Afscheiding blind voor zending
OMMEN – De afgescheidenen hadden volgens de naar Amerika geëmigreerde ds. A. C. van Raalte een opwekking nodig zoals die in 1866 in Holland (Michigan) plaatsvond. De manier om zo’n opwekking te bewerkstelligen, was naar zijn oordeel het bedrijven van zending, maar afgescheidenen deden daar weinig aan.
Prof. dr. George Harinck (Vrije Universiteit Amsterdam) belichtte vrijdag tijdens een congres over Van Raalte in Ommen de enige reis die Van Raalte naar Nederland maakte nadat hij in 1846 zijn vaderland verliet om in het Amerikaanse Michigan de kolonie Holland te stichten. Die reis vond plaats in 1866. „Van Raalte was ervan overtuigd dat indien de afgescheidenen een opwekking zouden beleven zoals die in Amerika of Engeland had plaatsgevonden, hun kerk dubbel zo nuttig zou zijn.”
De hardwerkende pionier vond Nederlanders passief. Hij herkende deze trek ook bij de afgescheidenen. „Het ontbrak hun aan ambitie. Hij wees op het feit dat vele hervormden bezorgd waren over de veldwinnende moderne theologie en verlangden naar een gemeenschap die hen voeden kon in de vertrouwde waarheid. De afgescheiden kerk kon die veilige haven zijn, indien ze maar wakker werd. De afgescheidenen trokken zich echter terug in hun eigen veilige en vertrouwde gemeenschap. Hij vroeg zich af: waar is de verzaking van de wereld, waar de zelfopoffering die het hart verheugt, die de gemeente inspireert?”
Dr. Jacob Nyenhuis van het A. C. van Raalte Instituut in Holland, gelieerd aan de onderwijsinstelling Hope College, zette uiteen hoe zijn instituut steeds meer werkt aan een internationale verbreding. Door wetenschappers vanuit de hele wereld aan te trekken, verkrijgt het nieuwe inzichten in de geschiedenis van Holland en zijn stichter.
Dr. Hans Krabbendam (Roosevelt Study Center, Middelburg) kwalificeerde Van Raalte als sociaal hervormer vanwege zijn inspanningen om het armoedeprobleem door migratie op te lossen en deze oplossing te verbinden met andere filantropische activiteiten. Op economisch terrein ging Van Raalte in Amerika door met de erfenis van zijn studietijd: inzet voor stelselmatige productiviteitsverhoging en een beperkt beschavingsoffensief. Dat laatste kwam tot uiting in zijn niet-aflatende inspanningen om een onderwijsinstelling van de grond te krijgen.
Dr. Dick Harms (Calvin College, VS) wees erop dat vanaf het eerste begin van de kolonie Holland er met de immigranten allerlei godsdienstige controverses meekwamen. Sommige van de theologische kloven werden zichtbaar bij de aankomst van de eerste Nederlanders in Michigan. Deze tegenstellingen waren het gevolg van regionale en persoonlijke verschillen in de manier waarop er met de gebeurtenissen van 1834 was omgegaan.
De Nederlandse immigranten uit afgescheiden kring brachten hun religieuze bagage mee. Zij bestonden uit twee substantiële partijen: de Christelijke Afgescheiden Gemeenten en de wat kleinere Gereformeerde Kerken onder het Kruis. De meeste lidmaten en predikanten die in de late jaren veertig van de negentiende eeuw emigreerden, waren afkomstig uit die afgescheiden gemeenten die hechtten aan het belang en de betekenis van de kerkorde. Een minderheid, met vooral lekenvoorgangers, kwam uit de Gereformeerde Kerken onder het Kruis.
Dr. Leon van den Broeke (Vrije Universiteit Amsterdam) belichtte Van Raaltes bijdrage aan de synoden aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Zijn grootste betekenis voor de kerkorganisatie was vooral regionaal van aard geweest, in de kerkenraden, gemeenten en classes.
Voor Van Raalte was de kerk geen doel in zichzelf, aldus Van den Broeke. „Het verlangen om zijn gemeente in Holland achter te laten en missionair predikant in Zuid-Afrika te worden, is een illustratie hiervan. Maar ook uit notulen en acta van ambtelijke vergaderingen blijkt zijn aandacht voor evangelisatie, zending, christelijk onderwijs en armoede.”
Lees meer in ons dossier over Van Raalte en de Afscheiding.