Utrecht schuldig aan dood duiker
De gemeente Utrecht is schuldig aan de dood van een 35-jarige brandweerman die twee jaar geleden omkwam tijdens een duikoefening. De rechtbank van Utrecht heeft het gemeentebestuur woensdag veroordeeld tot een boete van 18.000 euro. Burgemeester A. Brouwer overweegt niet af te treden.
In het vonnis verklaart de rechtbank dat de gemeente als werkgever „onvoorzichtig en onachtzaam” heeft gehandeld door de brandweerman aan de duikoefening te laten deelnemen. De man was onvoldoende getraind voor een oefening die als psychisch en fysiek zwaar te boek staat. Ook heeft de gemeente nagelaten om, voorafgaand aan de oefening, een inspectie uit te voeren naar de duiklocatie.
De duiker raakte in juli 2001 tijdens een oefening in de Kernhaven in de problemen toen hij met zijn lijn verstrikt raakte in een metalen haspel op de bodem. Tijdens de reddingsactie ging er van alles mis, waardoor de man pas na tien minuten door collega’s werd gevonden. Enkele dagen later overleed hij in het ziekenhuis. De duiker had weliswaar een reddingsmes bij zich, maar volgens de rechtbank heeft de gemeente hem daarmee te weinig laten oefenen.
Onmiddellijk na de zitting werd burgemeester A. Brouwer telefonisch op de hoogte gesteld van de uitspraak. Zij weigerde vanaf haar vakantieadres een reactie te geven. Van aftreden is volgens haar woordvoerster geen sprake. „Uit het vonnis blijkt duidelijk dat niet een bepaald persoon verantwoordelijk wordt gesteld, maar een overheidsinstantie.”
Brandweercommandant A. Wink liet woensdag eveneens weten er niet aan te denken zijn functie ter beschikking te stellen. „Ik was tijdens het ongeval geen commandant van het Utrechtse korps. Aftreden is daarom niet aan de orde.”
Wink zei dat het vonnis diepe indruk maakt. „Het is zeer ernstig. Wij betreuren het verlies van een gewaardeerd collega. Ons meeleven gaat uit naar de familie. Daarnaast legt de uitspraak van de rechtbank een zware druk op het brandweerkorps. Wij zullen ons temeer moeten bezinnen op het realiteitsgehalte van de oefeningen die wij organiseren.”
Of het vonnis politieke gevolgen krijgt, is vooralsnog onzeker. Geen van de raadsleden neemt op dit moment een standpunt in. Binnen de fractie van Leefbaar Utrecht zal er na het reces over worden beraadslaagd, aldus woordvoerder Hans Berend. „Aan deze uitspraak kan ik nu geen politieke conclusies koppelen. Binnen de collegepartijen zullen we daarover moeten overleggen. Op voorhand kunnen we niets uitsluiten.”
Nabestaanden van de brandweercommandant zeiden de houding van zowel het gemeentebestuur als de brandweer te betreuren. „Aanvankelijk erkenden zij dat er grote fouten waren gemaakt. Maar tijdens de zitting twee weken geleden trokken ze alles terug en deden ze net of hun niks te verwijten viel. Dat heeft ons zeer gedaan. Gelukkig ziet de rechtbank de zaken anders”, aldus familielid Paul Verstegen.
De gemeente had geprobeerd onder strafvervolging uit te komen door te verwijzen naar het zogeheten Pikmeer-arrest. Dat bepaalt dat overheden strafrechtelijk immuun zijn bij het uitvoeren van overheidstaken. Advocaat mr. A. van Veghel is van mening dat de gemeente Utrecht voor het ongeval met de duiker niet aansprakelijk kan worden gesteld. Het trainen van brandweerlieden is volgens hem een exclusieve taak van het gemeentebestuur.
De rechtbank denkt daar anders over. Het bestrijden van branden en het optreden bij calamiteiten is een overheidstaak, maar het houden van oefeningen niet. Duikoefeningen hadden ook kunnen worden uitbesteed aan de Koninklijke Marine of bergingsbedrijven, aldus de rechtbank.
Advocaat Van Veghel noemde het vonnis in juridisch opzicht „teleurstellend.” Volgens hem hoort het houden van brandweeroefeningen tot het exclusieve takenpakket van de overheid. Hij gaat zich met het gemeentebestuur beraden over het aantekenen van hoger beroep.