PKK-geweld bemoeilijkt nieuwe Turkse grondwet
ISTANBUL (ANP) – „Onze wraak zal enorm zijn”, zo reageerde de Turkse president Abdullah Gül woensdagochtend op een PKK-aanval in het zuidoosten van Turkije. De Koerdische afscheidingsbeweging PKK had twee politieposten aangevallen. Daarbij kwamen in de nacht van dinsdag op woensdag 26 soldaten om het leven en raakten er 16 gewond.
Turkse grondtroepen zijn voor het eerst sinds 2008 de grens met Noord-Irak overgestoken om jacht te maken op de PKK-strijders.
Het toegenomen geweld werpt een schaduw over het werk van een parlementaire commissie die onderhandelt over een nieuwe Turkse grondwet. De commissie werd dinsdag officieel geïnstalleerd en is woensdagochtend, ondanks het nieuwe geweld, aan haar eerste vergadering begonnen.
De nieuwe grondwet zou een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de Koerdische kwestie, maar de verhoudingen staan nu verder op scherp: de Koerdische partij BDP wordt door andere partijen verweten niet duidelijk genoeg afstand te nemen van PKK-geweld. De BDP wordt gezien als de politieke tak van de PKK. De BDP verzet zich op haar beurt tegen Turkse bombardementen van PKK-stellingen in Noord-Irak. Het heeft ook moeite met de arrestatie van honderden Koerdische politici die banden zouden hebben met de PKK.
Gewelddadigheden tussen de PKK en het Turkse leger zijn aanzienlijk toegenomen sinds de verkiezingen in juni. De PKK en afsplitsingen van de groepering vallen niet alleen Turkse militairen en politieposten aan, maar hebben de afgelopen maanden bijvoorbeeld ook andere overheidswerkers, zoals leraren, ontvoerd, en bomaanslagen gepleegd waarbij burgerdoden vielen.
Het Turkse leger voert vrijwel dagelijks bombardementen uit op PKK-kampen in Noord-Irak. De Koerdisch-Iraakse autoriteiten in het gebied ontruimen af en toe dorpen in het gebied om burgerdoden te voorkomen. Met de Turkse grondtroepen die nu de grens zijn overgestoken, gaat de strijd een nieuwe fase in.