Opinie

Eigen gelijk

Of ze me iets mogen vragen. Natuurlijk, altijd. Ze zitten met een probleem. Voor me staat een jong stel dat erover heeft nagedacht of ze zich later met ”jij” of met ”u” zullen laten aanspreken door hun kroost. Ze komen er niet uit. Wat vind ik ervan?

Drs. Sarina Brons-van der Wekken
9 November 2011 09:06Gewijzigd op 14 November 2020 17:34

Het is me niet elke dag gegund om een salomonsoordeel te vellen. Gelukkig is het antwoord niet zo moeilijk: Jullie moeten het er samen over eens zijn. Maar dat is nu juist het probleem, ze zijn het oneens. Ze staan te popelen om hun standpunt uit te leggen. Zij is opgevoed in een streek waarvan het dialect geen woord voor ”u” kent. Tegen ouders was het altijd ”joe”. Net zoals overigens in het Engels het geval is. Voor haar gevoel schept de beleefdheidsvorm onnodig afstand tot hun eigen kindje, al is het nog niet geboren. Het is toch geen vreemde voor hen!

Al snel haakt hij in. ’t Heeft niets te maken met al of niet nabij zijn, maar wel met gezagsverhoudingen. Je ouders zijn je vriendjes niet! In het taalgebruik moet tot uitdrukking komen dat er gewoon zoiets als hiërarchie is. Zodat kinderen onmiddellijk bedenken wie ze voor zich hebben als ze hun ouders aanspreken. Ook hij raakt vol vuur. Waarop zij weer reageert dat het echt niet in het woordje ”u” zit of er ontzag is voor ouders. Zij weet wel beter. Bij haar thuis staat het vijfde gebod hoog en ouders worden beslist geëerd en gehoorzaamd. Misschien wel meer dan bij menig ouder die zich laat aanspreken met ”u”, maar ondertussen met zich laat sollen.

Het wordt me duidelijk dat dit stel hier al breed over gediscussieerd heeft. De argumenten zijn bekend. Alleen komen ze niet tot overeenstemming. Ze houden zichtbaar van elkaar, dat is het punt niet. Maar straks moet er wel gekozen worden. Beiden zijn erg overtuigd van hun eigen gelijk. Misschien is het probleem wel dat ze er zo veel van vínden. Terwijl de sleutel wel eens kan liggen in het feit dat beide opties gewoon mogelijk zijn.

Tegenwoordig valt me vaker op dat mensen zo veel van elkaar kunnen vínden. Zelfs als het gaat over zaken waarvoor God niet rechtstreeks aanwijzingen geeft. Dit zijn de zaken waarin we gedeeltelijk de vrijheid hebben om zelf een keuze te maken en er dus niet per se één goede mogelijkheid is. En toch kom je dan de diepe overtuiging tegen dat maar één kijk op de zaak de enige ware is. En erger: we veroordelen degenen die anders kiezen.

Paulus wijst ons de weg van ons eigen geweten. Ieder moet in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd zijn. In plaats van gemoed mag je hier ook lezen: verstand. Bij het kiezen is ons verstand volop betrokken. Dit betekent dat we zorgvuldig nagaan wat God van ons vraagt in een concrete situatie en op een rijtje zetten wat de voor- en de nadelen zijn. Om dan biddend een beslissing te nemen. Misschien had het andere ook gekund, maar wij geloven dat dit voor ons het beste is.

Ik denk mee met het stel dat op antwoord wacht. Met dat rijtje voor- en nadelen waaraan ik uit ervaring wat kan toevoegen. Mijn man en ik kwamen beiden uit een streek waarin het alleen ”jie” of ”joe” was voor ouders. Deze omgangsvormen hebben we voortgezet in ons gezin –ook al uit respect voor onze ouders– al is het dialect intussen verdwenen. Waar het om gaat, is dat er gezag moet zijn. Dát is een directe aanwijzing vanuit de Tien Geboden. Ouders zijn geen vriendjes. Wij moeten gehoorzaamd worden. Dat zit niet noodzakelijkerwijs in de aanspreekvorm, al kan de aanspreekvorm zeker ondersteunend werken.

Hoe te kiezen? Nog een Bijbelse aanwijzing is dat de een de ander uitnemender acht dan zichzelf. Als jouw gelijk niet voorop staat, dan ben je bereid je in de ander te verdiepen. Dan sta je open voor de ander die vanuit dezelfde gehoorzaamheid aan de Schrift misschien tot een andere keuze komt in de praktische uitwerking. Als de een de ander uitnemender acht dan zichzelf, kunnen geschillen opgelost worden.

Hoewel? Een nieuw keuzeprobleem doemt op. „Sarina, hoe nu verder?” Ze vinden nu beiden dat zowel ”u” als ”jij” kan. En wat kies je dan?

De auteur is psychologe en moeder van een zoon van 13 jaar en twee dochters van 18 en van 19. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer