Russen wennen aan zwarte weduwen
De Tsjetsjeense moordaanslag zaterdag op een Moskous rockfestival toont aan dat het Kremlin nog ver verwijderd is van een definitieve oplossing van het Tsjetsjeense conflict.
Plaats van de eerste Tsjetsjeense zelfmoordaanslag op Moskous grondgebied was het voormalige vliegveld van Toesjino in het westen van de stad. Er hadden zich daar meer dan 40.000 jongeren verzameld voor het jaarlijks terugkerende rockfestival Krylja (vleugels), georganiseerd door het populaire biermerk Staryj Melnik (oude molen). Zoals altijd bij dergelijke festivals in Rusland was het een enorm gedrang bij de twee ingangen van Krylja. Politieagenten onderwierpen de bezoekers volgens ooggetuigen aan een soms uiterst hardhandige fouillering.
Sommigen mochten uiteindelijk niet naar binnen, onder wie twee Tsjetsjeense jonge vrouwen. Volgens een politiewoordvoerder was hen de toegang al ontzegd voordat ze aan fouillering en metaaldetector waren onderworpen. Ze zouden zich te geagiteerd en opzichtig hebben gedragen.
Toch zagen ze beiden kans om nog in de rij een riem met explosieven op te blazen. Ze deden dat vlak na elkaar, ieder bij een andere ingang. Bij de 20-jarige Zalichan Elichadzjijeva gingen de explosieven succesvol af. Bij de andere nog niet geïdentificeerde Tsjetsjeense terroriste haperden de explosieven, waardoor ze alleen zelf de dood vond.
Hoewel de politie onmiddellijk de directe omgeving van de aanslag afzette en de daar aanwezige mensen evacueerde, ging het rockfestival zelf gewoon door. De biertap bleef open en de uitsluitend Russische rockgroepen speelden hun nummers alsof er niets aan de hand was. Veel bezoekers wisten daarom niet dat er een aanslag was gepleegd en hoorden dit pas na afloop.
Maar toen ze via hun mobieltje naar huis wilden bellen om te vragen of dit klopte, bleek deze niet te werken. De autoriteiten had het gehele mobiele telefoonverkeer op het terrein stilgelegd. „Om paniek te voorkomen”, aldus een woordvoerder van de politie.
Ook in Moskou zelf was er weinig van te merken dat de zwarte weduwen, zoals de Tsjetsjeense zelfmoordterroristes inmiddels in Rusland worden genoemd, voor het eerst hadden toegeslagen in de Russische hoofdstad zelf.
Radio en televisie spraken weliswaar over verhoogde en intensieve politiecontroles. Maar in het centrum van de Russische hoofdstad was het afgelopen weekeinde niet meer politie op straat dan anders.
„Ach, we weten toch allemaal dat dit loze woorden zijn van onze autoriteiten”, meent Pasja, die zoals de meeste Moskovieten weinig onder de indruk is van de aangekondigde extra veiligheidsmaatregelen. „Misschien zijn er vandaag en morgen iets meer agenten op straat, maar daarna is het weer zoals van ouds. En iedereen weet toch ook hoe makkelijk onze agenten zijn om te kopen.”
Ook de reactie op het nieuws van de aanslag wordt door veel Moskovieten als gebruikelijk beschouwd. „Ach, we zijn het al jaren gewend, die Tsjetsjeense aanslagen”, zegt Tanja luchtig. „Ik trek me er verder weinig van aan, dit gebeurt toch zo vaak.”
Zelfs toen de eerste berichten binnensijpelden op de radio in een eetgelegenheid aan de Moskouse hoofdstraat Tverskaja, haalden de meeste bezoekers hun schouders op en vervolgden direct hun gesprekken over hun luxe vakanties op de Malediven en Mauritius.