RD-leespanel bespreekt ”HhhH” van Laurent Binet
Op 27 mei 1942 wordt in Praag een aanslag gepleegd op nazitopman Heydrich, uitvinder en uitvoerder van de Jodenvernietiging. Arjan Boersma, Gerard Ros en Rianne Wisse-Roest in gesprek over ”HhhH” van de Franse schrijver Laurent Binet.
De letters ”HhhH” staan voor ”Himmlers hersens heten Heydrich”. Ergens in het boek verklaart Binet dat hijzelf liever de titel ”Operatie Anthropoid” had gekozen: „Als dat niet de titel is die ooit op de kaft komt te staan, dan weet u dat ik heb toegegeven aan de uitgever die er niet aan wilde: te veel SF, te veel Robert Ludlum kennelijk.”
Wat vinden jullie van de uiteindelijke titel?
Arjan: „Het suggereert dat dit boek over Himmler gaat, maar dat is bepaald niet het geval. Het zet je een beetje op het verkeerde been. We weten trouwens niet of de opmerking van Binet hierover echt waar is. Het gaat immers om een roman.”
Rianne: „Himmler komt nauwelijks aan de orde. Blijkbaar wil de uitgever hiermee de aandacht trekken. De titel maakt inderdaad nieuwsgierig. Toen ik de grote posters in bushokjes en op stations zag hangen met die vier letters op de omslag dacht ik: Wat zou dat voor boek zijn? ’t Is eens weer wat anders.”
Gerard: „De titel is vooral uit pr-oogpunt geslaagd. Het roept de vraag op waar dit boek over gaat. Maar overigens zegt het inderdaad weinig over de inhoud.”
De auteur zegt dat hij zich strikt aan de historische feiten wil houden. Is dit nu een roman of een geschiedenisboek?
Rianne: „Binet vertelt niet alleen historische gebeurtenissen, maar verweeft ook persoonlijke elementen in het verhaal. De zus van zijn vriendin trouwt bijvoorbeeld precies op de datum van de aanslag op Heydrich. Dat intrigeert hem heel sterk, terwijl zijn vriendin hem uiteindelijk in de steek laat omdat ze vindt dat hij te veel met dat verhaal bezig is.”
Arjan: „Hij is erdoor geobsedeerd, het boek is zijn persoonlijke zoektocht naar het ware verhaal van de aanslag. Binet heeft in Praag gewoond, dat verklaart wellicht zijn betrokkenheid bij deze geschiedenis.”
Gerard: „Binets belangrijkste doel lijkt een eerlijke reconstructie van de aanslag op Heydrich. Het staat daardoor voor mijn gevoel dichter bij een geschiedenisboek dan bij een roman. Maar het is wel een nieuwe manier van geschiedschrijving, waarbij de wordingsgeschiedenis van het boek deel uitmaakt van het boek. Hij laat zien dat eerlijke en objectieve geschiedschrijving erg lastig is en misschien wel onmogelijk.”
Arjan: „Het is wel knap dat Binet dicht bij de feiten blijft en toch weet te boeien. Kennelijk heeft hij geen verzinsels nodig om het verhaal aantrekkelijker te maken. Het boek heeft een razend spannende plot.”
Rianne: „Het is ook niet goed om de oorlog te verromantiseren. Juist nu er nog maar weinig mensen leven die er uit eigen ervaring over kunnen vertellen, is van groot belang welk beeld van de oorlog in literatuur wordt geschetst en doorgegeven.”
Gerard: „Deze geschiedenis is te gruwelijk om in romanvorm of als romantisch verhaal te beschrijven. Binet weet de lezer wel heel goed in het verhaal te trekken. Hij doseert zijn informatie, stelt ontknopingen uit en geeft tussendoor allerlei interessante details. Hij neemt de lezer mee in zijn onweerstaanbare drang om achter de werkelijkheid van het verhaal te komen.”
Arjan: „Binet vat bestaande figuren en gebeurtenissen in een roman. Dat is het fascinerende aan dit boek.”
Rianne: „Misschien is het wel een nieuw genre. Ik werd er wel door aan het denken gezet.”
Wat wil Binet met het vertellen van deze geschiedenis bereiken? Is het een eerbetoon aan de plegers van de aanslag?
Rianne: „Dat beweert de auteur zelf wel ergens. Hij moet niets hebben van mensen die laf zijn en in de oorlog probeerden hun hachje te redden door zich te schikken naar de vijand.”
Arjan: „Binet beschouwt de parachutisten die de aanslag pleegden als nationale verzetshelden. Toch blijkt uit het verhaal ook heel duidelijk dat de aanslag aan heel veel onschuldige mensen het leven heeft gekost. In zekere zin waren de parachutisten daar mede verantwoordelijk voor. Dat voelden ze zelf ook zo. Binet betwijfelt of de operatie nut heeft gehad.”
Heeft de aanslag de loop van de geschiedenis veranderd?
Gerard: „Binet beschrijft deze historische gebeurtenis vanuit menselijk perspectief. De realiteit is dat ons leven in sterke mate wordt bepaald door details en schijnbaar onbenullige dingen. Als Heydrich als marineofficier niet met een meisje had gerommeld, als de stengun van Gabcik niet had geweigerd toen hij Heydrich wilde neerschieten, dan had de geschiedenis er heel anders uit gezien.”
Arjan: „Ik geloof er niets van. De vernietiging van de Joden ging na de dood van Heydrich onverminderd door. De ramp was al voltrokken, schrijft Binet. De aanslag was puur een kwestie van wraak en heeft niets aan de situatie veranderd.”
Rianne: „Als Heydrich was blijven leven had hij nóg meer vreselijke dingen kunnen aanrichten. Kom je niet in verzet, dan weet je zeker dat het misgaat. Maar de parachutisten voelden zich wel schuldig over hun daad, dat klopt. Ze zagen zelf de zin er uiteindelijk niet van in en hadden blijkbaar ook niet het gevoel dat ze de loop van de geschiedenis hadden veranderd.”
Binet bekommert zich buitengewoon sterk om de juistheid van details, zoals de kleur van de auto waarin Heydrich reed. Heeft dat een functie in het verhaal?
Rianne: „Ik denk dat de schrijver een beetje een muggenzifter is.”
Zou dat het enige zijn?
Rianne: „Hij is gewoon heel precies, hij wil dat alles klopt. En kleine dingen kunnen soms grote gevolgen hebben. De parachutisten werden uiteindelijk verraden door een kledingstuk dat in de kerk op de grond lag.”
Gerard: „Volgens mij gaat het in dit boek niet alleen om de geschiedenis zelf, maar ook om de vraag hoe je iets uit het verleden goed en eerlijk kunt beschrijven. Details kunnen van groot belang zijn.”
„De geschiedenis is het enige noodlot”, schrijft Binet. Dat klinkt nogal fatalistisch.
Gerard: „Constructies die de geschiedenis als een dwingende reeks van oorzaken en gevolgen beschrijven, doen geen recht aan de complexiteit van de werkelijkheid. Daarin zijn details en schijnbaar onlogische verbanden vaak belangrijker dan gewone geschiedenisboeken beschrijven.”
Arjan: „Eigenlijk heeft Binet een treurige kijk op de geschiedenis. Het is gegaan zoals het is gegaan. Daar zit een sterke noodlotsgedachte achter.”
Rianne: „Binet begint met de afloop van het drama. Toch heb je als lezer steeds het gevoel dat het verhaal nog alle kanten op kan. Dat is ook het spanningsveld waarin de schrijver verkeert. De historische feiten liggen vast, maar hij probeert het verhaal te schrijven alsof de toekomst nog openligt.”
Gerard: „Eerlijke geschiedschrijving roept ook de vraag op hoe God in de geschiedenis werkt. Binet gaat op die thematiek echter niet in, dit is kennelijk een blinde vlek bij hem. We moeten er trouwens wel voor waken het ontbrekende in de geschiedenis met onze fantasie in te vullen of het onverklaarbare automatisch toe te schrijven aan Gods ingrijpen.”
Rianne: „Binet verdiept zich wel in de vraag hoe het gekomen is dat Heydrich zo’n beest is geworden. Ooit was hij een vrij normale jongen en dan gaat het toch ergens mis.”
Arjan: „Wilde hij niet gewoon carrière maken en is hij op het verkeerde moment in het verkeerde land geboren?”
Rianne: „Hij maakte wel carrière over lijken. Heydrich wist precies wat er in Duitsland gaande was, hij speelde er een zeer actieve rol in.”
Arjan: „Als je in zo’n foute omgeving werkt, ga je dan niet vanzelf mee?”
Rianne: „Omstandigheden kunnen inderdaad het slechtste in mensen bovenhalen, dat is het enge. Maar mensen blijven altijd verantwoordelijk voor wat ze doen.”
De schrijver heeft het zichzelf lastig gemaakt door zich alleen aan de feiten te willen houden. Hij dwingt zich daarmee in een keurslijf.
Arjan: „Je merkt dat hij het verhaal graag een andere wending had geven. Een enkele keer laat hij zijn fantasie de loop en stelt hij zich voor hoe het na de oorlog zou zijn geweest als dit of dat niet was gebeurd. Maar hij wil niet anders dan de feiten zo precies mogelijk weergeven.”
Rianne: „Binet vindt dat als je iets niet weet je daar niets over moet zeggen en ook geen details moet gaan invullen. Want wat is klein en onbelangrijk en wat niet?”
Gerard: „De schrijver laat zien dat je bij het schrijven van geschiedenis nooit je eigen wensen, achtergrond en blinde vlekken uit het verhaal kunt houden. Hoe goed je je ook inleeft in de gebeurtenissen, ze zullen het verhaal altijd meekleuren. Maar juist door nadruk te leggen op de twijfel of bepaalde feiten echt waar zijn, slaagt Binet erin om de geschiedenis van de aanslag op Heydrich zo eerlijk mogelijk te beschrijven.”