SPD verdeeld over kerk en staat
BERLIJN – De Duitse sociaaldemocraten in de SPD zijn verdeeld over de vraag welke rol de kerk in de staat moet spelen. Een werkgroep die pleit voor een seculiere staat, krijgt geen voet tussen de deur.
In Nederland staan de sociaaldemocraten vrij kritisch tegenover de kerk. De PvdA had zeker in de jaren zeventig van de vorige eeuw een uitgesproken onchristelijk karakter.
In Duitsland ligt dat wezenlijk anders. In de hele Duitse samenleving heeft de kerk een grotere plaats, bijvoorbeeld in ziekenhuizen, scholen en barmhartigheidswerk.
Zo hebben kerkleden ook in alle partijen een gewaardeerde plek. In vrijwel alle bestaat wel een ”Arbeitskreis” voor christenen. In CDU en CSU is dat onderverdeeld in werkgroepen voor protestanten en rooms-katholieken. Nu is het bestaan van aparte ”Arbeitskreise” geen bewijs voor de aandacht die partijen voor een onderwerp hebben. De SPD kent groepen voor de meeste uiteenlopende doelgroepen, zoals voor vrouwen en zelfstandige ondernemers, voor kinderen en zestigplussers, en zo ook voor homo’s en sportliefhebbers. Genoeg om iedereen tevreden te stellen.
Zo is er ook een werkgroep van christenen. In taal van goed linkse mensen is dat de kring voor „christinnen en christenen.”
Hoeveel werkgroepen er ook zijn, de beweging van de laïcisten wordt buitengesloten. Zij pleiten voor een radicale scheiding van kerk en staat.
Morgen belegt de groep zijn tweede jaarcongres. Maar het bestuur moet de ongeveer 150 leden die worden verwacht, vertellen dat het niet is gelukt om te worden toegelaten als officiële ”Arbeitskreis” van de SPD.
Reden: „De kerkelijke lobby via de werkgroep van christenen werkt ons tegen”, aldus woordvoerder Michael Bauer. Gevolg: de organisatie mag zich niet officieel uitgeven als werkgroep van de SPD, niet het vignet van de partij voeren, en krijgt ook geen ruimte in het partijbureau en op de SPD-internetpagina.
Christenen zijn heel machtig in de partij, meent Bauer. „Ze bezetten hoge posten. Daarnaast bekleden ze hoge ambten in zowel de protestantse als de katholieke kerk.”
Concreet verzetten de laïcisten zich tegen de inzet van de overheid op het gebied van religie. Dat er jaarlijks „honderden miljoenen” aan belastinggeld naar kerken gaat, is hun een doorn in het oog. „Waarom zouden de bisschoppen een dikke Mercedes moeten rijden en imams en rabbijnen niets krijgen?”
De beweging wil ook dat de overheid zich van andere taken vrijmaakt, zoals bijvoorbeeld het innen van de kerkbelasting. „Waarom zamelen we ook niet het lidmaatschapsgeld in voor het Rode Kruis? De kerk is evengoed een private organisatie.”
Grote ergernis roepen ook de kruisbeelden op die in veel Duitse rechtszalen hangen. „Dat is een christelijk symbool. Joden en moslims missen daar hun eigen symbolen. Beter zou het natuurlijk zijn dat er helemaal geen religieuze tekens hangen.”
Bauer ontkent niet dat het christendom een belangrijk fundament is van de westerse cultuur. „Maar daar hoort evenzeer de Griekse beschaving bij. Bovendien keerde de kerk zich altijd tegen zaken als democratie, tolerantie en mensenrechten.”
De organisatie wil ook af van het religieonderwijs op scholen. Probleem daarbij is echter dat dit is vastgelegd in de Duitse grondwet. Bauer: „Daarom zijn we ook voor wijziging van de grondwet.”
Binnen de werkgroep van „christinnen en christenen” in de SPD wil niemand reageren op het streven van de laïcisten binnen de partij. Wel wijst parlementslid Kerstin Griese op een artikel dat ze onlangs publiceerde in het blad Berliner Republik.
De kerken zijn een belangrijk onderdeel van het openbare leven, betoogt ze daarin. Er is een grondwettelijke scheiding van kerk en staat, maar niet zo sterk als in Frankrijk. „Toch is er nog altijd geen plicht om kruisen in rechtszalen en schoolgebouwen te hangen”, stelt Griese. Dat zijn allemaal lokale beslissingen.
Volgens Griese heeft de inzet van de kerk juist grote dingen mogelijk gemaakt, zoals „de opbouw van de verzorgingsstaat.”