Bemoedigen met levensschetsen van jonggestorven kinderen
Het zou, twintig jaar geleden, één deeltje worden: ”Jonge zangers”. Een boekje met verhalen over „het levenseinde en de verwachting” van jonggestorven kinderen. Het werden er meer. In het voorwoord van deel 4 staat: „Waarschijnlijk is dit het laatste deel.” Inmiddels verscheen het tiende deel, nu echt het laatste.
De auteur en samensteller van de tien deeltjes is Joh. Westerbeke, eigenaar van uitgeverij Middelburg en ouderling van de gereformeerde gemeente in Nederland in de Zeeuwse hoofdstad. Wat dreef hem, twintig jaar lang, de serie Jonge Zangers samen te stellen? „Ik voel me gedrongen om aan onze jongeren te vertellen hoe de Heere werkt, en dat het werk des Heeren doorgaat tot aan het laatste der dagen. Daarom vind ik het ook een voorrecht om catechisatieles te mogen geven. De Heere werkt ook onder kinderen en onder jonge mensen. Daar zijn kennelijke verhalen over te vertellen. En juist díé verhalen heb ik willen opschrijven, zodat ze bewaard zouden blijven voor ons en voor onze kinderen. Ik probeer de schat van het overjarig koren, opgetast voor de magere jaren, te bewaren en te ontsluiten.”
Westerbeke is geen somber man, zegt hij. „Maar je vraagt je soms wel af waar het werk des Heeren nog eens openbaar mag komen. Er is zo weinig onderscheidende kennis. Het ware wordt zo weinig van het schijnbare onderscheiden. Er is in onze reformatorische gezindte nog wel bestudeerde bevinding, maar dat is wat anders dan wat Gods Geest in een mensenziel werkt. Er is veel oppervlakkige godsdienst met een ruime verbondsbeschouwing. Aan de andere kant zie je ook veel wat nooit verder komt dan een dode klacht, afgestompt door het aanhoren van dezelfde termen.”
En toch niet somber?
„Nee, want de Heere is Dezelfde. Hij is de Onveranderlijke.”
Elke deel in de serie Jonge Zangers bevat enkele levensschetsen „van jongeren die op een jeugdige leeftijd werden weggenomen, maar die met gegronde verwachting, verlost van de zonde, nu voor eeuwig God mogen grootmaken.” Inmiddels zijn er ongeveer 20.000 boeken verkocht. Recent is in Canada het eerste deeltje vertaald in het Engels.
„Ik heb hier en daar wel eens gehoord dat iemand erdoor tot inkeer mocht komen. Dat greep me gewoon aan.”
Vanwaar de titel Jonge Zangers?
„Het gaat om kinderen in wie wat goeds voor de Heere gevonden werd. Zij zijn niet zonder troost heengegaan, want ze hadden het lied geleerd van Mozes en het Lam. Al was het misschien maar in beginsel. Dat betekent niet dat ze allen met een loflied op de lippen stierven. Voor sommigen werd het pas waar nadat ze hun laatste adem hadden uitgeblazen: „En ze zongen een nieuw lied.””
Wie zijn de lezers van deze serie?
Ik hoop dat het vooral jongeren zijn. Voor hen heb ik dit gedaan, opdat ze in het lezen nog eens bemoedigd zouden worden. Verschillende kerkenraden bestellen nu al voor de tiende keer deze boeken voor hun catechisanten. Op die manier komen de boeken precies daar waar ik ze graag wil hebben.”
Jongeren lezen niet zo veel boeken.
„Ik weet het. Door de moderne communicatiemiddelen, die zo verslavend werken, worden ze van het lezen afgetrokken. De beeldcultuur wordt hen van alle kanten opgedrongen en alles mobiliseert zich rond het beeldscherm. Dat kan niet anders dan afgodisch werken. Wie door de computer is gegrepen, pakt geen boek meer. Arme jeugd. In deze tijd werkt ook alles mee om tegen te werken. Maar wat door Woord en Geest het hart raakt, kan nooit door beelden worden vervangen. Daarom moeten we ervoor blijven zorgen dat er voor onze jongeren goede boeken beschikbaar blijven.”
Er wordt in de gezinnen ook vaak voorgelezen uit Jonge Zangers, zegt Westerbeke. „Ik hoop dat ouders blijven voorlezen, ook als hun kinderen zeventien of achttien jaar zijn. Jongeren denken wel eens dat ze daar te groot voor zijn geworden, of dat ze het allemaal niet meer interessant vinden, maar het is mijn ervaring dat ze echt wel meeluisteren, zeker als het gaat om de vraag of ze nog tot God kunnen worden bekeerd.”
Zijn deze bekeringsgeschiedenissen de maatstaf voor anderen?
„Je ziet bij jonggestorven kinderen vaak dat in korte tijd geleerd werd waar anderen soms jaren over doen. Dat kan dus de maatstaf niet zijn. Met sommige kinderen die te klein waren om het Woord van God ten volle te kunnen verstaan, handelt de Heere wel eens op een buitengewone wijze. De manier waarop de Heere Zijn genade uitwerkt, is het werk van de Heilige Geest. Dat hoeven wij Hem niet voor te schrijven. Maar als het gaat over het wezenlijke van de zaak, moeten we blijven zeggen dat die dingen wél geleerd moeten worden. Ik heb willen schrijven tot bemoediging, niet om jongeren moedeloos te maken doordat ze zouden denken dat het bij hen ook precies zo moet gaan als in deze boekjes beschreven wordt. De Heere is er vrij in hoe Hij de zondaar terechtbrengt. Jongeren hoeven niet te wanhopen aan de Heere.”
Er is geen zaligheid buiten de Heere Jezus, zegt Westerbeke. „Er wordt veel op aangedrongen om Jezus aan te nemen, maar deze dierbare Naam, Die voor het natuurlijke leven zo verborgen is, moet geopenbaard worden aan het hart.”
U hebt hoop voor jongeren?
„Zijn beloften liggen er tot in de late nageslachten. Zolang de zon en de maan, als de bewijzen van Gods trouw, aan de hemel staan, zo lang mag er hoop zijn.”
Westerbeke
Johan Westerbeke werd op 25 februari 1943 geboren in een gezin dat behoorde tot de gereformeerde gemeente te Westkapelle. In 1970 ging hij over tot de gereformeerde gemeente in Nederland te Middelburg, waar hij sinds 2007 ouderling is. In zijn dagelijks leven is Westerbeke als verkoper in dienst van een bedrijf van bouwstoffen. Inmiddels heeft hij bijna dertig boeken op zijn naam staan, meest bekeringsgeschiedenissen en boeken over de kleine kerkgeschiedenis.
In kerkbreed komt iedere week iemand aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: Joh. Westerbeke van uitgeverij Middelburg. Van zijn hand verscheen het tiende deel in de serie Jonge Zangers. Lees in ons dossier andere afleveringen van kerkbreed.