Dat heeft minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) woensdag gezegd tegen de Tweede Kamer. De Kamer had aangedrongen op een verblijfsvergunning voor Mauro, die 8 jaar geleden naar Nederland kwam.

Volgens Leers was vanaf de eerste aanvraag van Mauro het uitgangspunt dat hij terug zou keren naar Angola. Maar op aandrang van de Kamer besloot de minister onlangs nog eens naar de zaak te kijken. Zijn conclusie is nu dat hij volgens het bestaande asielbeleid geen mogelijkheden ziet Mauro een verblijfsvergunning te geven.

Leers heeft ook nog bekeken of Mauro op grond van toelating voor werk of studie verblijfspapieren kan krijgen, maar ook dat zit er niet in. De minister benadrukte dat dit Mauro niet is aangeboden. Er zijn meer gevallen die vergelijkbaar zijn met Mauro, zei de minister, dus kan hij geen uitzondering maken.

Hij is ook niet van plan nieuw beleid te maken om Mauro en vergelijkbare gevallen hier te laten blijven. Eerder kwam Leers wel met een regeling voor verwesterde Afghaanse meisjes nadat er ophef was ontstaan over het meisje Sahar.

De Tweede Kamer gaat nog in het openbaar debatteren over de kwestie. Het CDA steunt de opstelling van Leers (ook CDA), terwijl deze partij hem eerst nog opriep een uitzondering voor Mauro te maken. Volgens CDA’er Raymond Knops heeft de minister hem ervan overtuigd dat hij voor Mauro geen gebruik kan maken van de mogelijkheid om voor schrijnende gevallen een uitzondering te maken.

De minister zei daar zelf over dat deze zogeheten discretionaire bevoegdheid geen „rommelpot” is voor gevallen waarin politieke druk is ontstaan.

Teleurgesteld

Mauro en zijn pleegfamilie zijn buitengewoon teleurgesteld in de beslissing van minister Leers. Dat zei de advocaat van Mauro woensdag.

Mauro en zijn familie wachten de komende tijd met veel spanning de discussies in de Tweede Kamer af. Als die niets opleveren, volgt een klacht bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Wanneer Mauro terug zou moeten naar Angola is niet bekend. Volgens de advocaat van de 18-jarige jongen heeft Mauro precies dezelfde informatie tot zich gekregen als de feiten die woensdag via de media naar buiten kwamen. „De informatievoorziening vanuit het ministerie is extreem slecht”, aldus de advocaat van Mauro

Oppositie

De oppositie in de Tweede Kamer reageert teleurgesteld op de conclusie van minister Leers. PvdA-Kamerlid Hans Spekman hoopt dat het congres van het CDA zaterdag de Tweede Kamerfractie oproept alsnog achter Mauro te gaan staan.

Het CDA deed aanvankelijk ook een beroep op de minister om de jongen te laten blijven, maar liet zich er woensdag toch door Leers van overtuigen dat er voor Mauro geen uitzondering kan worden gemaakt. Oppositiepartijen hopen dat het CDA volgende week in een debat een voorstel kan steunen Mauro alsnog te laten blijven.

Ook SP-leider Emile Roemer doet een beroep op de christendemocraten. „De bal ligt nu bij het CDA. Een unieke kans om het barmhartige gezicht eindelijk weer eens te laten zien.” ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind meende van de minister begrepen te hebben dat hij nog studeert op de mogelijkheid om Mauro voor studie in Nederland te laten blijven.

Maar volgens Leers kan Mauro alleen vanuit Angola een aanvraag doen voor verblijf in Nederland voor studie. Voorwaarde is dan wel dat hij zijn opleiding niet in Angola kan volgen. Hier zal waarschijnlijk niet aan kunnen worden voldaan. Spekman noemt een verblijf voor studie ook geen optie voor Mauro, ook omdat hij geen studiehoofd is.

GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi vindt dat het afgelopen moet zijn met willekeur. „We moeten stoppen met het opgooien van een muntje: krijgt Gerd of Geert zijn zin?” Het Kamerlid doelt dan op PVV-leider Geert Wilders. De PVV heeft altijd gepleit voor terugkeer van Mauro en is dan ook tevreden met de uitkomst. Volgens deze partij is de jongen al lange tijd illegaal in Nederland en slaat hij uitspraken van de rechter in de wind.

Maar in de ogen van D66 ligt Leers aan de leiband van de PVV. De minister zou moeten komen met een bredere oplossing voor jonge asielzoekers die hier al jaren zijn. PvdA en ChristenUnie hebben hiervoor al een wetsvoorstel ingediend.