Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS verklaarde donderdagmorgen deze stabilisatie van het volume van het bruto binnenlands product (bbp) uit gedaalde investeringen en aanhoudende groei van de overheidsconsumptie. De uitvoer en de consumptie van huishoudens namen maar heel bescheiden toe.

In mei ging het CBS nog uit van een krimp van de economie. Maar nieuwe informatie heeft geleid tot de laatste ’meevallende’ raming van nul. Die nulgroei is overigens wel de op een na laagste in de afgelopen tien jaar.

Van kwartaal op kwartaal was er, na correctie van zaken als vorstverlet en seizoeneffecten, een krimp van 0,1 procent te zien. Dat was in het vierde kwartaal van vorig jaar ook al zo. Sinds het eerste halfjaar van 2001 ligt de economische groei al rond de nullijn.

De Nederlandse economie verkeert desondanks, ook met die gunstiger raming, volgens de officiële definitie in een recessie. Dat is het geval wanneer twee kwartalen achtereen sprake is van krimp van het bbp.

In het eerste kwartaal is 10 procent minder uitgegeven aan gebouwen, wegen, machines en installaties. Er ging ook minder over de toonbank in de bouw en in (vracht)auto’s. Aan treinen, vliegtuigen en trams werd meer geld besteed. De daling in de bouw had ook te maken met het vorstverlet in januari.

De geldmotor wordt vooral draaiend gehouden door de overheid. Het volume van de overheidsconsumptie steeg met 3,2 procent. Er ging vooral meer geld naar de zorg.