Laatste loodjes en een lege tas
De tas raakt langzaam leger, en daaraan merkt minister Zalm dat de vakantie eraan zit te komen. Is het in het politieke hoogseizoen voor hem iedere avond buffelen geblazen om zich door de brij aan ambtelijke stukken en politieke voorstellen heen te worstelen, nu, in recestijd, kan de spelletjesfanaat in de vice-premier eindelijk weer eens aan zijn trekken komen, en dus maakt de computer in huize Zalm overuren.
Maar alles is natuurlijk relatief. Reces is nog geen vakantie, en wat is vakantie als je minister bent? Begin juli moet Zalm zijn aandacht nog wel degelijk bij de financieel-economische politiek houden. De jaarlijkse julibrief, een opmaat voor de opstelling van de rijksbegroting, wordt op woensdag in een speciale ministerraad besproken. Op donderdag volgt een cruciaal gesprek met werkgevers en werknemers, ofwel de sociale partners.
Formeel is het een kennismakingsgesprek, het zogenaamde voorjaarsoverleg dat voor donderdag gepland staat. Maar om den drommel wil het kabinet niet dat het blijft bij het schudden van handen en het uitwisselen van visitekaartjes. Er moet een eerste stap worden gezet in de richting van loonmatiging. Werkgevers en werknemers moeten worden overtuigd van het belang van een daadkrachtige herstelbeleid voor de economie
’s Ochtends zet Zalm in een speciaal vierhoeksoverleg eerst zijn politieke klok gelijk met die van de premier, de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Sociale Zaken. Minister De Geus van Sociale Zaken moet vanwege familieomstandigheden verstek laten gaan. De heren bewindslieden spreken af zich gematigd te zullen opstellen, om het contact met de vakbonden niet al voor de vakantie te verliezen.
Niettemin besluit Zalm in het voorjaarsoverleg een duidelijk signaal af te geven aan zijn vrienden van de vakbeweging, waarbij hij niet nalaat op te merken dat hijzelf lid is van zowel FNV als CNV. Ze mogen hem dan zien als een benepen rekenmeester die de rest van het kabinet aan zijn „boekhoudersmentaliteit” onderwerpt, maar ze moeten goed doorhebben dat het de economische tegenwind is die hem daartoe dwingt. „Ik heb lege zakken”, laat hij bij binnenkomst weten. „Het kabinet is blut.”
En het is nog waar ook. Als minister zit Zalm klem tussen de kaders van het regeerakkoord, de eisen van het Europese stabiliteitspact en de verslechterde economische vooruitzichten. Geeft hij toe aan de drang van de vakbonden, inmiddels versterkt door de werkgeversorganisaties, om meer geld uit te geven, dan moet hij of het regeerakkoord schenden, of hij krijgt het in 2007 met de Europese Commissie aan de stok.
Dat is de reden waarom Zalm het kabinet voorstelt om boven op de 13 miljard die het kabinet al wilde bezuinigen, nog eens 3 miljard in te teren op de uitgaven, dan wel binnen te halen via lastenverzwaring. Het staat allemaal in de julibrief, die in no time op straat ligt, ministers tot wanhoop drijft en de vakbeweging in woede doet ontsteken. Maar Zalm zwicht niet, en stelt tevreden vast dat hij het kabinet voorlopig mee krijgt.
De vrijdagse ministerraadsvergadering duurt deze week langer dan gewoon, maar het is dan ook de laatste keer voorlopig. Tot in augustus mogen alle ministers en staatssecretarissen uitrusten en op adem komen. Dan begint de echte begrotingsvoorbereiding, een zaak waar Zalm zijn ambtenaren al flink voor aan het brainstormen heeft gezet.
In de tussentijd wacht de vice-premier de aangename taak om twee periodes tijdelijk de baas van het land te zijn. Van 5 tot 19 en van 26 tot 30 juli is premier Balkenende namelijk met vakantie. Pas op 1 augustus hoopt Zalm zelf met zijn gezin af te zakken naar de Portugese Algarve.
Dit is het zesde verhaal in een serie over vice-premier Zalm. De serie wordt morgen afgesloten met een interview.