Al Worden: reiziger naar de maan
Het mag dan veertig jaar geleden zijn dat Al Worden met de Apollo 15-missie naar de maan vloog, zijn leven staat nog altijd in het teken van de ruimtevaart. Jong en oud wil hij ervoor enthousiasmeren. Zijn grootste wens is dat de mensheid zijn ontdekkingstocht door het heelal zal voortzetten.
Terwijl leeftijdsgenoten genieten van een rustige oude dag, werkt ex-astronaut Worden (79) nog volop. Hij geeft lezingen over zijn maanreis en verzorgt rondleidingen in het bezoekerscentrum van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA bij de lanceerbasis in Florida. Een paar maanden geleden verscheen zijn autobiografie, ”Falling to Earth”. Voor de promotie van het boek en voor diverse lezingen was hij afgelopen week in Nederland.
Het werk dat hem echter het meest na aan het hart ligt, is dat voor de Astronaut Scholarship Foundation. Jaarlijks kent deze organisatie beurzen toe voor technische studies. Alleen de intelligentste en veelbelovendste studenten komen hiervoor in aanmerking, aldus Worden. „Ik ben ervan overtuigd dat deze jongeren de wereld zullen veranderen.”
Bij zijn betrokkenheid speelt zijn eigen verleden mee. Dankzij een studiebeurs die de directeur van de middelbare school voor hem regelde, kon Worden destijds naar de universiteit. Zijn ouders hadden er het geld niet voor. Zonder die kans was hij wellicht de rest van zijn leven op hun boerderij blijven werken, schrijft hij in zijn biografie.
Via de militaire academie van West Point wordt Worden in 1966 toegelaten tot het astronautenkorps van de NASA. De ruimterace met de Russen is dan in volle gang. Drie jaar later, op 20 juli 1969, zetten Neil Armstrong en Buzz Aldrin tijdens de Apollo 11-missie als eersten voet op de maan.
Voor de volgende vlucht traint Worden als reserve. Een paar jaar later wordt hij geselecteerd voor een eigen vlucht, Apollo 15. Samen met Dave Scott (commandant) en Jim Irwin (piloot van de maanlander) vertrekt hij op 26 juli 1971, om twaalf dagen later weer op aarde terug te keren. „Ter voorbereiding op de missie trainden we drie jaar lang, zeventig uur per week”, vertelde Worden woensdag tijdens een bijeenkomst in Space Expo in Noordwijk.
Apollo 15 was de eerste maanreis met een wetenschappelijk karakter, aldus Worden. In die tijd hadden alle astronauten nog een militaire achtergrond, als straaljagerpiloot. „Piloten werden dus omgeschoold tot wetenschappers.”
Worden heeft zelf nooit voet op buitenaardse grond gezet. Hij bemande de commandomodule terwijl zijn collega’s op de maan rondliepen.
Die beschikten op deze missie voor het eerst over een Lunar Rover. „Het was in feite een elektrisch aangedreven golfkarretje waarmee ze op de maan rondreden.” Met de accu konden ze een afstand van 44 kilometer afleggen. Ze hebben er echter maar 17 kilometer mee gereden. „Er is dus nog voldoende energie over voor een volgend ritje”, grapt Worden. De kans is overigens miniem dat het karretje ooit nog eens bezoek zal krijgen van aardbewoners.
Worden zelf viel de eer te beurt om als eerste Amerikaan een ruimtewandeling te maken. Aan de buitenkant van de commandomodule waren camera’s geïnstalleerd, waarmee Worden het maanoppervlak had gefotografeerd. Voor terugkeer naar de aarde moest hij de films eruit halen en aan boord brengen, want de commandomodule werd afgestoten.
Waar Worden in Noordwijk over zwijgt, is de ‘postzegelaffaire’ die op de maanmissie volgde. Toen NASA ontdekte dat de Apollo 15-bemanning een honderdtal enveloppen had meegenomen om die te verkopen aan postzegelhandelaren, kon het drietal subiet vertrekken.
Dat oneervol ontslag heeft Worden lang dwarsgezeten. Het was uiteindelijk de reden om zijn biografie te schrijven: om zíjn kant van het verhaal te vertellen. „Ik ben bijna tachtig … Het is tijd om tekst en uitleg te geven.”
Mede n.a.v. ”Falling to earth. An Apollo 15 astronaut’s journey to the moon”, Al Worden & Francis French; uitg. Smithsonian Books, Washington DC, 2011; 312 blz.; € 26,99.
Sojoezvlucht in twee minuten
Apolloastronaut Al Worden nam vorige week woensdag samen met de Zweedse Christer Fuglesang, van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, een zogeheten Sojoezsimulator in gebruik in Space Expo in Noordwijk. Liggend op hun rug in kuipstoeltjes, in een soort zilverkleurige iglo, beleefden ze een korte ‘ruimtereis’ in de Russische capsule.
Het controlepaneel toont het verloop van de vlucht. Met een druk op ”start” wordt de raket ontstoken. De astronauten trillen in hun stoel bij het opstijgen en horen het lawaai van de motoren. Tijdens het zweven in de ruimte is het stil. Jammer genoeg valt het ervaren van gewichtloosheid niet na te bootsen.
De koppeling aan het internationaal ruimtestation gaat met een schok. De vlucht eindigt met een ruwe terugreis naar de aarde – er schieten vlammen langs het raampje. Met een klap landt de capsule op de steppen van Kazachstan.
Via een camera, gericht op de ruimtevaarders, kan het publiek volgen wat zich tijdens de ‘vlucht’ in de capsule afspeelt.
Hoe echt de simulatie voelt, kan Worden niet zeggen. „Het lijkt totaal niet op mijn lancering. Die was veel vloeiender en stiller.” De Apolloastronaut hoorde de motoren van de eerste rakettrap, zo’n 100 meter onder de bemanning, nauwelijks. Door het enorme gewicht van de Saturnus V –circa 2950 ton, tegenover 300 ton van de Sojoez– kwam de raket bovendien heel langzaam los van de grond.
Pas wanneer Worden voor de tweede keer de simulator in gaat, geflankeerd door schoolkinderen, heeft hij tijd om na te denken. In gedachten verzonken beleeft hij de vlucht. Herinneringen komen boven. Verschillende keren pinkt hij een traan weg.