Bush trekt geld uit voor Afrika
De Amerikaanse president Bush bezoekt de komende week vijf landen in Afrika. Hij heeft voorgesteld veel geld uit te trekken voor hulp aan vijf landen bij de bestrijding van terrorisme.
Bush denkt aan 100 miljoen dollar over een periode van vijftien maanden. De ontvangers van de hulp zijn Djibouti, Ethiopië, Kenia, Tanzania en Uganda. Bush beloofde dat hij „het gereedschap en de middelen zal geven om de oorlog tegen het terrorisme te winnen.”
De aandacht voor het arme continent moet ook het imago van Bush en zijn land oppoetsen. De oorlog tegen Irak is in Afrika over het algemeen verworpen als niet te rechtvaardigen en bruut en arrogant optreden van een wereldmacht die zich niets van die wereld aantrekt. De VS hebben voor de inval vergeefs druk uitgeoefend op Afrikaanse landen om het Amerikaanse standpunt in de Veiligheidsraad van de VN te steunen.
Bush zal bij zijn gastheren beklemtonen dat de Amerikanen niet arrogant en wel degelijk geïnteresseerd en betrokken zijn. Mogelijk volgt na langdurig dralen dezer dagen toch een Amerikaans besluit om militair in te grijpen in Liberia. Dat zou een goede binnenkomer voor Bush in Afrika zijn.
De president zal ook andere thema’s dan terrorisme ter sprake brengen. Met name aids krijgt veel aandacht bij zijn bezoeken. De regering-Bush trekt 15 miljard dollar uit voor de strijd tegen de verspreiding van de ziekte, die generaties dreigt weg te vagen in delen van Afrika.
In Nigeria zal hij naar verluidt ook klagen over de in zijn ogen onterechte Europese weerstand tegen genetische manipulatie van gewassen. De Europese bezwaren tegen die manipulatie maken het probleem van de honger in Afrika steeds groter, zo stelt Washington.
Tijdens de eerste stop in Afrika, in Senegal, staat Bush stil bij de slavernij. Hij doet dat op het eiland Gorée, vlak voor de kust van de hoofdstad Dakar. Daar staat onder meer een door Nederlanders gebouwde gevangenis voor slaven als monument voor de gruwelijke dood of wegvoering van talrijke Afrikanen. Het ’slavenhuis’ kwam een jaar voor de verdrijving van de Nederlanders van het eiland door de Fransen, in 1677, gereed.