In de grote schuur van Bert Migchels aan de Jabbingelaan staan ze allemaal op een rijtje: een zaaimachine, een cyclomaaier, een aardappelpootmachine, een kunstmeststrooier, een maïszaaimachine, een cultivator, een spuitmachine en een schoffelmachine. Zaterdagmorgen houdt Migchels open dag. Zondag wordt er in hervormd Onstwedde een extra collecte gehouden ten bate van de reparatiekosten en het transport van de werktuigen. Over twee weken gaan de machines op transport. Het transport, 1800 kilometer naar het oosten, wordt verzorgd door de stichting Hulp Oost-Europa (HOE).

Het project richt zich op het dorpje Uileacu de Beius, aan de rivier Fekete-Koros, 80 kilometer te noorden van Oredea. Meer dan de helft van de dorpeling is Hongaars-gereformeerd. Hun predikant is ds. Boros István. De overige dorpsbewoners zijn Roemeens-orthodox, Grieks-katholiek, rooms-katholiek of baptist.

Bert Migchels is er geweest. „Het is puike grond”, zegt hij. „Er is vruchtbare grond beschikbaar, maar die blijft grotendeels ongebruikt. De mensen weten er geen raad mee. De agrarische ontwikkeling staat op een heel laag pitje. Ploegen door een loonwerker kost zeventig euro per hectare. Dat is voor een Roemeense boer veel te duur. En dus brengt de oogst van het land ook niet datgene op wat het land waard is. Juist die grond zou ervoor kunnen zorgen dat de broze plattelandseconomie van Roemenië weer wat kan aantrekken. Maar het boerenleven bevindt zich in een vicieuze cirkel.”

De kerkenraad van ds. István heeft inmiddels het plan ontwikkeld om in een aparte kerkelijke stichting een diaconaal loonwerkbedrijf te starten, dat beschikt over een trekker en wat andere landbouwwerktuigen. De stichting wil de plaatselijke boeren helpen om de opbrengst van hun akkers te vergroten.

In Uileacu de Beius staan inmiddels de eerste combine en een trekker uit Nederland. Die zijn er met een dieplader heengebracht. Op een voorlichtingsavond in Onstwedde, in januari van dit jaar, werden jongeren warm gemaakt om de Roemeense boeren uit het slop te helpen.

Afgedankte landbouwmachines uit de jaren zeventig werden verzameld door Onstwedder gemeenteleden in de grote schuur van Migchels. Ongeveer acht jongeren hebben, onder leiding van twee handige diakenen, het afgelopen halfjaar gedemonteerd, geschuurd, geverfd, gerepareerd en opgepoetst. Projectmedewerker en scriba B. A. Meems: „Omdat in Roemenië het mechanisatieproces nog nauwelijks op gang gekomen is, is een machine die voor een Hollandse boer onbruikbaar is geworden, daar nog zeer welkom.”

Migchels: „Als de machines straks op de Roemeense akkers in gebruik zijn, willen we ook nog wat aan nazorg doen. Dan gaan we nog een keer kijken: Hoe loopt het? Doet-ie ’t goed? Zijn er misschien problemen? Het enthousiasme van de boer mag niet wegebben omdat de machine niet zou deugen, of omdat hij niet weet hoe ’t werkt.”

Het is fantastisch om onze medemens in Roemenië te helpen, vindt Migchels. „Ook met zulk werk houd je met elkaar de kerk in stand.”