Erfelijk ambt voegt iets toe
Je zult maar Oranjetelg zijn. Jarenlang hielden jij en je familie zich idealistisch bezig met ontwikkelingssamenwerking, Europese eenwording en een vreedzaam naast elkaar leven van verschillende culturen. Niemand die jou dat kwalijk nam. Vorsten, vorstgemalen en troonopvolgers moesten zich toch érgens mee bezighouden?
Maar toen veranderde de tijdgeest. Wat vroeger gold als nobele en neutrale bezigheid, kreeg plotseling een negatieve lading: linkse hobby’s, geld verspillen aan nutteloze projecten. En jij als Oranjetelg kwam terecht in de hoek waar de klappen vallen. De koningin neutraal? Niks daarvan, zo partijdig als het maar zijn kan.
Goed beschouwd spoort dit beeld maar matig met de realiteit. Zó links is koningin Beatrix niet. Denk alleen maar aan haar pleidooi, in 1999, voor het snel aan de politie ter beschikking stellen van pepperspray.
Maar dergelijke vooroordelen over het koningshuis vormen wél het decor waartegen de PVV eind deze zomer hara initiatiefwetsvoorstel lanceerde om de koningin uit de regering en uit de Raad van State te zetten en haar elke sturende rol in het formatieproces te ontnemen. Weg met deze linkse dame!
Het pleidooi voor een volstrekt ceremonieel koningschap is meestal gebaseerd op de gedachte dat de huidige rol van de koningin niet democratisch zou zijn, omdat hier een niet-gekozen persoon op verborgen wijze en onder het mom van neutraliteit onaanvaardbaar veel invloed uitoefent op de landsregering.
Maar hoewel deze redenering aantrekkelijk oogt, valt er toch op elk van de onderdelen heel wat af te dingen.
Dat de Oranjes een erfelijk ambt bekleden, heeft op zichzelf inderdaad weinig met democratie te maken. Maar een erfelijk ambt als een van de checks and balances in een rechtsstaat heeft wel degelijk een toegevoegde waarde.
In alle hectiek van kabinetscrises, nieuwe verkiezingen en formatieperikelen is het goed dat er in het koninklijk paleis een rustpunt is. Als formatieonderhandelingen vastlopen, kan de vorst als een min of meer onafhankelijk arbiter voor een time-out zorgen, de adviezen van de fractievoorzitters in alle rust tegen elkaar afwegen en vervolgens de besprekingen als relatieve buitenstaander weer vlot trekken. Dat hij in het verleden al vaker met dit bijltje heeft gehakt, geeft hem de rust en het overzicht om op evenwichtige wijze knopen door te hakken. Hier is erfelijkheid een voordeel en geen nadeel.
Maar kan de Tweede Kamer die rol dan niet gemakkelijk overnemen? In een helder betoog in de Volkskrant toonde prof. dr. Carla van Balen onlangs aan dat dit zeer twijfelachtig is. Weliswaar biedt de bekende motie-Kolfschoten al sinds 1971 de mogelijkheid om de eerste formateur door de Tweede Kamer te laten voordragen, maar in de visie van de KVP’er Kolfschoten herneemt het formatieproces daarna weer zijn gewone loop. Dus een benoeming door de koningin, verslag uitbrengen ten paleize enzovoort.
En hoe kan dat ook anders? betoogt Van Balen. Hoe kan een betrekkelijk log en intern verdeeld orgaan als de Tweede Kamer de rol van procesbegeleider overnemen? Wie zou dat dan precies moeten doen? De Kamervoorzitter? Maar is dat in termen van onpartijdigheid dan werkelijk een vooruitgang?
Ook het bezwaar dat de vorst op verborgen wijze onacceptabel veel invloed uitoefent, valt gemakkelijk te relativeren. Zó groot is die invloed van Hare Majesteit niet. Vaak gaat het alleen om dat ene duwtje om het vastgelopen formatieproces weer op de rails te zetten.
En is het geen idee fixe te denken dat politiek en bestuur geheel zonder achterkamertjes kunnen? Geloven we werkelijk dat als de fractievoorzitters een formateur gaan aanwijzen, zij dat niet achter gesloten deuren maar in volle openbaarheid zullen doen?
Helaas zullen, als de Kamer volgende week over de begroting van Algemene Zaken en dus ook over de koningin spreekt, dergelijke argumenten de doorslag niet geven. Dan is het vaak toch weer de oppervlakkige beeldvorming die telt.
Jammer? In zekere zin wel. Al is het óók waar dat anno 2011 juist de beeldvorming de monarchie redt. Want kiest niet de PvdA, uit angst om in de beeldvorming in het kamp van de verafschuwde PVV terecht te komen, voor het standpunt dat de koningin ín de regering moet blijven, daarmee het iniatief van Wilders en de zijnen kansloos makend?