Defensie kreeg 138 claims over PX-10
DEN HAAG (ANP) – Het ministerie van Defensie heeft 138 claims van (oud-)medewerkers ontvangen die zeggen dat ze ziek zijn geworden van werken met het schoonmaakmiddel PX-10. Vier daarvan zijn tot dusver toegewezen.
De klachten over kanker- en huidaandoeningen die er nog liggen, worden volgens de tot nu toe geldende criteria bekeken. Nieuwe claims worden op grond van nieuw onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) echter niet meer gehonoreerd, aldus Defensie. Uit de donderdag gepubliceerde studie blijkt dat het vrijwel is uitgesloten dat defensiemedewerkers kanker hebben gekregen door te werken met PX-10.
Dat is een onderhoudsmiddel dat tussen 1950 en 1995 waarschijnlijk bij alle onderdelen van de krijgsmacht is gebruikt om wapens, zoals torpedo’s, schoon te maken. PX-10 bevatte vooral terpentine, waarin ook het oplosmiddel benzeen zat. In de jaren ’80 van de vorige eeuw werd steeds duidelijker dat benzeen kankerverwekkend (in bloed en beenmerg) is. Tot 1970 bevatte PX-10 lage concentraties benzeen; daarna daalde de concentratie sterk.
Nadat Defensie in 2008 aansprakelijk was gesteld voor gezondheidsschade door werkzaamheden met het middel, voerde het ministerie een intern onderzoek uit. Daarna gaf het departement opdracht aan het RIVM om de blootstelling en gezondheidseffecten van het werken met PX-10 te onderzoeken.
Het RIVM bestudeerde de literatuur, deed verdampingsproeven en sprak onder anderen met 23 (oud-)defensiemedewerkers, aldus projectleider Dieneke Schram. De onderzoekers achten het onwaarschijnlijk dat zich onder defensiepersoneel daadwerkelijk extra gevallen van acute myeloïde leukemie hebben voorgedaan door PX-10.