Verzekerd
Er kan geen ellendiger, geen rampzaliger staat voor een goddeloze bedacht worden dan dat hij onder de macht van de zonden is besloten en dat hij onder de heerschappij van de duivel gevangen en gebonden ligt. Dat brengt met zich mee al dat nare en verschrikkelijke voor ziel en lichaam, in de tijd en tot in de eeuwigheid.Er is daarentegen geen heerlijker staat voor een rechtvaardige te bedenken, noch te noemen, dan vrijgemaakt te zijn van de wet der zonden en des doods en van de macht van de zonden. Met andere woorden, er is geen heerlijker staat dan te behoren tot het volk wiens God de Heere is en het eigendom van Christus te zijn.
Dat een kind van God van zijn genadestaat verzekerd kan zijn, blijkt duidelijk uit Gods Woord met gewisse kentekenen. Iemand die zich oprecht en getrouw aan het Woord toetst, zal welhaast verzekerd zijn of het in zijn leven al of niet het zaligmakende genadewerk is. Hij moet zich met zijn hart neerleggen bij de 15e psalm en bij datgene wat Christus zegt in Matthéüs 5:1-12. Daar zien we een schilderij van zo’n welgelukzalige die van zijn genadestaat volkomen verzekerd is.
Tegen zo’n genadestaat strijdt echter niet het klagen en zuchten van de gelovige over zijn inwonende verdorvenheid en het wandelen in veel duisternis, waardoor zo’n mens in veel bekommering en twijfel over zijn staat gebracht wordt.
Jeremias Hollebeek, predikant te Leiderdorp (Het bevindelijk genade- werk Gods, 1753)