In Birmingham, Alabama, staat een bijzondere theologische instelling: Beeson Seminary. Ze wordt geleid door dr. Timothy George, een vooraanstaande theo­loog in Amerika’s evangelicale wereld en een bekend Reformatiedeskundige.

De prachtige campus van Beeson, de uitstekende bibliotheek en de perfecte onderwijsfaciliteiten zijn vooral bestemd voor studenten die predikant of zendeling willen worden. Bijzonder aan Beeson zijn echter niet alleen de kwaliteit van het onderwijs en de voorzieningen, maar is evenzeer de oorsprong van dit seminarie, dat pas in 1988 werd gesticht.

Ralph Beeson, een rijke indus­trieel, wilde een Bijbelgetrouwe predikantenopleiding oprichten en stelde daarvoor een groot bedrag beschikbaar aan Timothy George. De uitdrukkelijke opdracht van Beeson was dat er van meerdere denominaties hoogleraren moesten komen. George kreeg dat voor elkaar, zodat er onder andere een anglicaanse, een presbyteriaanse, een baptisten- en een methodistische leerstoel is, en dat is voor een baptisten­seminarie uniek.

Elk jaar wordt rond Hervormingsdag uitgebreid aandacht gegeven aan de Reformatie en omdat Beeson partner van Refo500 is, wilde men dit jaar een conferentie voor studenten en predikanten organiseren, waarbij vooral de relevantie van de Reformatie voor vandaag aan de orde zou komen. Het thema van de conferentie is ”De spiritualiteit van de Reformatie”.

De eerste spreker, prof. Carl Beckwith, verbond dit met de betekenis van de sacramenten voor de geloofsbeleving. Beckwith hield de 200 aanwezigen voor hoe noodzakelijk het volgens Luther was „de zekerheid in de belofte te zoeken zoals die in de sacramenten tot ons komt.”

Gisela Kreglinger, afkomstig uit Duitsland, is sinds 2009 aan Beeson verbonden als hoog­leraar christelijke spiritualiteit. In haar bijdrage stelde zij de lutherse theoloog Paul Gerhardt centraal. Gerhardt is vooral bekend vanwege zijn gezangen, die ook in Nederland veel gebruikt worden. Volgens 
Kreglinger spreken de gezangen van een sterk verlangen naar genade, en dat is juist wat deze tijd vandaag weer nodig heeft – zowel het verlangen naar de genade als de genade zelf.

Na de twee ochtendlezingen was er in de middag gelegenheid deel te nemen aan vier workshops. Graham Cole, docent dogmatiek, nam aartsbisschop Thomas Cranmer (1489-1556) als voorbeeld van een gezonde omgang met de Bijbel.

Karla Apperloo-Boersma, projectleider van Refo500, gaf in haar workshop een kort overzicht van de visie van Bucer en Calvijn op het pastoraat en las daarna met de deelnemers een aantal pastorale brieven van deze reformatoren. Opvallend is hoe Bucer en Calvijn zich proberen in te leven in de situatie van degene die in nood of verdriet is en zij daarna voorzichtig maar beslist de weg naar de zorgende en alles regerende God wijzen.

Zelf behandelde ik in een workshop de vraag hoe de reformatoren omgingen met vloekpsalmen en psalmen over Gods toorn en straf.

Zeer recent is Piotr Malysz als hoogleraar historical theology (geschiedenis van de theologie) toegevoegd aan het groeiende docentencorps van Beeson. Malysz’ workshop ging over de reformatorische herontdekking van het individu. Hij wees erop dat deze aandacht voor de eigen persoon gericht is op de relatie met God en „heel wat anders is dan een kerkelijke boodschap waar het vooral gaat over de gaven, groei en ontwikkeling van de gelovige, waarbij Christus meer coach dan Zaligmaker is.”

Deze week heeft in Birmingham, Alabama, een tweedaagse Refo500-conferentie plaats over de spiritualiteit van de Reformatie. Woensdag en donderdag een verslag.