„Verlossingswerk gaat door tot jongste dag”
„Het boek Handelingen heeft een wonderlijk slot. Aan het einde van dit zendingsboek staat niet het woord ”amen”, maar heel opmerkelijk dat het woord Gods gepredikt werd en wel onverhinderd. Handelingen eindigt zo omdat de toepassing van het werk van de verheerlijkte Zaligmaker doorgaat tot aan de jongste dag.”
Met deze woorden besloot ds. B. Reinders (Maartensdijk) de jaarlijkse hervormde zendingsdag in Harskamp, op het legerterrein van legerplaats Harskamp. Die werd voor de twintigste keer in de openlucht gehouden. Ds. A. den Hartog (Kesteren) sprak over Genesis 4:26. „Toen begon men de naam des Heeren aan te roepen.” „In dit hoofdstuk komt de naam van de mens op ontzettende wijze tot uitdrukking. Pas in het laatste vers wordt de naam des Heeren vermeld. Als de tekst zo’n nadruk legt op het ”toen” kan geconcludeerd worden dat voorheen niet op die wijze is aangeroepen. Door de benauwdheid der tijden en door besef van eigen zwakheid was Gods volk naar elkaar toe gedreven. Het wonder is dat reeds in de naam Heere de naam van de Verlosser inbegrepen is. Als het volk zich schuldig gaat kennen, zal de Heere aan Zijn verbond gedenken. De nood van onze tijd is dat er wel veel zonde is, maar geen schuldbesef en erkentenis.
Na hem sprak kandidaat C. H. Schreur uit China over Psalm 9:21: „Laat de heidenen weten dat ze mensen zijn.” „Blijkbaar beleefde de psalmist de pijnlijke ervaring van heidense aanvallen”, zei kandidaat Schreur. „Hier staat de heiden symbool voor mensen die zich trots en moedwillig tegen God verzetten. In sommige landen wordt het menszijn overschat. Bijvoorbeeld daar waar men denkt met macht, zoals marteling en opsluiting, het geestelijke leven te kunnen smoren en uitblussen. Maar in alle culturen en godsdiensten overschat men zich als men poogt zichzelf te verlossen. Dat kan met ernstig ceremonieel, met wierookstokjes en tempeltjes, maar ook heel subtiel door te vertrouwen op een eigen godsdienst zonder Christus.
Denkt u eens in welk effect het in China heeft als de mens niet meer dan een ding is, en dat er tegelijkertijd het besef is dat er te veel Chinezen zijn. Vele gevallen van zelfmoord zijn het gevolg. Het is ook niet verwonderlijk dat baby’s met een gebrek snel bij een weeshuis te vondeling gelegd worden.
Dat de mens naar Gods beeld geschapen is en een aanleg voor de eeuwigheid heeft, is overal ter wereld voor alle zendingswerkers het aanknopingspunt. Het wonder is dat God mensen opzoekt die zich tegen Hem verzetten.”
Schreur riep aan het eind van zijn toespraak op tot gebed voor de huisgemeenten in China. „Ook binnen de huisgemeenten is het niet zo ideaal als wel eens wordt voorgesteld. Ook onder de huisgemeenten is veel dwaling en verdeeldheid.”
Ds. J. H. C. Olie (Spijk) sprak over ”De Lof des Heeren” naar aanleiding van Psalm 117. Hij wees erop dat in de psalmen niet gesproken wordt over bruine of zwarte heidenen, maar over blinde heidenen. „Dat zijn van God vervreemde mensen, en die moet je tegenwoordig eerder in Haagse regeringskringen dan in Afrika zoeken. Psalm 117 kan oproepen om God te loven, omdat Hij daar krachtens de schepping recht op heeft. Maar deze psalm voegt daar uitdrukkelijk een andere reden bij, namelijk de goedertierenheid Gods. Omdat wij van Godlovers eerrovers geworden zijn, gaan we met die schare uit Openbaring 19 dat woord ”Hallelujah” pas echt verstaan als God Zijn goedertierenheid bekendmaakt. Dan klinkt die lofprijzing op vanuit het stof. Dat is totaal iets anders dan de doorsnee oppervlakkige ”Hallelujah’s” die bijvoorbeeld op praiseavonden klinken.”
In het middaggedeelte sprak ds. A. Vlietstra (Katwijk aan Zee) over de evangelieverbreiding na de verstrooiing in Handelingen 8. Thema was ”Gods werk gaat door”. „Het woeden van de satan wordt door de Heere omgebogen in de richting van een groter verspreidingsgebied van woordverkondiging. De verstrooide christenen kruipen in hun nieuwe omgeving niet weg in de anonimiteit, maar zijn niet te stuiten als getuigen van Jezus verlossingswerk. Ook de voormalige diaken uit Jeruzalem, Filippus, gaat nu als evangelist in het verachte en ongunstig bekendstaande Samaria de Christus prediken.”