Cursus ”Muziek met opa en oma” brengt iedereen in beweging
Tim en zijn opa stappen als eersten binnen. „Wat gaan we doen? Jan Huigen in de ton, en dan?” vraagt opa. „Bám”, weet de kleinzoon. Oscar en zijn oma volgen. „Het regent”, meldt Oscar aan Corry de Klepper. „Dan gaan we een liedje over de regen zingen”, reageert de cursusleidster.
Steeds meer deelnemers aan de cursus ”Muziek met opa en oma” in woon-zorgcentrum De Meander in Nieuwerkerk aan den IJssel druppelen binnen. In totaal elf kinderen, opa’s en oma’s en enkele moeders. De volwassenen zitten op stoelen tegen de wand. Voor de jeugd liggen rode stoffen stippen op de vloer. Sommige kinderen kruipen echter bij oma op schoot.
De cursusleidster pakt een beer om het ijs te breken. „Hallo, ik ben beertje Bas. En wie ben jij?” De beer geeft alle jeugdige cursisten een beurt. Na ”Klap eens in je handjes” komen de bellenkransen tevoorschijn. Niet alleen kinderen krijgen er een, ze mogen ook een krans geven aan de vier bewoners van De Meander die de zaal binnen zijn gebracht. Het duurt niet lang of bijna alle aanwezigen lopen in ganzenpas rondjes langs de rode stippen op de vloer. Er hangt een ontspannen sfeer. Alle activiteiten en de overgangen daartussen gaan vergezeld van een lied. Zonder dat de kinderen het door hebben, worden ze muzikaal bijgespijkerd. Ze zingen dat het een lieve lust is, maar tikken ook ritmes op de vloer en op een trommel. Zo ontwikkelen ze maat- en ritmegevoel.
Het is de eerste keer dat de Nieuwerkerkse muziekschool acht bijeenkomsten voor kinderen van 2 tot 4 jaar en hun grootouders organiseert. „Bij cursussen zoals ”Muziek op schoot” en ”Spelen met muziek” komt altijd een ouder mee, maar we zien steeds vaker een opa of oma verschijnen”, vertelt De Klepper. „Laatstgenoemden weten niet altijd hoe ze vroeger geleerde liedjes vandaag kunnen gebruiken. In deze cursus laten we zien hoe muziek dagelijkse handelingen kan ondersteunen. Het aanbod biedt senioren handvatten om met hun kleinkind bezig te zijn. Tegelijkertijd kan muziek afleiden en ongewenst gedrag doorbreken. Een wandelliedje brengt kinderen die niet verder willen lopen weer in beweging. Een vliegtuiglied kan helpen een stukje brood naar binnen te krijgen. Een opruimlied komt altijd van pas.”
Het cursusaanbod omvat een mix van oude en nieuwe versjes. Naast het bekende ”Onder moeders paraplu” passeert er een halve dierentuin met bijbehorende liedjes. Die beestenboel brengt kinderen en opa’s en oma’s in beweging. Laatstgenoemden waarderen de cursus. De oma van Sem geniet van de „vrolijke boel.” Tims opa: „Dit is gewoon leuk om te doen.” Hij en Tim oefenen thuis de liedjes.
De cursus wordt bewust in een zorgcentrum gegeven, in de hoop dat er bewoners langskomen. Degenen die er vandaag zijn, beleven een mooie drie kwartier. Het rollen en gooien met ballen valt in de smaak bij de jeugd én bij de mensen van De Meander. Laatstgenoemden vangen ballen en gooien deze terug. Als de cursusleidster tot slot op een blokfluit inzet met ”Slaap, kindje, slaap” begint een bewoonster spontaan het lied te zingen.