Minister-president Rutte maakte vrijdag op zijn wekelijkse persconferentie bekend dat minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) eerstverantwoordelijke is geworden voor de zoektocht naar een opvolger van Tjeenk Willink als vicevoorzitter van de Raad van State.

Normaal gesproken ziet de minister van Binnenlandse Zaken daarop toe. Die procedure is nu dus gewijzigd. Volgens Rutte om het mogelijk te maken dat alle ministers –inclusief Donner– naar de vacature bij de Raad van State kunnen solliciteren. Alleen Opstelten zelf kan niet meedoen, maar die is met zijn 67 jaar te oud om nog een betekenisvolle periode bij de raad te kunnen werken. De voorzitter moet daar op zijn 70e afscheid nemen.

Rutte benadrukte dat Donner momenteel geen kandidaat is voor het vicevoorzitterschap van de Raad van State. „Alle opties zijn open.” Formeel klopt dat, want de sollicitatieprocedure start pas begin volgende week. Maar vrijwel iedereen in Den Haag gaat er inmiddels van uit dat Donner zich dan zal melden en uiteindelijk –nog voor de Kerst– zal worden benoemd tot ‘onderkoning’ van Nederland. Hij zou dan in februari volgend jaar Tjeenk Willink daadwerkelijk kunnen opvolgen.

Premier Rutte wilde vrijdag niet ingaan op berichten dat hij PvdA-leider Cohen zou hebben gepolst voor de Raad van State. „Dat zijn vertrouwelijke gesprekken die ik had”, was het enige dat hij erover zei.

De minister-president vindt dat de benoemingsprocedure voor een nieuwe vicevoorzitter van de Raad van State „zorgvuldig” verloopt. CU-fractievoorzitter Slob sprak vrijdag echter van een „vreemde vertoning.”