Het huis is een klipper: een varend monument
Na hun verblijf in Afrika, als ontwikkelingswerkers, besloten ze het roer om te gooien. Carolus en Wilma Poldervaart zetten hun passie voor scheepvaart en zeilen om in het wonen aan boord van de ruim honderd jaar oude klipper Vrouwe Elisabeth.
Vogels fluiten, de zon schijnt. In het zacht kabbelende water van het havenkanaal van Ooltgensplaat dobbert een zwaan. Het is even zoeken naar het goede adres. Via een gezellige tuin voert een trapje naar beneden, naar de loopplank van de zwarte klipper Vrouwe Elisabeth.
In de roef snort de kachel, het grote stuurwiel neemt een prominente plaats in tussen de met groene stof beklede zitbankjes. „Hier is een stoofje om je voeten op te zetten, de bank is een beetje hoog”, zegt bewoonster Wilma. Ze komt uit de keuken, het trapje op met een blad met koffie en koek. In de wintermaanden is er extra woonruimte op het schip, dan staat er een stuurhut op het achterdek: ter bescherming tegen wind, kou en regen.
Sinds 1907 is deze klipper in de vaart. Eerst als binnenvaartschip en sinds 1981 als woning. In vroeger dagen stak de klipper met zijn lading twee keer per week de Zuiderzee over, om van Meppel naar Amsterdam te varen en weer terug. De eerste schipper nam iedere storm voor lief. Zijn bijnaam ”Jan Zeewater” doet vermoeden waarom hij zo moeilijk aan een schippersknecht kwam.
Ook tegenwoordig ligt de Vrouwe Elisabeth niet stil. Regelmatig gaat het 26 meter lange schip aan het werk. De vitale honderdjarige doet mee aan zeilwedstrijden en brengt de Poldervaarts overal waar ze willen. Of het nu om Terschelling, IJmuiden of de Zeeuwse wateren gaat. De zeilen worden gehesen, de motor gaat aan. Prachtig, de klipper met volle zeilen. Officieel is het schip een varend monument, nummer 102 in het Nationaal Register Varende Monumenten.
Tijdens zeiltochten helt het woonschip soms flink. „Voor mij hangt-ie wel eens té schuin hoor”, zegt Wilma. Af en toe moet de tafel met een touw worden vastgezet of vallen de stoelen om. „Kleine dingen zet ik vast met Buddies, en de boeken vallen zacht op de bank, dat is niet erg”, relativeert ze.
Poldervaart is een liefhebber van oude schepen. „Je moet wel liefde hebben voor zo’n schip, want het onderhoud is zeer tijdrovend.” De vrije zaterdag staat meestal in het teken van onderhoud. Schilderwerk en technische klusjes zijn van essentieel belang om het schip te behouden. Samen met drie andere eigenaren van historische schepen in het dorp vormen de Poldervaarts de Stichting Historische Schepen Ooltgensplaat. Broederlijk liggen de schepen achter elkaar in het havenkanaal.
Het wonen op een schip geeft nog elke dag een gevoel van vrijheid voor de familie Poldervaart. Wilma geniet ook van de tuin die ze buitendijks stukje bij beetje heeft ontgonnen. „Het gaat overigens echt om het varen, anders zouden we al het werk er niet voor over hebben”, vertelt Carolus. Hoewel ze na hun terugkomst uit Afrika nog even aan wal woonden, liet de wens om te wonen op het water hen niet meer los.
Een rondleiding voert langs het laadruim van het schip, waarin een complete woning is gerealiseerd. De raampjes in de keuken worden omlijst door vrolijke, blauwgeblokte gordijnen. Het achteronder, waar eertijds de schipper sliep, is omgetoverd tot gastenverblijf en bergzolder. De woonkamer met warm, donker hout op de vloer biedt uitzicht door de patrijspoorten. Na drie slaapkamers, een studeerkamer, een badkamer en de machinekamer is daar het voordek. Daar bevindt zich het technisch domein van Poldervaart. Stalen ankerkettingen hangen netjes aan een haak. Het ruikt er zoals het in een werkplaats hoort te ruiken; naar olie en gereedschap. „Hier sliep de schippersknecht.” Nu wekt op deze plek een 220 voltgenerator stroom op voor de accu’s die zorgen voor continue elektriciteit op het schip. Water voor koken en wassen wordt opgeslagen in tanks onder de woonkamer. Eenmaal per week worden ze bijgevuld.
Intussen is dochter Elisabeth met haar man binnengekomen. Moeder Wilma vertelt dat Elisabeth vanuit haar ouderlijk huis wilde trouwen terwijl ze al in IJmuiden woonde. Geen nood, haar ouders kwamen gewoon met huis en al naar IJmuiden varen.
Poldervaart wijst tussendoor op het belang van de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig, die zich inzet voor het behoud van deze schepen. Hij is redactielid van de periodieke uitgave Bokkepoot; vooral artikelen met een technische inhoud hebben zijn interesse.
De koffie is op, tijd voor een aantal klussen aan boord. En wie weet later op de dag nog een vaartochtje, bijvoorbeeld naar het Volkerak. Of toch nog even genieten van de najaarszon in de tuin, waar de vogels de boom met bessen ontdekt hebben.