Nobelprijs Vrede naar vrouwenactivisten
OSLO – De Nobelprijs voor de Vrede is dit jaar toegekend aan drie vrouwen: de Liberiaanse presidente Ellen Johnson Sirleaf, de Liberiaanse activiste Leymah Gbowee en Tawakkul Karman uit Jemen. Dat heeft het Nobelcomité in Oslo vrijdag bekendgemaakt.
Ze hebben de prijs gekregen voor de „geweldloze strijd voor de veiligheid van vrouwen en voor het recht van vrouwen om volledig te kunnen deelnemen aan vredesopbouw.”
„We kunnen geen democratie en een duurzame vrede in de wereld bereiken als vrouwen niet dezelfde kansen krijgen als mannen om ontwikkelingen te beïnvloeden op alle niveaus in de samenleving”, aldus het Nobelcomité.
De 72-jarige Johnson Sirleaf is van de drie winnaressen de bekendste. Ze is sinds 2006 presidente van Liberia. Ze won eind 2005 de verkiezingen van oud-voetballer George Weah. Johnson Sirleaf is de eerste vrouw die in een Afrikaans land tot staatshoofd is gekozen.
De in 1972 geboren Leymah Gbowee organiseerde vrouwen om een eind te maken aan de burgeroorlogen in Liberia, waaronder het West-Afrikaanse land tussen 1989 en eerste jaren van de 21e eeuw gebukt ging. Het Nobelcomité wijst erop dat ze zich sterk heeft gemaakt voor deelname van vrouwen aan de verkiezingen in haar land.
De dertiger Tawakkul Karman speelt volgens het Nobelcomité een belangrijke rol tijdens de Arabische Lente, die dit jaar heeft geleid tot de val van meerdere autoritaire regimes. Het Nobelcomité roemt de inspanningen die Karman levert voor vrouwenrechten, vrede en democratie in Jemen.
Aan de Nobelprijs voor de Vrede is een bedrag van circa 1,1 miljoen euro verbonden. Alle drie winnaressen krijgen een gelijk bedrag. Vorig jaar ging de prijs naar de gedetineerde Chinese dissident Liu Xiaobo.
Reacties
VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon: „Dit is geweldig nieuws. De winnaars hadden niet beter gekozen kunnen worden. Dit is een eerbetoon aan de kracht van vrouwelijk leiderschap. Het onderstreept bovenal de belangrijke rol die vrouwen spelen in het bevorderen van vrede en veiligheid, ontwikkeling en mensenrechten.”
EU-president Herman Van Rompuy en voorzitter José Manuel Barroso van de Europese Commissie: „Het besluit van het Nobelcomité is een erkenning van de sleutelrol die vrouwen spelen in het vreedzaam oplossen van conflicten en de democratische veranderingen in de hele wereld. Dit is een overwinning voor een nieuw democratisch Afrika en voor een nieuwe democratische Arabische wereld, die in vrede en met respect voor mensenrechten bestaan.”
Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland: „Ik vind het een zeer goed signaal dat drie vrouwenrechtenactivisten dit jaar de Nobelprijs voor de Vrede krijgen. Het zal hopelijk wereldwijd vele vrouwen – maar ook mannen – aanmoedigen zich in te zetten voor vrijheid en democratie en tegen onrecht.”
Wael Ghonim, symbool van de opstand in Egypte: „Gelukwensen aan Tawakkul Karman voor haar verdiende overwinning. De echte prijs is meer democratie en meer respect voor mensenrechten in onze landen.”
Nicky Pouw, econome aan de Universiteit van Amsterdam: „De toekenning van de Nobelprijs dit jaar aan onder anderen de presidente van Liberia, is een enorme opsteker voor alle Liberianen en in het bijzonder de vrouwen in dat land.”
Human Rights Watch: „Het besluit om de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen aan Ellen Johnson-Sirleaf, Leymah Gbowee en Tawakkul Karman, erkent dat democratie en duurzame vrede niet kunnen worden bereikt zonder volledige deelname van vrouwen. Het onderstreept ook de problemen waar vrouwen nog altijd mee kampen, in Jemen en wereldwijd.”
Amnesty International: „Deze Nobelprijs voor de Vrede erkent wat mensenrechtenactivisten al tientallen jaren weten: dat het bevorderen van gelijkheid belangrijk is voor het opbouwen van rechtvaardige en vreedzame samenlevingen over de hele wereld.”
Winston Tubman, politiek tegenstander Johnson-Sirleaf: „Mevrouw Sirleaf verdient de Nobelprijs voor de Vrede niet omdat ze geweld heeft gepleegd in het land.”