Commentaar: Sensatie en menselijke waardigheid rond dood Gaddafi
Muammar Muhammad Abu Minyar al-Gaddafi is dood. Het duurde donderdag even voor dat bericht tot de wereld was doorgedrongen. Aanvankelijk heette het dat de voormalige Libische dictator was opgepakt en slechts aan zijn benen gewond was geraakt. Binnen enkele uren werd echter duidelijk dat hij door zijn hoofd was geschoten en kort na zijn arrestatie was overleden.
Over de werkelijke toedracht van de gebeurtenissen van donderdag bestaat nog altijd grote onduidelijkheid. De verhalen variëren van een wild bericht dat Gaddafi uit een gat in de grond werd gevist tot de lezing dat de Libische leider na een NAVO-luchtaanval in een vuurgevecht om het leven kwam.
Hoe het ook zij, de hele wereld zat donderdag in spanning te wachten tot de eerste beelden van een dode Gaddafi werden verspreid. We leven immers in een beeldcultuur, en met een overlijdensbericht an sich nemen we klaarblijkelijk geen genoegen meer. Redacties van nationale en internationale media braken zich –sommige korter dan andere– het hoofd of ze de foto’s en video’s van het bebloede en ontzielde lichaam van Gaddafi moesten publiceren.
Daarbij leek maar één criterium leidend: is de dood van Muammar Gaddafi officieel bevestigd of niet. Zo ja, dan kunnen de beelden online. Nieuwswaarde en kijkcijfers waren bepalend. Principes als menselijke waardigheid, respect voor de doden en algemeen fatsoen telden in die afweging kennelijk niet mee. Om nog maar niet te spreken van de vele kinderen die de bloederige taferelen op momenten die buiten de normale bedtijd vielen konden bekijken.
Nu gaat het natuurlijk niet aan om de wereld mooier voor te doen dan die in werkelijkheid is. Bij dit gebroken ondermaanse horen helaas zaken als oorlog, rampen en leed. Daar kunnen en mogen we onze ogen niet voor sluiten. In het besef dat ons dit alles om onze zonden overkomt.
Evenmin kan het brute optreden van Gaddafi in de afgelopen decennia op wat voor manier dan ook worden vergoeilijkt. Met ijzeren vuist regeerde hij Libië. De levens van zijn eigen mensen telden voor hem nauwelijks. Ook deinsde hij er niet voor terug om zich aan internationaal terrorisme schuldig te maken. Dat alles zal hij hebben moeten verantwoorden.
Tegelijkertijd was Muammar Gaddafi ook een mens, met alle schromelijke gebreken die hij had. Zijn kleinkinderen zullen donderdag vermoedelijk ook de beelden hebben gezien van een bebloed en met kogels doorzeefd lichaam dat op een pick-up door de straten werd gereden. En van de duizenden Libiërs die juichend de straat op gingen om de dood van de gehate ex-dictator te vieren. Weinig verheffend.
Dit alles bevestigt eens te meer dat terughoudendheid in de berichtgeving is geboden, zeker als het om beelden gaat.
Tot zover de verantwoordelijkheid van de media.
Maar wie heeft donderdag niet actief op internet gezocht naar beelden van een dode Muammar Gaddafi? Sensatiezucht doet doorgaans niet onder voor te weinig respect voor de menselijke waardigheid in de media.