Zaagoperatie Tricolor begint maandag
Nog een paar dagen en dan begint een spannende periode voor het consortium van bedrijven dat het gezonken Noorse vrachtschip Tricolor gaat bergen. Maandag begint op het Kanaal de zaagoperatie, waarbij het wrak van het 190 meter lange schip met een speciaal ontworpen zaagsysteem in negen stukken wordt gezaagd.
De Tricolor zonk 14 december onderweg van Zeebrugge naar Southampton in Het Kanaal na een aanvaring in dichte mist met een containerschip. Het vaartuig vervoerde ongeveer 2862 auto’s, waaronder gloednieuwe BMW’s en Volvo’s. De totale kosten voor de berging bedragen 40 miljoen dollar (ruim 35 miljoen euro).
Het Nederlandse bedrijf Smit heeft de leiding in de Combinatie Berging Tricolor (CBT). Hans van Rooij, managing director van Smit Salvage en woordvoerder van de Combinatie Berging Tricolor (CBT), ziet in de bergingsoperatie een zeer bijzondere klus. „De berging van de Koersk was niet spannender. De tijdsdruk is hier hetzelfde en vanwege wisselende weersomstandigheden zullen we de plannen vaak moeten veranderen.”
Hoewel in het wrak van de Tricolor geen nucleaire wapens liggen en het schip veel minder diep ligt dan de Koersk, is het bergingswerk nauwelijks minder gecompliceerd. De Tricolor weegt twee keer zo zwaar en is 50 meter langer dan de Russische atoomonderzeeër Koersk. Bij laag water ligt de bovenkant van het schip maar een paar meter onder het wateroppervlak. De duikers kunnen daardoor maar ongeveer vier uur per dag aan de slag in het Kanaal, waar ze bij de Koersk–operatie via ploegendiensten dag en nacht konden doorwerken.
In de komende week worden twee grote werkplatforms in positie gebracht aan de beide zijden van het Tricolor–wrak. Het daadwerkelijke zagen kan dan op 21 juli beginnen. Daartoe wordt een vuistdikke zaagkabel met een lengte van 62,5 meter via een voorgeboorde pijp onder het schip doorgeleid en aan treklieren op de werkplatforms bevestigd. Met een snelheid van een meter per seconde doet de zaag vervolgens zijn werk. Het afzagen van een compartiment kost twee á drie dagen. Mocht er een zaag breken, dan is dat geen groot probleem. De bergers beschikken over voldoende extra zaagkabels.
De bergers zagen eerst het achterste deel van het schip los. „We beginnen met het moeilijkste deel, nu het nog mooi weer is”, zegt Van Rooij. „In het achterste deel zitten de machinekamer en de olietanks. Als dat compartiment los is, takelen we het omhoog. Eigenlijk ben je dan een flatgebouw op een drijvende bak aan het zetten.”
Van Rooij overdrijft niet, want de compartimenten zijn gemiddeld zo’n 20 bij 32 bij 30 meter en wegen 20.000 ton. De enorme wrakstukken worden boven water getakeld waarna een pontonschip ze naar de Belgische havenplaats Zeebrugge brengt voor recycling. Als alles voorspoedig verloopt, is het schip eind augustus verwijderd. Daarna duurt het nog tot oktober voordat alle wrakresten zijn opgeruimd.
Het gezonken schip heeft al veel olie gelekt, wat leidde tot vervuiling op omliggende stranden. Volgens het consortium is niet duidelijk hoeveel olie er nog precies in het wrak zit. Schattingen lopen uiteen van 150 tot 160 ton. Op het moment dat het schip zonk, zat er 2000 ton olie in.
De bergers zijn niet bang dat er opnieuw veel olie vrijkomt. De directe omgeving rond het schip is afgezet met boeien en het gebied wordt 24 uur per dag in de gaten gehouden. Mocht er toch olie lekken, dan wordt dat meteen opgeruimd. In de buurt ligt een gespecialiseerd schip, de Union Beaver, dat bij lekkage wordt ingezet.