Buitenland

Tunesiër in Parijs: Dit hadden we niet verwacht

PARIJS – De Franse justitie stelt een onderzoek in naar de omstandigheden rond de brand in een kraakpand in de Parijse voorstad Pantin. Bij die brand, eind vorige week, kwamen zes illegale immigranten om het leven.

Mark Heijster
7 October 2011 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 17:01
Foto EPA
Foto EPA

Vlagen stof waaien over het verkeersplein Porte de Pantin onder de boulevard Périphérique. Hier op de grens tussen de stad en de Parijse voorstad Pantin moet volgend jaar een nieuw deel van de tramlijn opgeleverd worden. Via een gangpad gemaakt van planken en hoge stalen afzettingen kom je aan de overkant.

Gehaast lopen mensen over de lawaaierige bouwplaats. De 22-jarige Khalid wijst naar een onopvallend bouwwerk aan de andere kant van het hek. Hier is zijn schuilplaats, midden in de stadsjungle, opgetrokken uit enkele barrières en wat houten pallets. Khalid: „Hier slapen we dus nu. Tot we weer door de politie weggestuurd worden.”

De jonge Tunesiër is acht maanden geleden vanuit Tunis vertrokken. Hij is nu vier maanden in Frankrijk. „Dit was natuurlijk niet wat we hadden verwacht. Ik heb een keer in de bouw kunnen werken, daarmee heb ik twintig euro verdiend, maar daar bleef het bij. Het is veel bellen. Hopen dat ze je terugbellen. Ik had gehoopt dat het iets moois zou worden, maar dit is verschrikkelijk. Als mijn moeder zou weten dat ik hier nu elke nacht slaap.”

Khalid deelt het schamele onderkomen met zeven anderen. En de politie dan? Hij vertelt dat die ze nog niet gevonden heeft. Khalid: „Voorlopig zitten we hier goed. De mannen die hier werken aan de trambaan laten ons met rust, dat zijn ook allemaal Arabieren.”

Na de val van het Tunesische regime van Ben Ali in januari van dit jaar zijn naar schatting zo’n duizend illegale immigranten de grens tussen Italië en Frankrijk overgestoken. De meesten zoeken hun heil in Parijs. De Franse regering probeert de stroom in te dammen door een stevig ontmoedigingsbeleid. Verjagen, vaak controleren op papieren, enkele dagen voorlopige hechtenis in een huis van bewaring, terugsturen naar de Italiaanse grens en geen financiële ondersteuning van enigerlei vorm van opvang. En dus slapen jongens zoals Khalid in dit deel van de hoofdstad gewoon op straat of in parken. Ook worden er zoals in Pantin leegstaande panden gekraakt.

De voorstad staat op veel plekken in de steigers. Er verschijnt nieuwbouw, maar er is ook veel leegstand. Panden die op de nominatie staan om te worden gesloopt, zijn dichtgemetseld om te voorkomen dat de illegale immigranten er hun toevlucht zoeken.

In de Passage Roche, waar eind vorige week zes illegale immigranten de dood vonden, hangt een sterke brandlucht. Voor de deur liggen bloemen van het consulaat van Tunesië. „Jullie hebben gezocht naar de vrijheid, maar jullie hebben de dood gevonden”, staat er te lezen op een van de vele briefjes die mensen op de plek hebben achtergelaten.

Bij de nabijgelegen opvang voor daklozen drinken groepjes jongeren koffie. Khalid wijst naar een jongen die zich heeft weten te redden door uit het raam te springen. Zijn enkel zit in het verband, maar hij kijkt opvallend monter. Hij denkt helemaal niet aan teruggaan, vertelt hij. Zijn familie in Tunesië heeft niks. Hij rekent hardop uit dat je met het geld dat je in Tunesië verdient net sigaretten en een klein beltegoed kunt kopen. Hier in Frankrijk kan hij met dertig euro per dag ook nog eten kopen en houdt hij nog geld over. „Wat wij meemaken is niks vergeleken met wat er in Afrika gebeurt, dat is pas erg”, zegt hij.

Die opmerking schiet Youssef (27) in het verkeerde keelgat. „Ik wil niet dat je zo praat, enkele dagen na de dood van onze broeders”, roept hij boos. Hij trekt zenuwachtig aan zijn Marlboro. Dan maakt hij een tekening van het pand.

Youssef: „Daar zaten de twee jongens uit Egypte. Verschillende getuigen beweren nu dat de brandweer slecht heeft gehandeld. Met hun mobiele telefoons hebben ze heel vaak geprobeerd te bellen, maar ze arriveerden hier pas na twintig minuten. Ook hadden ze bijvoorbeeld geen slijptol waarmee ze die ijzeren spijlen hadden kunnen doorzagen. Ik weet zeker dat ze meer haast hadden gehad als ze wisten dat er boven ook Fransen zaten.”

De verontwaardiging wordt gedeeld door verschillende bewoners. Voor de woorden van de minister van Binnenlandse Zaken, Claude Guéant, die de onheilsplek bezocht, hebben ze geen goed woord over. De minister gaf de schuld van het drama aan mensensmokkelaars die de jongeren ten onrechte gouden bergen zouden beloven.

„Een schandalige opmerking”, vindt Harmonie Bordes. Bordes: ,De politiek is verantwoordelijk. Het was geen kaars, de schuld ligt bij de regering. Als de staat goedkope arbeidskrachten kan gebruiken, dan zijn ze welkom, anders kunnen ze ophoepelen. Hier in Pantin is al vele jaren een schrijnend woningtekort. 
Er liggen 4000 aanvragen. Als je dit soort drama’s wilt voorkomen, moet je die mensen legaliseren, zodat ze in ieder geval recht op een woning hebben. Doe je dat niet, dan slapen ze op straat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer