CIA: Geluidsband is van Saddam
De Amerikaanse inlichtingendienst CIA denkt dat de geluidsband die vorige week werd uitgezonden door de Arabische zender al-Jazeera „zeer waarschijnlijk” een boodschap bevatte van de verdreven Iraakse dictator Saddam Hussein.
Volgens CIA-woordvoerder Bill Harlow was de kwaliteit van de geluidsband te slecht om er absoluut zeker van te zijn. „Maar na een uitvoerige technische analyse zijn wij er vrijwel zeker van dat het werkelijk om de stem van Saddam Hussein ging”, aldus Harlow. Als dit klopt, is dat slecht nieuws voor president Bush. Saddam riep op de band namelijk op tot verzet tegen de „ongelovige bezetters.”
Amerikaanse militairen in Irak worden dagelijks aangevallen. Hoewel Washington officieel volhoudt dat men in Irak voldoende troepen heeft om deze aanvallen af te weren, verklaarden enkele militaire deskundigen tegenover The Washington Post dat de geallieerden in Irak „in toenemende mate worden geconfronteerd met een regelrechte guerrilla.” Dit betekent dat er voorlopig niets komt van terugtrekking van Amerikaanse troepen. Integendeel, men houdt zelfs rekening met de mogelijkheid dat er extra troepen nodig zijn.
Witte-Huiswoordvoerder Ari Fleischer noemde die Irakezen die gehoor aan Saddams oproep geven en Amerikaanse militairen aanvallen „de ergste vijanden van Irak zelf.” Overigens gaf Fleischer maandag voor het eerst formeel toe dat president Bush’ bewering -in januari in zijn State of the Union oftewel regeringsverklaring- dat Irak uranium had gekocht in het Afrikaanse Niger op „onjuiste informatie berustte.”
Washington liet die bewering vorig jaar onderzoeken door oud-ambassadeur Joseph Wilson. Die kwam er al snel achter dat er sprake was van een onjuist verhaal, gebaseerd op vervalste documenten. Hij meldde dit bij terugkeer in Washington, maar desondanks herhaalde president Bush de beschuldiging in januari nog eens als „bewijs dat Saddam Hussein aan een verboden kernwapenprogramma werkt.” Enkele Democratische senatoren willen nu weten of de Republikeinse president de zaak bewust heeft overdreven om de oorlog tegen Irak te rechtvaardigen, of dat hij het slachtoffer is geworden van gebrekkige communicatie binnen zijn regering.