„Regime Saddam vormde geen bedreiging voor VS”
Het regime van Saddam Hussein vormde geen directe bedreiging voor de Verenigde Staten. De regering misbruikte sommige gegevens van inlichtingendiensten om de oorlog tegen Irak te rechtvaardigen. Dat zegt een gepensioneerd inlichtingenspecialist van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington.
„Ik geloof dat de regering-Bush het Amerikaanse volk geen correct beeld gaf van de militaire bedreiging die Irak voor de VS vormde”, aldus Greg Thielmann woensdag tijdens een persconferentie in Washington. Thielmann was tot zijn pensionering in september vorig jaar hoofd van een van de inlichtingenafdelingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington.
Hij zegt dat de huidige verwarring over Iraks onvindbare massavernietigingswapens en over Bagdads vermeende uraniumaankoop die niet bleek te kloppen voor een deel is te wijten aan het „gebrekkig functioneren” van de Amerikaanse inlichtingendiensten. Maar daarnaast beschuldigt Thielmann de regering van „misbruik” van het beschikbare informatiemateriaal. „Toen wij in maart ons offensief begonnen, vormde Irak beslist geen directe bedreiging voor de VS zoals de regering-Bush beweerde”, aldus Thielmann.
Volgens Thielmann heeft ook directeur George Tenet van de inlichtingendienst CIA informatie „gemanipuleerd.” Tenet vertelde het Congres bijvoorbeeld dat Irak na de eerste Golfoorlog nog enkele Scud-raketten had achtergehouden. Dat was in strijd met de afspraken die met de VN waren gemaakt. In inlichtingenrapporten werd echter alleen melding gemaakt van de „mogelijkheid” dat Bagdad nog over zulke raketten beschikte, omdat men niet alle raketten had kunnen achterhalen.
Na het beëindigen van de vijandelijkheden zijn er overigens geen Scud-raketten gevonden. Trouwens, ook geen massavernietigingswapens of uranium, waarover president Bush nog nadrukkelijk sprak tijdens zijn regeringsverklaring, de State of the Union, in januari. Het Witte Huis erkende eerder deze week dat het uraniumverhaal niet klopte. Tijdens zijn bezoek aan Zuid-Afrika werd president Bush woensdag tijdens een persconferentie in Pretoria over deze kwestie aan de tand gevoeld. Hij gaf geen direct antwoord, maar benadrukte dat hij er „geen enkele twijfel over had dat Saddam Hussein een bedreiging voor de wereldvrede vormde.”
De Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, zei kort voor de oorlog dat Washington precies wist waar Irak zijn massavernietigingswapens verborgen hield. Woensdag verklaarde hij tegenover de defensiecommissie van de Senaat dat de regering niet tot de invasie van Irak besloot omdat men over nieuwe informatie beschikte, „maar omdat wij de bestaande informatie na onze ervaringen met de septemberaanslagen vanuit een ander perspectief beoordeelden.” Na hardnekkig doorvragen van enkele senatoren zei Rumsfeld dat de operaties in Irak de Amerikaanse belastingbetalers 3,9 miljard dollar per maand kosten.
Dat is tweemaal zo veel als het bedrag dat begin april nog door Defensie genoemd werd. Rumsfeld zei dat hij niet kon zeggen hoelang Amerikaanse militairen nog in Irak nodig zijn en ook over de benodigde aantallen bleef hij vaag. Deskundigen van de Amerikaanse militaire academie US Army War College in Philadelphia (Pennsylvania) drongen woensdag aan op een zo spoedig mogelijk vertrek van de Amerikanen. „Wij zien in Irak de ontwikkeling van een regelrechte guerrilla tegen de Amerikaanse bezetter. Als die zijn taken niet binnen een jaar overdraagt aan een internationale vredesmacht dan kan die guerrilla zich ontwikkelen tot een gewapende opstand tegen de Amerikanen”, aldus professor Andrew Terrill woensdag tijdens een conferentie over Irak die door het War College was georganiseerd.