De Waarheidsvriend
Hoe kunnen kleine gemeenten een vergoeding voor een preekbeurt regelen? Dat gaat wel eens mis, legt C. Hendriks, voorzitter Stichting Kerkelijk Geldbeheer, uit in De Waarheidsvriend, weekblad van de Gereformeerde Bond.
„Het landelijk dienstencentrum heeft een aanbeveling doen uitgaan om per 1 januari 2013 de vergoeding te verhogen naar 120 euro. Zijn wij verplicht dit bedrag over te nemen? In de eerste plaats is een arbeider zijn loon waard. Een preek maken kost een ervaren predikant al snel twee dagdelen. Als we de reistijd meerekenen, komt daar een dagdeel bij.
Dan zijn de genoemde bedragen niet ruim maar gewoon karig. Het is dan ook een vergoeding en geen uurtarief voor een academicus. Bovendien zijn de bedragen bruto, er moet nog belasting worden afgedragen.
Anderzijds ontstaat voor kleine gemeenten wel een probleem. Zoals een ouderling zei: „Daar moeten wij hier drie keer voor collecteren.” Bij veertig kerkgangers klopt dat zeker. „Dan moeten we maar zelf een preek gaan voorlezen”, zei een ander. „Of interen op onze reserve”, maar dat houdt wel een keer op.
Hoe hiermee om te gaan? Het formele antwoord luidt: het dienstencentrum geeft een advies maar iedere gemeente is vrij te doen wat men ter plaatse wil.
Belangrijker is dat wanneer men wil afwijken van de adviesvergoeding dit vooraf goed gecommuniceerd wordt. Voorkomen moet worden dat hier achteraf discussie over ontstaat. Een ouderling vertelde mij dat een predikant na bijschrijving belde met het verzoek om aanvulling, omdat hij meende daar recht op te hebben. Dat leidt tot ongemakkelijke discussies. Beter is het om inhoudelijk over de preek na te praten.”