Geregeld ongevallen op onbewaakte spoorovergangen
Geregeld doen er zich in Nederland ongevallen voor op onbewaakte spoorwegovergangen, nogal eens op het platteland. Kan het veiliger?
In zijn hoofd galmt de „doffe klap” nog wel eens na. „Ik hoorde de trein toeteren en meteen daarna was het: boem. Metaal op metaal. Ik dacht: Dit is mis”, vertelt de 75-jarige H. Bouwer in zijn woonboerderij aan de Wiersseweg in het buitengebied van Ruurlo, in de Achterhoek.
Hij blikt terug op een ernstig ongeval op de onbewaakte spoorwegovergang pal voor zijn woning, drie weken geleden. Een taxibusje kwam op het enkelspoor in botsing met de trein. De bestuurder overleefde het ongeval, maar raakte wel gewond. „Samen met mijn hulp zat ik in de kamer toen het ongeval gebeurde. Nadat de trein had getoeterd, hoorde ik gelijk een knal. Mijn hulp zag door het raam nog een flits. Het busje werd tientallen meters mee gesleurd. Toen we 1-1-2 hadden gebeld, kwamen algauw tientallen hulpverleners.”
De boerderij van Bouwer, gepensioneerd accountant, ligt als het ware op een eilandje en is alleen te bereiken door het spoor over te steken (zie foto). De spoorwegovergang bij de boerderij is niet bewaakt met spoorbomen, bellen en lichten. Wel staan er staan rood-witte spoorhekjes en het rood-witte zogeheten andreaskruis. Zo’n 50 meter verderop langs het spoor bevindt zich wel een bewaakte overgang, dus met slagbomen, bellen en lichten.
Zeker als de mais hoog staat, is de onbewaakte spoorovergang voor de woning van Bouwer vanaf de openbare weg niet meteen bijzonder goed te zien.
Al meer dan eens maakte hij mee dat weggebruikers per ongeluk afsloegen naar zijn erf en dus richting de onbewaakte overgang, in plaats van de afslag met de spoorbomen 50 meter verderop te nemen. „Denk aan een wielrennersclub die per ongeluk richting mijn boerderij fietst.”
Hoewel hij voor zichzelf een bewaakte spoorovergang bij zijn boerderij niet nodig vindt, zou die voor anderen het spoor veiliger maken, denkt Bouwer.
Daags na het ongeval belde ProRail hem over de onbewaakte spoorovergang. Kort daarvoor had Bouwer naar de spoorbeheerder gemaild, onder meer over veiligheid. „Ik heb begrepen dat er wat aan wordt gedaan. Dan denk je: Men wordt wakker, men dempt de put als het kalf verdronken is.”
Het plan zou zijn dat de onbewaakte spoorwegovergang dichtgaat en dat er een ontsluitingsweg met brug komt, zodat Bouwer zijn woning kan blijven bereiken. Voorzichtigheid is geboden, telkens weer, zegt hij. „Je moet goed je gedachten erbij houden als je het spoor oversteekt. Mijn hond krijgt een seintje voordat hij het spoor over mag.”
Een spoorongeval ligt op de loer, weet de inwoner van Ruurlo. Meermalen per uur komt de trein voorbij. „Mijn dochter wilde hier ooit haar auto bij de boerderij parkeren. Ze reed het spoor over, maar ontdekte dat er geen plek was. Wat geërgerd gaf ze gas en ging ze weer terug het spoor over. Ze lette niet goed op en miste de passerende trein maar net. Dan zit de schrik je in de benen.”
Dodelijke ongevallen
In Nederland gebeuren geregeld ongevallen op onbewaakte spoorwegovergangen (zie ook kader). Eind 2008 nam de Kamer een SGP-motie aan waarin de toenmalig minister Eurlings van Verkeer werd gevraagd zo spoedig mogelijk een eind te maken aan onveilige situaties bij onbewaakte overgangen. Destijds was de aandacht gericht op de Valleilijn, het spoor tussen Barneveld en Amersfoort. Knelpunten daar zijn toen volgens de SGP opgelost.
Het aantal dodelijke slachtoffers op overwegen (zowel bewaakt als onbewaakt) in Nederland vertoont een „dalende trend”, stelt ProRailwoordvoerster Elles in ’t Hout. In de periode 2001-2010 deden zich in totaal 169 ongevallen met dodelijke afloop voor (zie grafieken). Gevallen van suïcide zitten daar niet bij. Behalve ongelukken met dodelijke afloop gebeuren er jaarlijks tal van ongelukken waarbij gewonden vallen. Verder gaat het nogal eens net niet mis.
Op de onbewaakte overwegen gebeurden vanaf 2008 tot nu 51 ongevallen, aldus ProRail in eind vorige week verstrekte gegevens. Daarbij vielen 12 doden, 6 zwaargewonden en 16 lichtgewonden. Voor bewaakte overwegen gaat het in de periode 2008 tot nu om 118 ongevallen, waarbij 32 doden, 8 zwaargewonden en 14 lichtgewonden vielen.
Johan Jacobs, directeur spoor van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, stelde in mei 2010 dat het doel om het aantal slachtoffers op overwegen in 25 jaar te halveren is gehaald. Hij zei dat in een publicatie naar aanleiding van het project ”Infrastructurele Barrièrevorming-Recreatie” (waarbij recreatieve fietsers, wandelaars en paardrijders met onder meer ProRail overleggen over spoorwegovergangen). In 1985 vielen er op de overgangen volgens Jacobs 48 slachtoffers, terwijl „we de laatste jaren ver onder de 24 slachtoffers zitten.”
Tunnels
Nederland telt in totaal 2522 spoorwegovergangen. Daarvan zijn er 606 onbewaakt. Van die 606 onbewaakte overgangen liggen er 444 op particulier terrein, van bijvoorbeeld een boer.
Spoorbeheerder ProRail heeft de afgelopen jaren tal van spoorwegovergangen in Nederland extra beveiligd, zeker in de bebouwde kom. Zo zijn er tunnels aangelegd.
Bewaakte overwegen bestaan in veruit de meeste gevallen uit ahob-installaties (automatische halve overwegbomen). Zo’n installatie bestaat onder meer uit halve slagbomen, bellen en lichten (zie foto). De ahob-installaties kwamen in de plaats van de vroegere automatische knipperlichtinstallaties (aki’s). Verder zijn er de afgelopen jaren honderden onbewaakte overwegen opgeheven.
Toch rijst de vraag: Moet ProRail niet meer werk maken van de onbewaakte spoorwegovergangen, vaak op het platteland? Is een dergelijke oversteekplaats over het spoor, zonder spoorbomen en zonder bellen en lichten, een gevaar voor mensen die onbekend zijn in zo’n gebied?
„Onbewaakte spoorwegovergangen zijn voor ProRail absoluut geen ondergeschoven kindje. We streven naar zo min mogelijk van dergelijke overgangen”, reageert ProRailwoordvoerder Elles in ’t Hout. „We hebben ze allemaal in het vizier. Het liefst hebben we helemaal geen overwegen, omdat die altijd een risico inhouden, met of zonder slagbomen.”
Het „zoeken naar de beste oplossing” voor onbewaakte overwegen is „maatwerk”, benadrukt In ’t Hout. „Je kunt niet zomaar al die overwegen opheffen of overal een tunnel aanleggen. Het kostenplaatje speelt ook een rol. We voeren met diverse partijen overleg, zoals gemeenten en particulieren. Soms willen omwonenden of belangengroeperingen van bijvoorbeeld wandelaars en fietsers niet dat een onbewaakte overweg wordt gesloten. Wij attenderen de verschillende partijen voortdurend op de gevaren. Als er een ongeluk gebeurt, zie je dat die partijen zich meer bewust zijn van het belang om bijvoorbeeld toch extra maatregelen te nemen.”
In het geval van de onbewaakte overgang in Ruurlo „lijkt het erop dat de situatie gaat veranderen, al weet ik niet wanneer”, stelt In ’t Hout. „ProRail kijkt nog met de bewoners wat het beste is in deze situatie.”
Mechanisch bedienbare landhekken (mebela’s) op onbewaakte spoorwegovergangen blijken geen succes. In 2010 startte ProRail een proef met zes van deze hekken langs de spoorlijn Arnhem-Winterswijk. De bewoner op zo’n locatie moet met een sleutel het hek bij de onbewaakte overgang openen en weer sluiten. De proef krijgt waarschijnlijk geen vervolg, stelt In ’t Hout. „Onze ervaringen zijn niet onverdeeld positief.”
Dichte mist
Koeien en schapen grazen op de landerijen nabij Warnsveld, onder de rook van Zutphen. Een brede zandweg, sinds enkele jaren afgesloten voor verkeer, voert tussen de bomen door naar de spoorlijn. De overgang is onbewaakt, net als de overgang een paar honderd meter verderop.
De landelijke idylle in dit buitengebied werd in juli dit jaar ruw verstoord. Een mountainbiker kwam onder een trein op een van de onbewaakte overgangen. „Ik was er als eerste bij om hulp te verlenen”, zegt Bert Visschers. Vanuit de keuken van hun woning aan de Rietgerweg zien de oud-Defensiemedewerker en zijn vrouw op steenworpafstand het spoor liggen.
Ze zitten nogal eens in spanning, bijvoorbeeld als op een mooie zomerdag tientallen fietsers de onbewaakte spoorweg vlak bij hun woning oversteken – het pad naar de spoorlijn is een gemarkeerde fietsroute. „Je houdt soms je hart vast”, zegt Ine Visschers. „Je hoort dan de trein toeteren om mensen te waarschuwen.” Haar man: „Je ziet aan de ene kant van de spoorlijn een man staan en aan de andere kant zijn vrouw en dan denk je: Gaat dit goed?” Ine: „Bij dichte mist is het levensgevaarlijk. Je ziet niks.” Bert: „Maar dan ga je hier toch ook niet fietsen?”
Schrikken was het toen vorig jaar een vuilniswagen ternauwernood een trein kon ontwijken. „Korte tijd later was er bij die overgang een spiegel geplaatst, zodat mensen meer zicht hebben op de spoorlijn.”
In de tientallen jaren dat Bert Visschers langs het spoor aan de Rietgerweg woont, maakte hij enkele dodelijke incidenten mee. Het betrof zelfdodingen.
Wat vinden ze van een beveiligde spoorwegovergang, zodat er bellen gaan rinkelen en de spoorbomen sluiten als de trein in aantocht is? „Ik ben daar wat dubbel in”, reageert Bert Visschers. „Ik heb het liever niet. Ik zit niet te wachten op dat gebel, vier keer per uur. Mensen moeten zelf ook hun verantwoordelijkheid kennen, bijvoorbeeld als hier een horde paarden passeert. Maar ik denk ook: veiligheid staat voorop.”
Ongevallen
Op onbewaakte spoorwegovergangen gebeuren geregeld ongevallen. Voorbeelden van dit jaar.
-Ruurlo, september. Een taxibusje botst op een trein. De bestuurder van het busje raakt gewond.
-Sluiskil (bij Terneuzen), september. Een vrachtwagen botst op de locomotief van een goederentrein. Enkele kilometers verderop, bij Hoek, doet zich in augustus een soortgelijk ongeval voor. Een trein komt in botsing met een platte kar achter een tractor.
-’s Gravenpolder, juni. Een echtpaar in een auto botst op een (recreatieve) stoomtrein. De vrouw overlijdt, de man raakt gewond.
-Leeuwarden, april. Een trein botst op een tractor. De tractorbestuurder is ongedeerd. Een treinpassagier raakte lichtgewond.
„Weggebruiker heeft verantwoordelijkheid”
Als er een ongeval gebeurt op een al dan niet beveiligde spoorwegovergang, geeft het geen pas om meteen met de beschuldigende vinger naar spoorbeheerder ProRail te wijzen, zegt spoorkenner Marc Pieters.
„Weggebruikers hebben hun eigen verantwoordelijkheid”, zegt Pieters, werkzaam in de spoorsector. „Er komt een moment dat het niet reëel is om de verantwoordelijkheid uitsluitend bij ProRail te leggen, als je kijkt hoe groepen scholieren soms onnodige risico’s nemen en hoe auto’s tussen spoorbomen zigzaggen. Van een automobilist mag je ook verwachten dat die een onbewaakte spoorwegovergang voorzichtig nadert en zeker niet roekeloos passeert.
Je kunt na een ongeval wel zeggen: Waarom stonden op deze plek geen spoorbomen? Maar is dat terecht? Als je als mountainbiker niet bekend bent in een bosgebied, is het niet verstandig om vlak bij een spoorlijn met 30 kilometer een bos uit te komen scheuren. Daarmee zeg ik niet tegen een weggebruiker: Eigen schuld, dikke bult. Zowel verkeersdeelnemers als ProRail hebben hun verantwoordelijkheid.”
Voor Pieters, die voorheen als treintechnicus bij de NS alle sporen in Nederland verkende, staat vast dat ProRail de laatste jaren „hard bezig” is overwegen beter te beveiligen. „Voorbeelden bij bestaande overwegen zijn het vervangen van de traditionele verlichting door ledverlichting, die beter zichtbaar is. Ook akoestische signalen zijn verbeterd.”
De spoorspecialist uit Maarn kan zich voorstellen dat een onbewaakte spoorovergang die bijvoorbeeld alleen door een boer gebruikt wordt, wat „lager op de prioriteitenlijst” van ProRail en betrokken partijen staat. „ProRail kijkt naar ongevalscijfers en maakt samen met anderen een afweging. Geld speelt daarbij altijd een rol.”
Sluit onbewaakte spoorwegovergangen niet zomaar af en houd rekening met wandelaars, recreatieve fietsers en paardrijders. Dat pleidooi komt van Eric Nijland, zegsman van die groepen binnen de Stuurgroep Infrastructurele Barrièrevorming-Recreatie, een organisatie waarin de Stichting Wandelplatform-LAW, de Stichting Landelijk Fietsplatform en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie afgelopen jaren met onder meer ProRail overlegden over onbewaakte overgangen. „Onbewaakte spoorwegovergangen lopen vaak door landelijk gebied. Wandelaars kunnen via die overwegen zo’n terrein doorkruisen. Daarom moeten die overwegen niet zomaar worden afgesloten. Al is veiligheid natuurlijk een heel belangrijk item. Als een overgang wordt opgeheven, pleiten wij voor een goed alternatief, zoals een tunneltje.”