Rookworst sleept ons door de eerste kilometers
Het Pieterpad. Op een goede dag viel de naam en besloten we het wandelpad te gaan lopen. Dik 460 kilometer, in etappes van ongeveer 35 kilometer.
Het Pieterpad is ontsproten aan het brein van de dames Toos Goorhuis en Bertje Jens, ergens tussen 1978 en 1980. De wandelroute loopt van Pieterburen in het uiterste noorden van Nederland naar de Sint-Pietersberg onder in Limburg. Inmiddels is het Pieterpad het vermaardste wandelpad van Nederland.
Die gedachte is een schrale troost als we zaterdagmorgen 1 februari 2003 bij 2 graden onder nul nabij molen De Vier Winden in Pieterburen het spits afbijten. Een gure wind waait over de Groningse vlakten. Een stukje rookworst moet ons door de eerste kilometers slepen. Niet gezeurd, na een kwartier voel je de kou niet meer. Wel oppassen geblazen. Voordat je het weet, glibber je onderuit op een bevroren plas op een kronkelweggetje. De SRV-wagen passeert. Veel meer verkeer is er niet.
De route voert een kilometer lang over boerenland. Dat vergt enig klimwerk over hekken. Paarden slaan geen acht op ons. In de verte zwaait de boer. Kerktorentjes markeren de dorpen in het kale land. We passeren diverse dodenakkers.
Hoogtepunt deze kille dag is een stop bij een café in Garnwerd, een van de Groningse wierden, dorpen op een verhoging. We doen ons tegoed aan warme chocolademelk met slagroom. Tintelende oren.
Rond twee uur in de middag komt de Martinitoren in zicht. Er valt sneeuw, de wind wakkert aan. In een laan in de stad Groningen kruisen twee wandelaars ons pad. De dames gaan in tegengestelde richting. „Jullie moeten nog een heel eind”, zeggen ze. Da’s een waarheid als een koe. Na krap 30 kilometer zit onze eerste etappe erop. Op het Centraal Station is warme chocolademelk te krijgen. Bedankt, Groningen.