„Belegger moet tijdig z’n winst nemen”
De AEX-index van de Amsterdamse effectenbeurs staat voor het eerst sinds half januari weer boven de 300 punten. Hebben de beleggers nu echt alle narigheid gehad of moeten ze nog heel voorzichtig blijven? „Blijf alert en neem tijdig winst door de stukken te verkopen”, zegt analist Cees Quirijns van Effectenbank Stroeve.
Sinds het begin van september 2000 -de AEX tikte toen de 700 punten net niet aan- is er sprake van een zogenaamde ”bear market”, waarbij de koersen overwegend naar beneden gaan. Ze belandden de laatste drie jaar in een glijvlucht tot een -voorlopig- dieptepunt op 218,44 punten op 12 maart van dit jaar. Nu de psychologische grens van 300 punten afgelopen maandag weer is doorbroken, vraagt menig belegger zich af welke kant het verder op zal gaan.
Royce Tostrams van de Tostrams Groep is daarover gematigd positief. Zijn organisatie maakt gebruik van technische analyse, waarbij uit het verloop van de AEX, andere beursindices en koersen van fondsen patronen worden gedestilleerd. Op grond daarvan meent Tostrams dat de neerwaartse trend „in ieder geval op korte termijn” is omgebogen in een stijgende, nu de 300-puntengrens is genomen.
Volgens Tostrams is er daarmee ruimte voor de beursindex om door te stijgen richting de „310 à 320 punten en op de wat langere duur naar 355 à 370 punten. Misschien dat we daar aan het einde van het jaar zijn. Ik sluit niet uit dat de AEX tussentijds zelfs de 400 punten aantikt. Maar de toppen zoals we die eind jaren negentig hebben gezien, zullen we de komende paar jaar niet meemaken. En neerwaartse correcties zijn ook mogelijk.” Tostrams ziet vooral de banken, de telecom-, de energie- en de handelsbedrijven als fondsen waarmee op korte termijn redelijk te scoren valt.
Vakgenoot Cees Quirijns van Effectenbank Stroeve maakt gebruik van dezelfde analysetechnieken, maar komt tot een andere voorspelling. „Ik ben van mening dat de huidige rally, die in maart begon en tot nu toe voortduurt, nog steeds past in het beeld van een neergaande markt met tussentijdse stijgingen.
De beurs van de afgelopen drie jaar is een schoolvoorbeeld van een bear market. Bij rally’s -zoals in september 2001 na de aanslagen in New York- steeg de index wel met 30 tot 40 procent, maar telkens bleek dat de koersen daarna verder wegzakten. De huidige stijging bedraagt 40 procent, en ik vind dat we dus heel voorzichtig moeten blijven. Zelfs al zou de AEX-index op 340 of 370 punten komen. Pas als er wat agressievere koopgolven komen, denk ik dat de trend omhoog gaat.”
Quirijns houdt daarom sterk rekening met een nieuwe duik naar beneden. Het eerste steunniveau ligt dan op 260 en het volgende op 220 punten. „Ik ben er niet eens zeker van of het dieptepunt in maart wel de echte bodem was.” Beleggers doen er volgens de Stroeve-analist goed aan zeer alert te zijn en tijdig hun winst te nemen. Overigens geeft hij ruiterlijk toe dat hij er in het verleden wel eens naast zat met zijn prognoses, maar in het gros van de gevallen waren zijn voorspellingen naar eigen zeggen juist.
Prof. Jaap van Duijn, tot 1 september lid van de raad van bestuur bij Robeco en ervaren belegger, kijkt heel wat positiever tegen de huidige beurs aan. Hoewel hij in de zomermaanden een slappe periode niet uitsluit, is hij -en dat is voor Van Duijn niets nieuws- optimistisch gestemd. „De beurs is het dieptepunt voorbij en anticipeert nu op het economisch herstel in de VS. De investeringen in de it-sector nemen al weer enkele kwartalen toe en dat is goed zichtbaar op de technologiebeurs Nasdaq. Vanaf de bodem vorig jaar oktober is de Nasdaq-index reeds 58 procent geklommen.”
Ook in Nederland rapporteren bedrijven volgens Van Duijn dat ze het ergste achter de rug hebben. Zo publiceerde kantoormachinefabrikant Océ dinsdag weliswaar tegenvallende omzet- en winstcijfers, maar voegde het daaraan toe door het dal heen te zijn.
Een prognose voor de AEX aan het eind van het jaar wil de Robeco-topman niet meer geven. „Dat is me slecht bevallen. Je noemt een getal en dan zeggen de mensen later: Hij zegt dát. Maar ik denk dat de beurs over twaalf maanden zeker hoger staat.”
Een tip voor beleggers wil Van Duijn nog wel geven: „Kijk eens naar fondsen als Arcadis, Draka, Gamma en Aalberts Industries. Die zijn relatief goedkoop en bijna vergeten omdat veel particulieren de markt de rug hebben toegekeerd.”
Bij Friesland Bank Securities is analist Han van Lamoen minder optimistisch. „Het is afwachten hoe de halfjaarcijfers van de beursgenoteerde ondernemingen deze maand uitpakken. Het kan nog alle kanten op. Je ziet vaak dat de beurs vooruitloopt op een economische opleving omdat beleggers het gevoel hebben dat de zaak weer op gang komt, maar ik zie nog weinig tekenen van herstel. Ook niet in de VS als het gaat om de telecom- en de it-bedrijven. In Nederland neem ik dat al evenmin waar. Er zijn bedrijfssectoren die meestal als eerste opveren na een periode van malaise, zoals transport, petrochemie, staal en papier. Uit die hoek hoor je de laatste tijd wel eens een moedgevend signaal. Eén zwaluw maakt echter nog geen zomer.”