Mantelzorger moet iets doen met schuldgevoelens
Mantelzorg is mooi en moeilijk, verrijkend en belastend. De ervaringen met het verlenen van hulp verschillen per persoon. Maar vrijwel iedereen kampt wel eens met schuldgevoelens.
Muisstil werd het toen een man tijdens een bijeenkomst voor mantelzorgers vertelde dat hij ondanks al zijn nood en verdriet op God mocht zien, zijn zorgen bij Hem kon neerleggen en moed putte. „Een ontroerend getuigenis”, herinnert Gerrie Ham-Willemsen uit Nijkerk zich.
Ham merkte de afgelopen jaren tijdens lezingen die ze verzorgde dat er veel zingevingsvragen bij christelijke mantelzorgers leven. De eerste Dag voor de Christelijke Mantelzorger, zaterdag in Rotterdam, komt dan ook niet uit de lucht vallen. „Mensen worstelen met specifieke kwesties die tijdens algemene bijeenkomsten niet aan bod komen. Christenen voelen zich schuldig tegenover God. Ze vragen zich af hoe ver de Bijbelse opdracht tot het liefhebben van de naaste strekt en of ze zich volledig moeten opofferen.”
Toen Corrie Vroon, beleidsmedewerker mantelzorg bij thuiszorgorganisatie Agathos, Ham vroeg mee te denken over de invulling van een dag voor de christelijke mantelzorger aarzelde laatstgenoemde geen moment. „Lotgenotencontact is van grote waarde. Als christen hoor je er voor de ander te zijn, onder andere binnen de familiekring en in de christelijke gemeente. De praktijk leert wel dat mantelzorg niet altijd op een verstandige manier gegeven wordt. Sowieso trekt het geven van hulp aan de naaste een zware wissel op mensen.”
Christenen worstelen dus met andere vragen dan niet-christenen?
„Mensen kunnen boos zijn op „het lot” dat hen treft, maar een christen zal eerder worstelen met Gods leiding in het leven. Ik kom mensen tegen die teleurgesteld zijn en zich afvragen waarom de Heere niet ingrijpt als ze bijna bezwijken onder het bieden van mantelzorg. Tegelijkertijd voelen velen zich schuldig over deze vaak onuitgesproken gedachten.”
Bijna bezwijken. Welke signalen duiden daarop?
„Vermoeidheid, prikkelbaarheid, zich moeilijk kunnen concentreren, gevoelens van somberheid en machteloosheid, het gevoel hebben altijd te moeten helpen en niet meer kunnen delegeren. Het lastige is dat deze signalen zich niet van de ene op de andere dag manifesteren, maar sluipend hun intrede doen. Ik vestig daarom tijdens lezingen altijd de aandacht op bewustwording. Mensen moeten zich regelmatig afvragen: Welke hulp geef ik, hoelang kan ik het op deze manier volhouden en hoe gezond voel ik me?”
Is het niet meer dan logisch dat een mantelzorger somber en moe is? Een geliefde is ernstig ziek.
„De omstandigheden zijn vaak verdrietig. Toch moet elke mantelzorger goed naar zichzelf kijken. Ik kom te vaak tegen dat mensen zich helemaal leeg geven en daardoor in psychische problemen komen.”
Staat een christen sterker dan anderen, omdat hij de weg van het gebed kent?
„Het gebed kan tot steun zijn, maar niet iedereen ervaart de nabijheid van de Heere in gelijke mate.”
Roept het aankloppen bij anderen en het aangeven van grenzen schuldgevoelens op?
„Dat kan. Een moeder voelt zich schuldig nadat ze een dochter heeft gevraagd haar wekelijks te ontlasten in de zorg voor haar schoonmoeder, omdat dit kind het al zo druk heeft. Terwijl die dochter zelf moet beslissen of ze ja zegt. Soms komen mensen in een vicieuze cirkel terecht. Ze voelen zich dan schuldig over elke verandering die ze voorstellen. Ik ontmoet regelmatig mantelzorgers die worstelen met de praktische invulling van het vijfde gebod.”
Op welke drie schuldgevoelens stuit u het meest?
„Schuldgevoelens over het besluit om een ouder of echtgenoot in het verpleeghuis te laten opnemen. Verder de opmerking „Ik zou meer moeten doen, maar het lukt me niet.” En: „Ik ben veel bij mijn moeder, maar doe daardoor wel mijn gezin tekort.”
Zijn schuldgevoelens onvermijdelijk?
„We leven vanwege de zonde in een gebroken werkelijkheid. Ieder mens voelt zich soms schuldig. Schuld is een gezonde, constructieve emotie als het aanspoort tot ander gedrag. Soms geeft het geweten terecht een signaal af om bijvoorbeeld iemand vaker te bezoeken. Ongezonde schuldgevoelens worden door angst geregeerd. In deze trant: Ik ga toch maar weer naar mijn ouders, want anders worden ze boos. Mensen die gevangenzitten in dergelijke emoties moeten hulp zoeken.”
Welke rol speelt de persoonlijkheid bij het ontstaan van schuldgevoelens?
„Een belangrijke rol. Vooral mensen die hoge eisen aan zichzelf stellen en zich voortdurend aan anderen aanpassen staan er open voor. Behalve de persoonlijkheid kunnen fricties in de ouder-kindrelatie funest zijn. Vanwege ervaren –niet uitgepraat– onrecht in het verleden wordt zorg een zakelijk gebeuren. De ontvanger voelt dat de hulp niet vanuit het hart wordt gegeven. Hoe moeilijk ook, je moet negatieve gevoelens uitspreken, anders zal de bom een keer barsten of ligt een burn-out op de loer.”
Moet je altijd iets doen met schuldgevoelens?
„Elk gevoel, ook blijdschap, is een signaal. Doe in elk geval iets met schuldgevoelens als ze je in het dagelijks leven belemmeren. Ik ontmoet mantelzorgers die vastzitten in een patroon en daar niet meer uit kunnen stappen om er van een afstand naar te kijken. Dit leidt vaak tot passieve agressie, waarbij mensen boos zijn op God, op de hulpontvanger en op de situatie. Sommigen menen dat er niets aan de problemen te doen is. Soms kunnen schuldgevoelens franje zijn. Het levert mensen wat op. „Ik voel me er gelukkig nog schuldig over”, zeggen ze dan.”
Mantelzorg is toch niet alleen kommer en kwel?
„Gelukkig niet. Ik ontmoet regelmatig mensen die aangeven mantelzorg zwaar te vinden, maar het geven van die zorg desondanks voor geen goud te willen missen. Ze zijn blij de ander bij te kunnen staan of eindelijk iets terug te kunnen doen voor hun ouders. De zorg verrijkt hun bestaan. Ze leren anders tegen het leven aan te kijken en zijn bijvoorbeeld materiële zaken minder belangrijk gaan vinden. En ze zijn dankbaar iets te mogen doen wat tot nut van de naaste is.”
Mantelzorger moet in balans te blijven
Mantelzorgers doen het nodige voor hun naaste en vergen vaak veel van zichzelf. De hulp kan op een goede manier gegeven en volgehouden worden als de zorgverlener regelmatig in de spiegel kijkt. Het boek ”Zorgen voor anderen”, dat zaterdag tijdens de eerste Dag voor de Christelijke Mantelzorger wordt gepresenteerd, wil die zelfreflectie richting geven. Niet voor niets luidt de ondertitel van het boek ”Hoe mantelzorgers in balans blijven”. Gerrie Ham-Willemsen, samensteller van de bundel artikelen, omschrijft dit als volgt: „Hoe laat je tijdens jouw zorgen de ander in zijn waarde en neem je je eigen gevoelens serieus?”
„Vrijwilligerswerk kies je, mantelzorg overkomt je. Omdat je een emotionele band hebt metdegene die zorg nodig heeft”, aldus Ruth Seldenrijk in de inleiding. De zorg kan intensief zijn. Volgens de NPV-directeur voelen circa 450.000 mantelzorgers zich zwaar belast of zelfs overbelast. Het is goed dat aan het eind van elk hoofdstuk zowel ”kansen” als ”valkuilen” aan bod komen en dat lezers niet zonder ”adviezen” en richtinggevende ”vragen” achterblijven. De puntsgewijze opzet van deze items stimuleert om het boek meer dan eens ter hand te nemen.
De uitgave is onderverdeeld in drie hoofdthema’s: een liefdesmantel, een passende mantel en een onverslijtbare mantel. Daarin komen respectievelijk aan bod mantelzorg in het algemeen, mantelzorgers van een specifieke groep zoals psychisch zieken of dementerenden en het omgaan met onder meer schuldgevoelens, conflicten, familie en professionals. Alle dertien auteurs beginnen hun hoofdstuk met een praktijkvoorbeeld, waaraan ze bij de uitwerking van het onderwerp refereren. Mantelzorgers zullen daarin veel van hun eigen situatie herkennen.
Lezers ontvangen niet alleen een schouderklopje voor het mooie werk dat ze belangeloos doen, maar worden ook kritisch bevraagd. Over hun omgang met conflicten bijvoorbeeld. Het verdriet dat het lijden van de zorgvrager teweegbrengt, wordt niet onder stoelen of banken gestoken. Dat maakt ”Zorgen voor anderen” een evenwichtig boek. De theorie klinkt mooi, aldus Judith Gerkema-Mudde, maar „de werkelijkheid is vaak weerbarstig.” Behalve moeilijke aspecten belicht de uitgave ook mooie elementen. Naastenhulp is verrijkend en leerzaam en biedt de mogelijkheid een getuige te zijn van Gods grote Naam, stelt Marianne Sollie. Indrukwekkend is de bijdrage van ds. C. J. Droger, waarin hij verhaalt van de mantelzorg voor zijn gehandicapte dochter. In het slothoofdstuk over het voorkomen van burn-out bij de mantelzorger waarschuwt Cees Roest: „Lichaamssignalen herkennen is één, ernaar luisteren is twee.”
Het siert de schrijvers dat ze hoogdravend taalgebruik achterwege laten en het boek daardoor behapbaar maken voor iedere mantelzorger.
”Zorgen voor anderen”; Gerrie Ham-Willemsen (samenst.); uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2011; ISBN 978 90 239 2029 8; 155 blz.; € 14,90.
Dag voor christelijke mantelzorger
In het hele land worden vandaag, de Dag van de Mantelzorg, mensen die onbetaalde zorg geven aan een zieke, gehandicapte of hulpbehoevende naaste in het zonnetje gezet. Zaterdag vindt de eerste Dag voor de Christelijke Mantelzorger plaats in de Oranjehof in Rotterdam. De dag is een initiatief van Agathos Thuiszorg, Curadomi stichting voor thuiszorg en Zorggroep Rijnmond. Het thema luidt ”Zorgen voor anderen”, naar het gelijknamige boek dat op deze dag wordt gepresenteerd. Het programma bestaat uit onder andere lezingen, workshops, muziek en een informatiemarkt. Daarnaast is er gelegenheid om ervaringen met andere mantelzorgers uit te wisselen.