De lagere olieprijs, het herstellend vertrouwen van consumenten en producenten, het wegebben van de negatieve effecten van de gedaalde aandelenkoersen en de lage kapitaalmarktrente zullen ervoor zorgen dat de conjunctuur aantrekt.

Het planbureau schrijft dit in een donderdag gepubliceerde economische raming voor de komende jaren. Veel van de cijfers, vooral met betrekking tot de overheidsfinanciën, lekten afgelopen dagen al uit.

Volgens het CPB zal de Amerikaanse economie vanaf de tweede helft van dit jaar sterk opleven, met een geraamde groei van 2,25 procent dit jaar en 3,5 procent volgend jaar. In het eurogebied komt het herstel later en trager op gang.

Door de waardestijging van de euro ten opzichte van de dollar is de concurrentiepositie van het eurogebied verder verslechterd. Het CPB verwacht dit jaar dan ook een groei van slechts 0,75 procent voor de eurolanden. Volgend jaar zal dat 2 procent zijn.

Voor Nederland voorspelt het CPB dit jaar een nulgroei. Volgend jaar groeit de economie weer met 1,25 procent. In de jaren daarna wordt dat gemiddeld 2,25 procent.

De particuliere consumptie neemt dit jaar naar verwachting met 0,5 procent toe, de laagste groei in twintig jaar. Dat valt volgens het planbureau nog mee als rekening wordt gehouden met de lagere loonstijging en het dalen van de huizenprijzen. Volgend jaar groeit de consumptie met 1 procent, maar dat komt voor een deel doordat de consumenten dan zelf moeten betalen voor bepaalde voorzieningen in de zorg, zoals fysiotherapie en sommige medicijnen.

De bedrijfsinvesteringen krimpen al sinds 2001 en dat blijft volgens het planbureau ook volgend jaar nog zo. Met de export van Nederlandse producten gaat het beter. Die zal na een daling met 2,25 procent dit jaar volgend jaar met hetzelfde percentage groeien. Dat komt mede door de verwachte daling van de arbeidskosten. De contractloonstijging in de marktsector komt dit jaar uit op 2,75 procent en volgend jaar op 1,5 procent, verwacht het planbureau.

Zoals eerder al bekend werd houdt het CPB rekening met een forse toename van de werkloosheid. Die zal volgend jaar 530.000 bedragen, 6,75 procent van de beroepsbevolking. Aan het eind van deze kabinetsperiode zal nog steeds 6,25 procent van de beroepsbevolking zonder werk zitten, denkt het CPB.