Ds. Schreuder: Vorming geweten begint bij de Bijbel
„We moeten meer aandacht besteden aan gewetensvorming bij jongeren.” Die opmerking hoort ds. A. Schreuder, predikant van de gereformeerde gemeente te Rijssen, al jaren. „Maar over de vraag wat gewetensvorming inhoudt, is geen eenduidigheid.” De predikant zette op een rij wat de Bijbel en de belijdenisgeschriften zeggen over het geweten.
Hij wil hooggespannen verwachtingen temperen. „Wie in mijn boek toespitsingen verwacht op actuele ontwikkelingen in de politiek of samenleving, is aan het verkeerde adres.” Ds. Schreuder weet zich geroepen om zich te richten op het hart van mensen. Daar moet volgens hem de gewetensvorming plaatsvinden. „Het is een kenmerk van genade om te vragen om een oprecht geweten.”
Al vele jaren interesseert de Rijssense predikant zich voor publicaties over het geweten. Ook Bijbelgedeelten die dat onderwerp behandelen, las hij met meer dan gemiddelde interesse. Toch moest hij moeite doen om tijd in te ruimen voor het schrijven van een boek. „Ik dien een grote gemeente. Het is niet altijd eenvoudig om je dan op studie te richten.”
Die verdieping in het onderwerp ”het geweten” is dringend nodig, ontdekte ds. Scheuder. Gaandeweg bemerkte de predikant dat er in kerkelijke kring veel gesproken wordt over het geweten en over gewetensvorming, maar dat er geen eenduidigheid bestaat over wat daarmee bedoeld wordt. „In de wereld om ons heen wordt nog wel gesproken over gewetensvol handelen, maar daarmee wordt meestal bedoeld dat je weloverwogen en integer te werk gaat.”
Ds. Schreuder zet in een aantal hoofdstukken op een rij hoe de Bijbel spreekt over de consciëntie. „De term ”geweten” wordt door Paulus geïntroduceerd. Het was een algemeen bekend begrip in de nieuwtestamentische tijd. In het Oude Testament komt het woord echter niet voor.” Dat betekent volgens de predikant niet dat er in de Bijbel vanaf het begin geen aandacht is voor het geweten. „Genesis 3 laat al zien hoe het geweten beschuldigt. De Psalmen spreken er vaak over, maar ook het leven van Saul laat bijvoorbeeld heel duidelijk zien hoe zijn geweten hem steeds aanklaagt.”
Ontdekkingen
Bij het onderzoeken van de geschiedenis van Jozef en zijn broers kwam ds. Schreuder tot ontdekkingen die hem verrasten. „Je ziet daarin duidelijk hoe er, als het geweten spreekt, een onweerstaanbare drang ontstaat om te uiten wat er in het hart leeft. Toen de broers Jozef verkochten, hadden ze geen wroeging. Maar als ze voor Jozef in Egypte staan, blijkt hun kwalijke handelen hun nog hekder voor de geest te staan.”
In het Nieuwe Testament valt het ds. Schreuder op hoe Paulus in 2 Korinthe 5 spreekt over de openbaring van Christus in het geweten. „Hij neemt zijn hoorders mee naar de oordeelsdag, waarop alle mensen voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen. Tegelijk laat hij zien dat de Heere een weg tot behoud laat verkondigen. Het geweten vormt dan als het ware de lakmoesproef voor de normering van het leven: is die gericht op de mens, of op God?”
Vandaag de dag beïnvloedt de tijdgeest in hoge mate de gewetensvorming, signaleert ds. Schreuder. „Het geweten functioneert alleen als we beseffen te leven voor Gods aangezicht. Die notie is in de breedte van de samenleving verdwenen. Daarom: het doen of laten van dingen „omdat de Heere het wil”, kan alleen als er een godsbesef is.”
In contacten met mensen en in de media merkt ds. Schreuder hoezeer het geweten in de maatschappij een speelbal is geworden van het gevoel. „Voor velen betekenen die woorden bijna hetzelfde. Het gevoel is normloos en aan de waan van de dag onderworpen. Antwoorden op levensvragen zoeken we speurend met iets dat ik in mijn boek een sociale radar noem: het aftasten van de standpunten bij anderen. Uiteindelijk komt de moderne mens echter zelf tot een beslissing. Die is dan bijna onbespreekbaar, omdat die persoon er een goed gevoel bij heeft.”
Daarentegen pleit ds. Scheuder ervoor om –ook in de richting van mensen die zich niets gelegen laten liggen aan God of gebod– aandacht te vragen voor de rekenschap die moet worden afgelegd aan God. „Doordring de ander ervan dat hij een schepsel is dat tegenover een Schepper staat. Dat appelleert aan het geweten. Het geweten wil ons daarin ook leren vragen naar God.”
Pastoraat
In het pastoraat krijgt de predikant regelmatig te maken met vragen rondom het geweten. „Die gaan over uiteenlopende dingen. Soms worstelt iemand met verborgen zonden. Een ander merkt dat woorden uit de preek hem aanklagen. Als dergelijke zaken appelleren aan het geweten ontstaat er echter ook ruimte voor vergeving. Ook bij moeilijke medische beslissingen speelt het geweten een grote rol.”
De predikant is blij wanneer hij merkt dat het geweten spreekt in mensenharten. „Dan is er sprake geweest van gewetensvorming, en gelukkig is die in veel gevallen genormeerd aan de Tien Geboden. Dat bewijst hoezeer de sleutel tot gewetensvorming ligt in de opvoeding. Een ontwikkeld geweten kan bewaren voor zonde. Maar ook als er wel sprake is van zonde vind ik het positief als ik merk dat het geweten spreekt.”
Ook onder catechisanten merkt ds. Schreuder een worsteling met het geweten. „Vooral in de groep die weet wat de Bijbel van hen vraagt, maar die zo graag de grens opzoekt. Ik probeer hen aan te spreken op hun geweten, omdat het sprekende geweten een roepstem is van de Heere om zich tot Hem te wenden.”
Tegelijk is het volgens ds. Schreuder opvallend hoe artikel 37 van de Nederlands Geloofsbelijdenis (over de alomtegenwoordigheid en alwetendheid van God) functioneert. „Jongeren die belijdenis doen en ouders die een kind laten dopen, leggen in de kerk een eed af voor God. Dat wordt niet altijd beseft. Ik zie het als een voorrecht als daar een indruk van wordt ervaren.”
Bezorgd
Kijkend naar de toekomst is ds. Schreuder bezorgd dat gewetens van mensen steeds minder gaan spreken. „Als het in de Bijbel gaat over het einde van de tijden zie je dat in de laatste dagen de zonde geen zonde meer mag heten. Het lijkt barmhartig om het als voorganger niet meer te hebben over de geestelijke doodsstaat van de mens en de noodzaak van bekering. Maar uiteindelijk kan dat ertoe leiden dat het geweten van de hoorders niet meer spreekt.”
Het grijpt de predikant „soms geweldig aan” geroepen te worden te preken tot mensen die van nature op de verkeerde weg zijn. „Ik ben niet bij machte hen te bekeren, maar heb wel de opdracht hun de weg der zaligheid te verkondigen. Daar gaat aan vooraf dat je als predikant aan mensen moet uitleggen dat ze geestelijk dood zijn. Maar gelukkig zegt de Heere: Doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven. En dat gebeurt als de Heere het geweten weer laat spreken.”
Ds. Schreuder schrijft boek over Bijbelse noties en functie van geweten
„Voor een goede gewetensvorming moet eerst de Bijbel aan het woord komen om ons te leren wat het geweten is”, schrijft ds. A. Schreuder in ”Naar eer en geweten. Een Bijbelse bezinning op wat het geweten is, hoe het functioneert en hoe het behoort te functioneren”.
Ds. Schreuder geeft in zijn boek achtereenvolgens een Bijbelse definitie van wat het geweten is en belicht de oorsprong ervan. Ook gaat hij in op de invloeden van de tijdgeest en beschrijft hij gewetensvorming in Bijbels licht.
De predikant ruimt een aantal hoofdstukken in voor Schriftstudie, met daarin voorbeelden hoe in zowel het Oude als het Nieuwe Testament het geweten aan de orde komt. Uitgebreid gaat hij in op de Bijbelgedeelten waarin Petrus en Paulus met apostolisch gezag het geweten en zijn werkingen op verschillende manieren belichten.
Onderwerpen als een goed geweten, een rein geweten, een onergerlijk geweten en een zwak geweten krijgen aandacht. Ook zoomt de predikant in op de vrijheid van het geweten en wat de gereformeerde belijdenissen zeggen over dit onderwerp.
Ds. Schreuder vraagt tevens aandacht voor gewetensvorming in opvoedingssituaties. „Een kind moet leren dat er in het leven onderscheid is tussen zaken die absolute gehoorzaamheid vragen zonder discussie en dingen die van mindere orde zijn. En dat er ook middelmatige dingen zijn waarover gesprek of discussie mogelijk is.”
De predikant onderscheidt vier lijnen: Gods gebod als absolute norm, ouderlijk gezag als bepalende norm, ouderlijk appel om te gehoorzamen en ouderlijk appel op de eigen verantwoordelijkheid.
Als voorbeeld van de eerste lijn noemt ds. Schreuder het in de praktijk brengen van de Tien Geboden. Als het gaat om een ouderlijk appel op de eigen verantwoordelijkheid vraagt hij echter ook ruimte voor het loslaten van kinderen op bepaalde momenten. „Het is nodig voor goede gewetensvorming dat opvoeders wijs met dit onderscheid in de opvoeding leren omgaan.”
”Naar eer en geweten. Een Bijbelse bezinning op wat het geweten is, hoe het functioneert en hoe het behoort te functioneren”; uitg. Den Hertog, Houten 2011; ISBN 978 90 331 2433 4; 153 blz.; € 14,90.
Ds. A. Schreuder
Ds. A. Schreuder (58) is sinds 2001 predikant van de gereformeerde gemeente van Rijssen-Zuid. Daarvoor diende hij vanaf 1996 de gemeente van Beekbergen.