Noch dood...
Romeinen 8:38
Ik ben verzekerd dat noch dood, noch leven… ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods…
Tot vertroosting der zwakken vermeldt de apostel verschillende bijzondere dingen, die ’t allermeest Gods kinderen zouden kunnen scheiden van de liefde Gods. Daarvan stelt hij vier bijzondere tweetallen voor (in deze tekst). Vervolgens geeft hij (alsof er nog iets vergeten zou zijn!) een algemene samenvatting, dat zoiets geen enkel schepsel doen zal. We zullen over alles iets zeggen.
Het eerste paar dat hij voorstelt, is ”dood en leven”: „Noch dood, noch leven zal ons scheiden”, zegt hij. Dit is zeer vertroostend. Want wat „de dood” betreft: menig kind van God dat over zijn zaligheid zeer bekommerd is, denkt soms wel: „Want ofschoon ik nu heel mijn leven lang er goede zorg voor draag en er wel op let om in de liefde Gods te kunnen blijven, toch ben ik bevreesd dat ik in het uur van nood en van grote benauwdheid, wanneer ik allerzwakst zal zijn en zonder te spreken neerlig, mijn nood en plagen niet zal kunnen klagen. Ook dat er bepaalde dodelijke en verstikkende benauwdheden, grote bekommeringen en kwellingen voortkomen uit de verschrikkingen des doods, die mij zo fel en ongenadig zullen aanvallen en mij zo hard verdrukken, dat ik in de geestelijke strijd zal bezwijken en geheel en al verliezen, wat ik gearbeid heb.”
Hiertegenover stelt de apostel deze troost: „Neen!” zegt hij, „de dood zal u niet scheiden van de liefde Gods.”
Willem Teellinck, predikant te Middelburg
(”De standvastige christen”, 1620)