Politiek

Leegte nekt de grote drie partijen CDA, PvdA en VVD

Crisis bij de middenpartijen CDA, PvdA en –hoewel verbloemd– bij de VVD. Haalden de ‘grote drie’ in 1977 nog 130 Kamerzetels, bij de laatste verkiezingen waren dat er nog maar 82. En in de jongste peiling zijn het er slechts 61.

Kees de Groot en Gerard Vroeg­indeweij
22 October 2011 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 17:16
Foto ANP
Foto ANP

Vooral PvdA (17 zetels, volgens Maurice de Hond) en CDA (13 zetels) zitten in de hoek waar de klappen vallen. In de media wordt de oorzaak van hun slechte score vooral neergelegd bij de leider. Vooral PvdA-aanvoerder Cohen heeft het zwaar te verduren.

Maar wie zijn oren bij deskundigen te luisteren legt, hoort dat niet zozeer de leider, maar meer de leegte, het gebrek aan een eigen verhaal, CDA en PvdA parten speelt.

In deze tijd van sterk afgenomen kiezerstrouw kunnen een aansprekende leider en een geslaagde verkiezings­campagne de structurele neergang nog enigszins verbloemen. De laatste Tweede Kamerverkiezingen bijvoorbeeld waren een nek-aan-nekrace tussen PvdA (met haar nieuwe leider Cohen) en de VVD (die precies de juiste campagnethema’s had gekozen).

De VVD won die verkiezingen nipt, met 31 zetels. De liberalen zijn nu een jaar lang de grootste partij in de peilingen. Ruim anderhalf jaar geleden echter stonden ze slechts op 16 zetels, wat destijds tot grote zorgen leidde in de partij.

De oplossing voor de neergang van de middenpartijen moet (deels) komen van de wetenschappelijke instituten ervan. Bij het CDA wist het wetenschappelijk instituut (WI) tijdens de paarse jaren (1994-2002) een aansprekend verhaal uit te werken waarmee de partij vanaf 2002 een grote opleving bewerkstelligde.

Dat kunstje moet het CDA nu weer zien te herhalen. De partij bezint zich daarom op de vier kernbegrippen van de christendemocratie: solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en rentmeesterschap.

Het wetenschappelijk bureau van de PvdA doet hetzelfde en buigt zich over de vijf grote thema’s van de moderne sociaaldemocratie: bestaanszekerheid, verheffing, arbeid, binding en levensloop.

De directeuren van de WI’s van PvdA en CDA, respectievelijk Monika Sie en Raymond Gradus, geven een toelichting.


„Niet einde verhaal voor PvdA”

Einde verhaal voor de sociaaldemocratie? Wie de stand van de PvdA in de peilingen bekijkt, zou het bijna denken. Zo zwart ziet Monika Sie, directeur van de Wiardi Beckman Stichting (WBS) –het wetenschappelijk instituut van de PvdA– de situatie echter niet in.

Ze onderkent drie structurele oorzaken voor het teruglopende zetelaantal. „Allereerst zijn wij ons onderscheidende verhaal deels verloren doordat we onder de invloed van de liberale tijdgeest te veel naar het midden zijn opgeschoven. Niets is zo fnuikend als het verloochenen van je eigen waarden.”

Ten tweede is er een tegenstelling bij gekomen in de politiek. Naast het klassieke verschil tussen links en rechts speelt nu ook een culturele tegenstelling. „Enerzijds heb je kiezers die optimistisch zijn over globalisering, anderzijds kiezers die de effecten daarvan vrezen.” Omdat de PvdA die tegenstelling niet weet te overbruggen, lopen stemmers weg naar GroenLinks en D66 en naar de SP.

Ten slotte heeft de PvdA volgens Sie door lang mee te regeren een te bestuurlijk profiel en een centralistische partijorganisatie gekregen. „Zeker voor een linkse beweging is dat problematisch: die wil de samenleving hervormen, en daarvoor moet je steeds in contact blijven met de kiezers en met aan­verwante maatschappelijke organisaties.”

De WBS is daarom gestart met het project ”Van waarde”. Daarvoor zijn vijftien groepen van tien mensen samengesteld. Sie: „Als het ware onze gedroomde achterban, van studenten tot vuilnisophalers en zorgwerkers.” Hun is gevraagd waar ze mee zitten, met wie ze hun leefsituatie proberen te verbeteren, wat ze van de politiek verwachten.

„Onze voorlopig belangrijkste conclusie is dat velen, ook hoog opgeleiden, zich onmachtig voelen zelf iets te veranderen aan de samenleving”, stelt Sie. Dat komt volgens haar deels doordat intermediaire organisaties zoals politieke partijen hun belangrijkste taken (richting geven en mensen mobiliseren) hebben veronachtzaamd.

De gesignaleerde problemen zijn vervolgens voorgelegd aan een groep wetenschappers die op basis van het sociaaldemocratische gedachtegoed en hun academische deskundigheid een politieke diagnose stellen. „Aan de hand van onze beginselen proberen we te duiden waar de maatschappelijke pijn zit.”

Dat alles moet uitmonden in nieuwe sociaaldemocratische antwoorden op de maatschappelijke problemen. Met dat heruitgevonden verhaal moet de PvdA dan weer naar de kiezer kunnen. Maar niet alleen, meent Sie. „We moeten voortdurend zoeken naar een brede alliantie met vakbonden, maatschappelijke organisaties en met andere politieke partijen zoals SP, GroenLinks, D66 en ChristenUnie en een deel van het CDA.”

En niet meer alleen nationaal. Door de globalisering en europeanisering moet de PvdA samenwerken met buitenlandse sociaaldemocratische partijen. „Vroeger kon de PvdA in Nederland samen met het CDA het kapitalisme ombuigen in een menselijke richting, nu moet ze het in Europa eerst eens zien te worden met 26 andere sociaal­democratische partijen, die ieder hun belangen hebben.”

Alles bij elkaar een complexe opgave, meent Sie. „Door de internationalisering en de fragmentatie van het electoraat zijn de condities voor linkse politiek veel lastiger geworden.” Ze blijft evenwel optimistisch. Een goed verkiezingsresultaat is „niet bij voorbaat onmogelijk. De kiezer beloont een combinatie van een maatschappelijk gedragen, authentiek program en een gedreven leider.”


„CDA moet instituties koesteren”

Raymond Gradus, directeur van de Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, stelt dat álle middenpartijen in Europa in een legitimiteitscrisis verkeren. „Instituties, zoals overheden, politie, scholen en kerken, verliezen gezag. Dat straalt uit naar politieke partijen die het meest verbonden zijn met deze instituties. Die zitten dan ook in de hoek waar de klappen vallen. Populistische partijen doen het op dit moment erg goed.”

De oorzaken van de legitimiteitscrisis liggen volgens de directeur vooral in globalisering, toenemende onzekerheid, invloed van de (sociale) media en individualisering. „Ook ontzuiling speelt een belangrijke rol. Vroeger lag door opvoeding en leefmilieu min of meer vast wie op welke partij stemde. Door de ontzuiling is dat grotendeels verdwenen.”

Voor het CDA komt daar nog bij dat de partij decennialang onafgebroken regeringsverantwoordelijkheid heeft gedragen. De christendemocratische denker: „Dat maakt het moeilijker om een eenduidig politiek verhaal uit te dragen.”

Het CDA moet er volgens de directeur voor zorgen dat het politieke verhaal op orde is. „We moeten kiezers zien te binden aan een toekomstgericht beleid. Populisten bepalen hun standpunten op basis van opiniepeilingen. Ik geloof dat burgers daar een keer doorheen prikken.”

Gradus erkent dat er voor het uitdenken van een toekomstige CDA-koers een stevige verantwoordelijkheid ligt bij het wetenschappelijk instituut. In de jaren tachtig van de vorige eeuw dacht de CDA-denktank het concept van de verantwoordelijke samenleving uit. Met die boodschap hadden de christendemocraten een leidinggevende positie in politiek Den Haag. In de jaren negentig kreeg het CDA forse klappen te verwerken, maar de partij kwam met het rapport ”Nieuwe wegen, vaste waarden”. Mede daardoor krabbelde het CDA er weer bovenop.

Gradus stelt dat ‘zijn’ instituut nu ook bezig is antwoorden te geven op de vragen anno 2011. „In principe staat onze maatschapijvisie rechtovereind, maar hier en daar is wel actualisering nodig. We hebben pas een analyse gemaakt van de ontregelde samenleving. We komen nog met rapporten over geloof en samenleving en ook over duurzaamheid en menselijke waardigheid.”

Verder is de partij druk bezig om haar vier uitgangspunten, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en rentmeesterschap, tegen het licht te houden en te bezien hoe deze een eigentijdse vertaling kunnen krijgen.

De belangrijkste groep die aan de slag is met de koers van de partij voor de komende vijftien jaar is de commissie strategisch beraad. Die staat onder voorzitterschap van oud-minister De Geus. Het WI is betrokken bij dit beraad, maar deze commissie is net begonnen.

De christendemocraat is niet pessimistisch over de kansen voor het CDA. „De mens is een sociaal wezen en verlangt naar gemeenschap en identiteit. Ook anno 2012 zijn gezinnen en families enorm belangrijk. Samen met scholen, verenigingen en kerken zorgen die voor de morele vorming van burgers. Dat moet het CDA koesteren en ook uitbouwen. Daar liggen kansen. Ik zeg wel eens als yuppen die op zoek zijn naar het snelle geld een oordeel willen over de graaicultuur: Vraag het maar aan je moeder. Als er weer aandacht is voor morele vorming, is er ook aandacht voor het CDA.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer