De studentenvereniging voor studenten met een reformatorische achtergrond hield haar najaarsvergadering, met als jaarthema ”Het geloof”, in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Prof. Van Nieuw Amerongen, emeritus hoogleraar orale biochemie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, refereerde over het geloof als bewijs van de dingen die men niet ziet. Ds. B. J. van Boven, predikant van de gereformeerde gemeente van De Valk-Wekerom, sprak over de orde des heils.

Prof. Van Nieuw Amerongen stelde direct aan het begin van zijn referaat dat christenen, ook christenwetenschappers, geen moeite hoeven te hebben om in een andersdenkende omgeving te functioneren, als ze de Heere kennen. „In eigen kracht kan het absoluut niet. Je gaat omver. Maar in eigen kracht kun je ook niet goed floreren in een reformatorische omgeving. Zonder waar geloof gaat het fout, maar als we een waar geloof hebben, kunnen we zowel op de ene als op de andere plaats zinvol functioneren.”

Hij noemde wel een beperking. „Als we bewust de wereld opzoeken, moeten we geen kracht van God verwachten, maar het is anders als we ergens geplaatst worden.” De emeritus hoogleraar zei dat het dan geen moeite kost om met andersdenkenden om te gaan, omdat er bewogenheid is. „Dan getuig je vanzelf over wat er in je hart leeft.” Hij vertelde van een zakelijk gesprek dat hij had met een atheïstische collega die op het laatste moment begon over schepping en evolutie. „Dan kun je maar één ding doen: er serieus op ingaan. Zo’n gesprek heeft namelijk een onderlaag. Op dat moment was ik in staat om een getuigenis te geven van het christelijk geloof en kon ik vertellen waarom ik geloofde in de schepping van deze wereld door God.” In zo’n gesprek kom je niet verder dan het geven van een getuigenis. „Je kunt getuigen van de hoop die in je is, maar óvertuigen is het werk van God. Je kunt proberen de ander te overreden met kracht van argumenten, maar dan bestaat het gevaar dat je de ander alleen maar klem zet.”

Het luistert nauw, aldus prof. Van Nieuw Amerongen. „Ik kan vanuit mezelf niet getuigen. God heeft me afhankelijk gemaakt. Ik heb Hem telkens weer nodig. Allerlei bagage, zoals bevinding, helpt niet. Hoe afhankelijker ik van de Heere ben en hoe minder ik zelf weet, hoe meer ik een middel in Gods hand mag zijn.”

Haaks

Geloof en wetenschap zijn twee aparte gebieden die haaks op elkaar staan, vindt hij. „In de wetenschap gaat het om bewijs dat men ziet. Bij het geloof gaat het om bewijs dat niet te zien is, zoals het staat in Hebreeën 11. Dat Bijbelhoofdstuk heb ik in mijn leven wel honderd keer gespeld.” Hij waarschuwde dat het in de wetenschap niet alleen om de feiten gaat, maar ook om de uitleg daarvan. „In de interpretatie van feiten kunnen wetenschappers wel degelijk van elkaar verschillen.”

Apologetiek kan, aldus de hoogleraar, een hulpmiddel zijn, maar hij waarschuwde voor grote verwachtingen. Als voorbeeld noemde hij de Twaalf Artikelen. „Veel artikelen vallen niet te bewijzen, zoals die over de Heilige Geest, de vergeving der zonden, de wederopstanding van het vlees en het eeuwige leven. Het gaat erom of we geloven wat er in Gods Woord staat.”