Dat hebben B en W van Utrecht woensdag in een brief aan de raad geschreven. Het plan van aanpak moet voor het eind van het jaar bij het kabinet liggen, aldus het college. B en W voorspellen dat de noordvleugel zal uitgroeien tot één zogenoemd ’daily urban system’.

De steden zijn toonaangevend op het gebied van zakelijke en financiële dienstverlening en de creatieve industrie. Al gevestigde bedrijven en organisaties in Amsterdam en Utrecht werken veel samen, onder meer omdat er een gedeelde economische agenda is. De steden zijn ook mede van elkaar afhankelijk om hoogwaardig openbaar vervoer, zoals het Randstadspoor en de ICE naar Keulen en Frankfurt, goed te kunnen regelen, aldus het Utrechtse college.

Utrecht, Amsterdam en Almere zullen er samen 276.000 inwoners bij krijgen in de komende 30 jaar en moeten daarom alleen al qua woningbouw met elkaar in de slag, meent het college. Andere punten van overleg zijn de bereikbaarheid, de wens van Utrecht om Europese cultuurhoofdstad te worden in 2018 en de Amsterdamse wens om de Olympische Spelen te organiseren in 2028.

B en W spreken in de brief nadrukkelijk niet over een Randstadprovincie, want daarover zijn de meningen in de diverse provincies en bestuurslagen nog zeer verdeeld. De provincies Utrecht en Flevoland willen bijvoorbeeld niet mee te werken aan het jongste kabinetsplan voor een Randstadprovincie bestaande uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland.