Kerk & religie

„Islam vermengt religie en politiek”

GRAND RAPIDS – De conferentie over de islam en de gereformeerde theologie op het Calvin Theological Seminary in Grand Rapids wordt spannend als de politiek aan de orde komt. De een stelt dat de islam gevaarlijk is omdat het geen enkele ruimte laat voor andere godsdiensten. De ander benadrukt dat ‘de islam’ niet bestaat en wil voorkomen dat de angst gaat regeren.

Van een medewerker
14 October 2011 22:42Gewijzigd op 14 November 2020 17:09
Kapel van het Calvin College in Grand Rapids. Foto RD
Kapel van het Calvin College in Grand Rapids. Foto RD

Een Anglicaanse theoloog uit Australië Mark Durie, belicht de mogelijkheid die de islam biedt aan christenen en joden om voor de status van een ”dhimmi” te kiezen. Dat is een beschermde status voor niet-moslims in een islamitisch land. Moslims bestrijden de gedachte dat de islam gewelddadig is door te verwijzen naar deze optie. Durie ontkent dat er sprake is van een vrije keuze. Volgens Soera 9:29 in de koran moeten de mensen van het boek moslim worden of zich onderwerpen en belasting betalen aan moslims.

Uit de commentaren blijkt dat om bloedgeld gaat, een compensatie voor de financiële schade die moslims leiden door christenen en joden vrijheid te geven. Tot in de 19e eeuw ging deze belasting gepaard met een rituele slag in de nek van de dhimmi.

Alles is er op gericht om dhimmis te oefenen in onderwerping. Zij mogen niet tegen moslims getuigen, hun huizen moeten kleiner zijn dan die van moslims, zij mogen geen kerken bouwen of renoveren. In deze bepalingen ligt de achtergrond van het oplaaiende geweld tegen de kopten in Egypte.

In gemeenschappen van christenen heerst angst. Als iemand de voorwaarden van onderwerping negeert, door bijvoorbeeld te evangeliseren, kan dat als een boemerang werken op de hele christelijke gemeenschap. Durie signaleert in het Westen sporen van een dhimmi-houding in de angst om moslims te beledigen en in de erkenning van het historische belang van de islam voor de Renaissance. Op dit laatste punt komen kritische vragen. De situatie van een moslimminderheid in het Westen is niet te vergelijken met die in moslimlanden. Het is niet goed om zo massief over de islam als vijand te spreken en een boodschap van de angst te prediken, aldus sommige critici.

John Bolt, hoogleraar systematische theologie in Grand Rapids werkt de gedachte van de twee rijken uit voor de houding tegenover de islam. Westerse christenen behoren niet alleen tot het koninkrijk van God, maar zijn ook burgers. Als volgelingen van Christus hebben zij een geestelijke jihad. Zij moeten moslims liefhebben als hun naasten en hen het evangelie verkondigen. Dat neemt niet weg dat de zij als burgers elke vorm van moslimterreur tegen moeten gaan, desnoods met militaire middelen. De ‘war on terror’ is een legitieme strijd tegen een islamo-fascistische jihad tegen het Westen.

De oriëntalist Christiaan Snouck Hurgronje, vriend van Herman Bavinck, dacht in 1915 dat de islam op het punt stond om zich te moderniseren.

Jihad was een Middeleeuwse term, rijp voor de sloop. Bavinck was het niet met hem eens. Hij schreef aan zijn vriend: “Zolang als de islam de islam blijft, blijft het conflict dreigen.”Bavinck doorzag dat de islam niet in staat is om religie en politiek te scheiden.

Op de Bavinck conferentie is er ook aandacht voor het werk van de missioloog Johan Herman Bavinck. Deze neef van Herman Bavinck was lange tijd zendeling in Indonesië. Volgens dr. Paul Visser, predikant in Amsterdam, stelt hij dat Mohammed door God zelf is aangesproken. De islam heeft zich echter ontwikkeld tot een heidense religie. Christenen kunnen het monotheïsme in de islam waarderen maar moeten vasthouden aan het getuigenis aangaande Jezus Christus de Gekruisigde. Dat fundamentele verschil staat samenwerking in de zich verhardende samenleving niet in de weg. Kees Haak, missioloog in Kampen, sluit daarbij aan met een lezing over J. H. Bavincks’ visie op de algemene openbaring. Bavinck erkent hij waarheidselementen in de religies, maar benadrukt ook vanuit Romeinen 1 dat elke vorm van heidense religie de waarheid in ongerechtigheid ten onder houdt.

Stefan Paas, bijzonder hoogleraar kerkplanting aan de Vrije Universiteit, belicht de opvatting van J.H. Bavincks over het religieuze besef. Paas stelt voor om de culturele bepaaldheid van het religieuze besef te verdisconteren en het niet te veroordelen maar te streven naar een transformatie van dit besef door de verbinding te zoeken met Christus.

Religieus onkruid moet niet uitgetrokken worden; soms is het nuttig voor de oogst.


Dit artikel is het tweede verslag van de Bavinckconferentie in Grand Rapids. Maandag deel 3.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer