Cultuur & boeken

Waanidealen in het onderwijs

Jan Blokker jr. schreef een pamflet onder de titel ”Bedrog en onbenul. Onderwijs en besluitvorming”. In dit pamflet valt hij de onderwijsvernieuwers van de laatste tientallen jaren aan.

dr. Ewald Mackay

3 November 2011 15:39Gewijzigd op 14 November 2020 17:29
Foto ANP
Foto ANP

Blokker (1952) studeerde nieuwe geschiedenis in Amsterdam, was onder andere rector van de openbare scholengemeenschap West-Friesland in Hoorn en is publicist. Hij richt zich in zijn betoog vooral op het voortgezet onderwijs, in het bijzonder op havo, atheneum en gymnasium. Hij baseert zich op zijn ervaringen –als leraar en rector– met het onderwijs en de onderwijsvernieuwingen.

Zijn stelling is dat „ingrijpende beslissingen over het onderwijs veelal genomen worden zonder dat het belang van het onderwijs zelf daarbij een rol van betekenis speelt” en dat er „zelden lering getrokken wordt uit vroegere verkeerde beslissingen.” Hij werkt deze stelling vooral uit aan de hand van de schaalvergroting en het studiehuis.

Supermarkten

In de jaren negentig kwam het waanideaal van schaalvergroting op. Blokker had daar zelf last van in Amsterdam, waar een fusie van vier scholen moest worden gerealiseerd. Scholen moesten grote supermarkten worden, zodat mensen binnen dezelfde school gemakkelijk konden shoppen bij de verschillende schooltypen. Het zou de samenwerking bevorderen en leiden tot een meer bedrijfsmatige aanpak.

Tijdens bijeenkomsten met docenten werd alle kritiek door de beleidsmakers weggewimpeld met behulp van een onverstaanbaar machtsjargon: „De wethouder sprak in een jargon dat mij op dat moment nog onbekend was, maar waaraan ik later minder begaafde bestuurders heb leren herkennen, die een ontbreken van zelfs maar het begin van een originele gedachte verbergen achter een geheimtaal die weinig overeenkomsten vertoont met algemeen beschaafd Nederlands.”

Altijd werd er gesproken over „de voortgang van het proces”, „het begeleiden van veranderingsprocessen” en „de gebouwelijke situatie” en werden docenten bedolven onder beleidsnota’s, modellen en profielen.

Blokker laat zien dat dit hele schaalvergrotingsidee niets dan ellende heeft opgeleverd, dat geen leraar er wat in zag, maar dat het desondanks jarenlang tot allerlei geld- en tijdverslindende operaties heeft geleid – inclusief duurbetaalde superrectoren!

Studiehuis

Een ander waanideaal was het studiehuis. Hier ging de overheid zich rechtstreeks met de inhoud van het onderwijs en de didactiek bemoeien. Zij liet zich hierbij door haar ‘partners in crime’ voorlichten: de zogeheten onderwijsadviesbureaus. Deze vertelden de overheid –voor heel veel geld– dat de huidige leerlingen anders waren dan vroeger. Er zijn enorm snelle veranderingen in de communicatiemiddelen gekomen, waardoor leerlingen anders leren. Leraren moeten „daarop inspelen.” Zij moeten de leerling „coachen in zijn individuele leerproces.”

Op een dag bracht Blokker een werkbezoek aan een school in het Gooi. De rectrix, mevrouw Visser ’t Hooft, liet hier zien hoe zij een systeem had ingevoerd waarin de docent per lesuur slechts vijf minuten instructie mocht geven waarna de leerlingen met tot in detail uitgewerkte studiewijzers aan de gang gingen en de leraar rondliep om vragen te beantwoorden.

De vrouw ging kort daarna op het ministerie van Onderwijs werken en werd daar door de staatssecretaris, Wallage, benoemd tot voorzitter van de Stuurgroep Profiel Tweede Fase. Hiermee heeft deze ideologe een immense invloed gekregen op het gehele voortgezet onderwijs en dat gedurende vele jaren. In 2008 heeft de commissie-Deijsselbloem een vernietigend rapport over het studiehuis geschreven en inmiddels gelooft niemand meer in. De huidige minister, Van Bijsterveldt, wil het studiehuis terugdraaien, zonder overigens zelf ook maar iets te hebben geleerd: de kenniseconomie is haar nieuwe evangelie.

Rust

Blokker eindigt met een hartenkreet: „Zouden jullie ons nu eindelijk eens een keer met rust willen laten! Geef het onderwijs terug aan de docent en zijn leerling. Herstel de kwaliteit van de lerarenopleidingen, vergroot daar het element van de vakinhoud. Stel de hoogst mogelijke eisen aan de kennis van de docent, dat zal zijn prestige bij de leerlingen verhogen, want die hebben geen behoefte aan minder competente leraren voor de klas.”

Ik ben het van harte met Blokkers hartenkreet eens, zonder de illusie te hebben dat de huidige minister en staatssecretaris zich er ook maar iets van aantrekken. Blokkers betoog weerspiegelt iets van de ouderwetse sociaaldemocraat die het erom te doen is het volk via kennis te verheffen. Ik ga overigens niet met Blokker mee waar voor hem kennis ook een middel is om mensen „misschien zelfs immuun voor religie” te maken. Dit lijkt me een nogal onbenullige gedachte. Elk kennisideaal –inclusief dat van Blokker en andere zogenaamd verlichte geesten in Den Haag– stoelt op een vorm van ‘geloof’ en daarom heeft óók een christelijk onderwijsideaal recht van spreken. Hierin gaat het niet om kennis op zich, maar om wijsheid – dat is vorming van de gehele persoon van de leerling naar lichaam, geest en ziel.


Boekgegevens

”Bedrog en onbenul. Onderwijs en besluitvorming”, door Jan Blokker; uitg. Querido, Amsterdam/Antwerpen, 2011; ISBN 978 90 214 3876 4; 62 blz.; € 8,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer