De tweede conferentie voor studenten was belegd door een door de hersteld hervormde kerk ingestelde commissie studerenden. Vrijdagmiddag sprak prof. dr. ir. W. de Vries, buitengewoon hoogleraar aan de Wageningen Universiteit, over de vraag of geloof en wetenschap een moeizame of heilzame combinatie is.

Het onderwerp of je zeker kunt zijn van het christelijk geloof werd ’s avonds behandeld door dr. W. van Vlastuin, rector van het Hersteld Hervormd Seminarie.

Volgens prof. De Vries stellen vele wetenschappers dat een subjectief geloof een belemmering is voor objectieve wetenschap. Hij hielp de studenten meteen maar uit de droom: „Geloof en wetenschap sluiten elkaar niet uit. Christelijk geloof is wel degelijk verenigbaar met wetenschap.”

De Wageningse hoogleraar beschreef hoe beroemde wetenschappers daarvan niet willen weten. „Voor mensen als Richard Dawkins, Herman Philipse en Simon van der Meer moet alles verklaard kunnen worden. Deze seculiere profeten worden niet moe om met felle bewoordingen het geloof te kleineren en voor te stellen als onwetenschappelijk.”

Studenten worden met die geesteshouding expliciet of impliciet ook benaderd op de universiteit, stelde hij. Anderzijds, aldus de hoogleraar, zorgt de popularisering van de wetenschap ervoor dat brede lagen van de bevolking in snel tempo een nieuw mens- en wereldbeeld aannemen dat weinig ruimte laat voor een gelovig verstaan van de werkelijkheid. Prof. De Vries ging in op vragen als: waarom ligt een gelovige wetenschapper onder vuur, wat is wetenschap, wat zijn wetenschappelijke methoden om tot kennis en theorievorming te komen en wat zijn de beperkingen van de wetenschap?

Prof. De Vries riep studenten ertoe op zich niet van de wijs te laten brengen door de stelling dat mensen alles moeten kunnen begrijpen en objectiveren. „Essentieel is allereerst dat je een waar geloof hebt dat zich vastklemt aan Gods Woord en zich verlaat op Jezus Christus, Die als enige kan zeggen: „Ik ben de waarheid.” Laat je niet meeslepen door de huidige trend om ook ruimte te geven aan geloof in de evolutieleer.”

Zekerheid

De vraag of je zeker kunt zijn van het christelijk geloof stond centraal in de lezing van dr. Van Vlastuin. Het onderwerp veronderstelt dat het christelijk geloof wordt betwijfeld, stelde hij. Volgens hem zijn er twijfels van allerlei aard. „Zo gaat het in de kerk vaak om de twijfels of ik een kind van God ben en of ik deel heb aan de vergeving. Er kan ook twijfel over zijn of alles wat in de Bijbel geschreven staat, historisch betrouwbaar is. Er kan zelfs aan het bestaan van God getwijfeld worden. Met deze twijfels kan de duivel ons verlammen, het eenvoudig geloof ondermijnen, knabbelen aan de zekerheid van God, Zijn Woord en Zijn genade voor ons persoonlijk.”

Hoe komen we tot geloofszekerheid? Dr. Van Vlastuin: „Zekerheid aangaande het Woord verkrijgen we niet uit bewijsvoeringen van buitenaf. De zekerheid aangaande het christelijk geloof is niet gebaseerd op andere zekerheden. Als we overtuigd zijn van het goddelijk gezag van de Schrift, functioneren nadere bewijzen als nadere bevestigingen. De zekerheid van het Woord is zekerder dan zeker. Dat is de werkelijkheid van God.”

Mensen bewijzen God niet, Hij bewijst Zichzelf. Dat is het hart van de zekerheid, stelde dr. Van Vlastuin. „De zekerheid aangaande ons persoonlijk heil, aangaande de Schrift en wat betreft het bestaan van God behoren bij elkaar. Die zekerheid blijft niet zonder aanvechting. Tegelijk mag gezegd worden dat ze tegen alle aanvechting bestand is. Persoonlijke zekerheid van het heil bloeit op uit de omgang met het Woord van God.”