Vorstelijke gasten ronden bezoek aan Antillen af
Met een bezoek aan Saba hebben koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima hun tiendaagse reis naar de voormalige Nederlandse Antillen afgesloten. Gisteren vlogen ze vanaf Sint Maarten terug naar Nederland.
Saba is met zijn 13 vierkante kilometer en 1400 bewoners het kleinste van de zes eilanden in het Caraïbisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden. In zeven uur tijd werkte het koninklijk gezelschap er tien programmaonderdelen af.
Ook op de laatste dag van haar rondreis maakte de 73-jarige vorstin –sinds vrijdag de oudste monarch uit de Nederlandse geschiedenis– de indruk onvermoeibaar te zijn. De gasten doorkruisten Saba via de enige weg, The Road: van vliegveld tot haven en weer terug. Ze bezochten de nieuwe technische school, een activiteitencentrum voor jongeren, een cultureel centrum, het bejaardentehuis en het aangrenzende ziekenhuis, en de Saba University School of Medicine.
De gasten bezochten ook het nieuwe Cruyff Court. In 2006 opende voormalig profvoetballer Johan Cruijff in aanwezigheid van koningin Beatrix op vier van de zes eilanden zo’n sportterrein. Op de rots Saba was het moeilijk een geschikte plek te vinden.
De koningin had bijzondere belangstelling voor de uitbreiding van de haven. Daar was ze in 1999 op werkbezoek na de verwoestingen van de orkaan Lenny en opnieuw tijdens haar reis langs de Antillen in 2006. Saba heeft meer havencapaciteit nodig en de laatste jaren zijn met financiële steun van Den Haag flinke vorderingen gemaakt. Tijdens Beatrix’ allereerste bezoek, in 1958, was er alleen een aanlegsteiger.
De Eilandsraad kreeg tijdens de lunch de kans het koninklijk gezelschap en minister Donner te vertellen over de gevolgen van de nieuwe staatkundige verhoudingen. Die pakken voor het eilandje niet altijd goed uit. Dat is een klacht die de koningin ook te horen kreeg op Bonaire en Sint Eustatius. De drie eilanden zijn sinds oktober vorig jaar een bijzondere Nederlandse gemeente. Het leven is er veel duurder geworden door het inruilen van de Antilliaanse gulden voor de Amerikaanse dollar.
Honderden bewoners –een kwart van hen heet Johnson of Hassell– kwamen naar het piepkleine vliegveld om afscheid te nemen. „Please, come back to Saba”, zong een koor met overslaande stem. De koningin raakte zelf ook aangedaan toen ”Oh, island in the sun” werd ingezet. Ze stelde haar vertrek uit tot het einde van het lied. Ze bleef na het instappen uitbundig zwaaien.
„De koningin houdt van al haar kinderen”, aldus de woordvoerder van het eilandbestuur. „Ze heeft ze allemaal even lief, maar Saba heeft een speciale plek.”
Op Saba moeten vliegtuigen voor zonsondergang vertrekken via de nauwelijks 400 meter lange start- en landingsbaan. Op Sint Maarten volgde zaterdagavond een receptie. Na een gesprek met de meegereisde pers vloog het koninklijk gezelschap gisteren via Curaçao terug naar Nederland.
Sint Eustatius
Vrijdag waren de koningin en het kroonprinselijk paar op het 3600 inwoners tellende Sint Eustatius. De koningin opende de eerste sporthal van Statia, zoals het eiland door de eigen bevolking wordt genoemd. Ze overhandigde aan een tafeltennisser, een volleyballer en een basketballer een speelbal, zodat de hal onder luid gejuich van de 500 toeschouwers meteen in gebruik kon worden genomen.
Het openingsprogramma liep uit. „Maar het was de moeite waard”, aldus Beatrix, die zich bij de volgende halteplaats –een dagopvangcentrum voor ouderen– verontschuldigde voor de verlate aankomst. „Wij zijn heel blij dat u hier bent”, zongen de bejaarden.
Ook op Sint Eustatius klonken klachten. De kosten van het levensonderhoud zijn hoog, doordat vrijwel alle levensmiddelen vanuit Sint Maarten moeten worden geïmporteerd. Er is onvrede over de bemoeienis van uit Nederland overgevlogen ambtenaren. Die geven de Statianen het gevoel de zeggenschap over hun eiland kwijt te zijn. Blanke Nederlanders zeggen dat ze op straat worden uitgescholden. „Dat gebeurde voorheen nooit.”
Statianen die de koningin een petitie wilden aanbieden, waren gewaarschuwd dat niet te doen.
Op Sint Eustatius heerst verdeeldheid over de komst en de locatie van een tweede olieterminal voor het Amerikaanse NuStar. Het eilandbestuur is voor, maar bij een deel van de bevolking heerst angst voor ongelukken en voor nadelige invloed op het toerisme.
Voor de bouw moeten een historische plantagebegraafplaats en een cultuurhistorisch belangrijk gebied wijken. Daarom wil de Monumentenstichting dat NuStar de bestaande faciliteit uitbreidt in plaats van een tweede te openen.