In het blad van het Protestantse instituut voor vragen rond wereldbeschouwing (EZW) in Berlijn constateert hij dat pubers een ware „rebellie” aan de dag kunnen leggen in hun drang te provoceren. Meer en meer komt het volgens hem voor dat ze zich tenminste tijdelijk te identificeren met „de tegenspeler van God.” „In de antihouding naar de omgeving wordt de jeugdige persoonlijkheid blijkbaar gesterkt. Wanneer ze zich provocerend aan hun leefomgeving ontrekken, weten ze wie ze zijn.”

Satanisten hebben duidelijke religieuze voorstellingen, schrijft Thiede. Kenmerkend voor het jeugdsatanisme is het protest tegen de christelijke cultuur. De intensiteit van dat protest kan zo hevig zijn dat jonge satanisten „in hun blinde haat zelfs niet zouden terugschrikken voor het plegen van een moord.”