden aangevallen”, goedkeurde. NAVO-leiders hebben herhaaldelijk gewezen op de precisie waarmee de missie werd uitgevoerd, waarbij zij het geringe aantal burgerdoden aanvoerden als bewijs van haar succes.
ICC-aanklager Luis Moreno-Ocampo heeft de Veiligheidsraad eerder deze maand laten weten dat er „beschuldigingen van oorlogsmisdaden door de NAVO” zijn, die „onpartijdig en onafhankelijk” zullen worden onderzocht. Hij liet zich niet uit over de inhoud van de beschuldigingen en door wie die zijn geuit. Zijn bureau concentreert zich nu op misdaden begaan door het regime van Muammar Gaddafi en wacht op een verslag van een onderzoekscommissie van de VN in Libië alvorens te beslissen over een formeel onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden door de NAVO.
Het VN-rapport wordt in maart verwacht. Afhankelijk van de bevindingen kan Moreno-Ocampo besluiten van verder onderzoek af te zien of het strafhof toestemming vragen om een formeel onderzoek te beginnen. Hij kan ook genoegen nemen met stappen op nationaal niveau; het ICC komt alleen in actie als die achterwege blijven of onvoldoende zijn.
Bijna 120 landen hebben zich bij het strafhof aangesloten. Alle Europese lidstaten van de NAVO en Canada aanvaarden de rechtsmacht van het hof. Omdat de NAVO zelf het ICC-verdrag niet heeft ondertekend, zal het ICC waarschijnlijk met afzonderlijke lidstaten bespreken welke zaken behandeld moeten worden.
Vrijdag werd bekend dat Niger Saadi Gaddafi, een van de zonen van de gedode Libische dictator Muammar Gaddafi, om humanitaire redenen asiel verleent. Dat zei president Mahamadu Issufu vrijdag.
Issufu voegde eraan toe dat de voortvluchtige broer van Saadi Gaddafi, Saif al-Islam, niet in Niger is. „Ik zou moeten beraadslagen wat te doen als hij hier komt.”
De 38-jarige Saadi vluchtte in augustus naar Niger. De premier van Niger zei in september dat er „geen sprake van is” dat Saadi wordt uitgeleverd aan Libië, totdat hij verzekerd is van een eerlijk proces.